Lindemans Aalst: “Weir doeng voesj’ (Aalsters voor: we zullen doorgaan)

Het verwachtingspatroon bij Lindemans Aalst, net voor de eerste halve finale van de Belgische beker tegen Knack Roeselare, was groot. Terecht, want het team van coach Christophe Achten had zich een mooie reputatie opgebouwd tijdens de voorbije weken.

Na een mislukte start in de Lotto Volley League en drie nederlagen op rij herpakten de Lindemans-boys zich voortreffelijk. Vijf overwinningen na elkaar, met spraakmakende uitslagen zonder setverlies (!) tegen Achel, Leuven, Maaseik en het verrassend sterke Guibertin met tussendoor nog een vijfsetter – winst op karakter – tegen Waremme.

Van de laatste plaats naar een mooie rangschikking in de top drie. Wat zorgde voor de ommekeer?

Manager Johan Devoghel: “De bekerwedstrijden tegen Hemiksem-Schelle en Achel hebben ons vertrouwen gegeven. De openingswedstrijd van de Belgische competitie tegen Caruur Gent was een afknapper. In de voorbereiding op het seizoen hadden we aardige dingen laten zien. En dan kwam die anticlimax. We speelden toen – eigenlijk onverklaarbaar – zonder geestdrift, er was geen bezieling. Langzaam kwam het enthousiasme terug. Het is dit jaar echt een ‘zotte’ competitie. We staan plots wel op de derde plaats, maar we moeten nog steeds achterom kijken. Met uitzondering van Gent (laatste) en Roeselare (eerste) staan alle ploegen in onze rug te duwen.”

Iedereen snakte de voorbije jaren naar meer sensatie in de Liga. Dit jaar verloopt de competitie spannender dan ooit.

“We kunnen dat alleen maar toejuichen. De geladen volleybalcompetitie is prachtig voor de fans. De waardeverhoudingen tussen de verschillende ploegen zijn kleiner geworden. Met uitzondering van Roeselare. Dat bewezen ze zaterdag nog maar eens tijdens de recente confrontatie in de ‘Belgian Cup’.”

Dat werd een afknapper…

“Tijdens de eerste halve finale waren de West-Vlamingen te sterk. Dat moeten we durven toegeven. Maar er komt nog een terugwedstrijd. In de openingsset waren er kansen. Die hebben we niet gegrepen. We verdedigden goed. De ‘defence’ van Roeselare was ook erg knap. Maar zij maakten het af in de tegenaanval en wij niet. We kwamen tekort door onze foutenlast, we hebben onze momenten niet gepakt. Dat gaan we op 23 december wel proberen tijdens de terugwedstrijd.

Maar laat ons duidelijk zijn, nu wordt de eerste confrontatie in januari 2024 tegen Waremme even belangrijk, misschien zelfs essentiëler. We zijn niet vergeten hoe hard we moesten zwoegen om in november de overwinning te pakken. Deze competitie is zo spannend, dat niemand het zich kan permitteren om een mindere prestatie neer te zetten.”

Er is nog steeds geen vervanging voor de onfortuinlijke middenspeler Hiago Crins die was uitgevallen met teelbalkanker.

“We zijn nog steeds bezig om een vervanger te vinden. We hebben in principe tijd tot 15 januari. Maar we gaan dat verstandig aanpakken. We hebben met de drie mannen die overkwamen vanuit Leuven (Bert Dufraing, Berre Peters en Lennert Beelaert, red.) reeds een mentaliteitswijziging gezien. We moesten meer strijders in de ploeg hebben en we moesten meer Belgische talenten hebben. Daarin zijn we geslaagd, dat bewijzen de uitslagen.

Maar we zijn er nog niet, de eindmeet ligt nog veraf. De balans tussen jeugd en ervaring moet in evenwicht blijven om onophoudelijke en bestendige resultaten te boeken. Er is trouwens geen enkele ploeg die dit jaar zijn budget verhoogd heeft. Iedereen moet werken met de middelen en de mogelijkheden binnen de club.”

De trainer-coach Christophe Achten liet in een vorig interview weten dat het aanvangsuur van de wedstrijden vroeger zou moeten gepland worden. Wat denkt u als manager daarover?

“We zijn voortdurend bezig om ons toeschouwersaantal te verhogen. Het gaat – na de coronacrisis – terug in stijgende lijn. Zaterdagavond waren er op de bekerwedstrijd tegen Roeselare meer dan duizend toeschouwers. Welke ploeg kan dat nog zeggen? Alles hangt af van de resultaten natuurlijk, maar we zijn op de goede weg.

Een eventueel vervroegd aanvangsuur moeten we eens goed bestuderen. Het werkt in twee richtingen. Kan iedereen zich op zaterdagnamiddag vrijmaken om naar een volleybalwedstrijd te komen kijken. Aan de andere kant zijn er misschien mogelijkheden met kinderopvang, een springkasteel. Ik weet dat in andere landen clubs successen verwezenlijken om van een volleybalwedstrijd een evenement te maken. Een beetje zoals een ‘fandorp’ tijdens het EK of het WK met acties, tentjes en optredens naast de sporthal. Het is iets om over na te denken.”

