Yana De Leeuw: “Graag twee sets winnen tegen Wiesbaden”

Met de clash tegen het Duitse Wiesbaden in de CEV Challenge Cup in het verschiet, staat Bevo Roeselare voor een belangrijke Europese avond. Niet zozeer in functie van het sportieve luik – dat zal in onderstaande reportage wel duidelijk worden – maar wel omwille van de promotie die de club voor het vrouwenvolleybal in de ruime regio kan voeren. En als het over reclame voor Roeselare gaat, dan is Yana De Leeuw sinds dit seizoen niet meer weg te denken bij de West-Vlaamse trots.

De vroegere setter van de Yellow Tigers straalt terug sinds haar verhuis van Hermes Oostende naar de nieuwe fusieclub en wie weet, werkt haar enthousiasme wel aanstekelijk voor de ganse ploeg. Het zou niet de eerste keer zijn dat Roeselare als underdog tijdens een Europees treffen boven zichzelf uitstijgt. Als Knack dat met clubicoon Matthijs Verhanneman vorig seizoen kon verwezenlijken, waarom zou echtgenote Yana dat niet kunnen herhalen? Boven zichzelf uitstijgen in het volleybal, als trainer of als speler, het zit bij de familie Verhanneman – De Leeuw nu eenmaal in de genen.

Dat bewijzen ook zoontje Vince, die als 10-jarige furore maakt bij de U11, U13 en – jawel – zelfs de U15 van Knack Roeselare in de jeugd-champions league, en tweelingdochtertjes Quinn en Jayda (7) tijdens hun eerste twee-tegen-twee-wedstrijdjes. Een gezin waar volleybal duidelijk centraal staat en waar de waarden van teamgeest en doorzettingsvermogen dagelijks worden meegegeven.

Matthijs Verhanneman en Yana De Leeuw met kids , Vince , Quinn en Jayda

En het is ook met die focus op enerzijds het gezinsleven en anderzijds het sportieve luik dat Yana in het tussenseizoen haar volleybalcarrière een nieuwe wending heeft gegeven met de overstap naar fusieclub Bevo Rekkenshop Roeselare. In de aanloop naar de belangrijke Europese wedstrijd tegen het solide Duitse Wiesbaden zit Yana, ondertussen toch ook al 33, in elk geval niet stil. Het ochtendritueel met de kindjes volbrengen, zelf een hele dag voor de klas staan in het zesde leerjaar, zorgen dat er nadien eten op tafel komt om dan te gaan trainen tot 21u30. En dan staat Volleymagazine nog te dringen voor een interview.

Een mens vraagt zich dan af: waar haal jij als moeder van drie energieke kinderen en topvolleybalster in godsnaam al die energie vandaan? 

Yana De Leeuw: “Goh, als je iets graag doet, dan denk je daar niet bij na. Natuurlijk is het wel een uitdaging met drie kinderen in huis, maar Matthijs is er ook om bij te springen, hoor. Vince is nu 10 en speelt bij de U11 tot U15. We zijn trots op hoe hij zich ontwikkelt en onze tweeling Quinn en Jayda, ze volgen in de voetstappen van hun grote broer.”

Horen we dat nu goed? Vince is er 10, maar speelt wel al bij de U11, U13 en U15?

“Dat is iets uit het verleden. Hij heeft altijd met oudere gasten gespeeld en is telkens meegegroeid met de groep die nu tot de U13 en U15 behoort. Aangezien hij een pak kleiner is dan zijn