Tenslotte: Limburg TV gooide een visje naar Christophe Achten, met de vraag of hij – als rasechte Maaseikenaar – eventueel interesse zou hebben om trainer-coach te worden bij de Limburgse club.

“Daar kan ik echt niet op antwoorden. Want we hebben met onze trainer-coach nog geen gesprekken in die richting of over dit onderwerp gevoerd. Ik heb het fragment ook gezien en dan is het logisch dat de geruchtenstroom in gang wordt gezet. Maar geloof me, er is voorlopig nog niets aan de hand. Als het zo ver is, zal ik je als eerste op de hoogte brengen. Ondertussen zullen we doorgaan. Weir doeng voesj !”

25ste bekerfinale voor Asterix

Asterix Avo speelt op 10 februari de 25ste bekerfinale in de clubgeschiedenis. Alweer een mijlpaal voor de club van voorzitter Jan Bens. Julien Schelfhout en zijn vrouwtje Lea hebben – als meest trouwe supporters van Asterix – alle bekerfinales meegemaakt. Mark Buysrogge, duivel-doet-al en een man die vanaf het eerste moment betrokken was bij de werking van de club, heeft ook geen enkele finale gemist. Ze verdienen een medaille in het Antwerpse Sportpaleis, nog voor het allemaal begint.

De cirkel is rond voor Kris Vansnick

Coach Kris Vansnick is nu vijf jaar hoofdcoach van het Beverse volleybalteam en in die functie is het zijn vierde bekerfinale. De man uit Gooik is in totaal aan zijn 13de seizoen bezig bij Asterix Avo en hij maakte ondertussen toch al tien bekerfinales mee. Schrijf daar nog twee keer een eindstrijd voor de ‘Belgian Cup’ bij – met Lennik – en je komt aan een zeer respectabel aantal finales.

We komen Kris Vansnick ook in 2006 tegen als scouter bij Charleroi (toen de Waalse club in het toenmalige Schiervelde van Roeselare tegen Asterix speelde, red.) met Sacha Koulberg aan het sportieve roer.

Het toeval wil dat de eerste bekerfinale van de club – toen nog uit het kleine, fiere Kieldrecht – in Charleroi gespeeld werd tegen Tongeren. We schrijven 1996. De historie zet zich wonderbaarlijk verder want Charleroi wordt in februari 2024 de nieuwe tegenstander van de club uit het Waasland. Sacha Koulberg is op zijn beurt dan weer papa van Anna Koulberg – nu middenspeelster bij Asterix Avo. Hoe de cirkel rond kan zijn en hoe klein de volleybalwereld eigenlijk wel is, wordt hiermee nogmaals bewezen.

Cos en Vos

Knap trouwens van Bevo Roeselare om voor deze terugwedstrijd in de mooie Tomabelhal meer dan duizend supporters warm te krijgen voor de eindsprint richting Sportpaleis. Verbluffend ook van Charleroi dat zij het verlies van de heenwedstrijd in Tchalou in eigen zaal kon rechtzetten na een golden set van 15-13.

Maar het is even briljant van de ploeg uit Beveren-Waas om die nieuwe 25ste finale voor de Belgische beker te bereiken. Het was voor het team van kapitein Manon Stragier – alweer ‘beiregoed’ in aanval en verdediging – de 23ste (!) wedstrijd op tien weken tijd. Dat sommige speelsters op hun tandvlees zitten, is te begrijpen. Maar op karakter gaat het richting Antwerpen. Cos en Vos (Kaat Cos en Iris Vos, red.) vormen een nieuw droomduo. Libero Noor Debouck werd voor de eerste keer dit seizoen verkozen tot ‘Star of the Game’. Heel de ploeg kan trouwens genoemd worden om dit huzarenstukje te verwezenlijken.

En het houdt niet op voor het team van Kris Vansnick. Zelfs na een intensieve zomercampagne, internationale wedstrijden voor de Champions League, beker en competitie in België bestaan er geen winterpauzes voor de Asterix-vrouwen. Er staan in januari nog twee Champions Leaguewedstrijden op de kalender. Thuis tegen de sterren van Conegliano en uit tegen de ‘Deutsche Meister’ van Stuttgart. Ondertussen zijn de jongste speelsters van de groep aan de slag met de Belgische selectie. Mila Vlahovic en Jasmien Debout hebben nog twee dagen examens en daarna starten ze aan de voorbereiding voor het Wevza-toernooi met de U18. In het sportcentrum van Sport Vlaanderen in Herentals kan het land dat als eerste eindigt een plaats voor het EK 2024 bekomen. De overige landen moeten in april nog een extra kwalificatieronde spelen. Romane Neufkens, Noor Debouck, Yana Wouters en Kaat Cos trekken met de nationale selectie van de U20 naar Italië, in de buurt van Catania om daar eenzelfde toernooi met dezelfde kwalificatienormen af te werken van 2 tot 8 januari.

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: archief en Lindemans Aalst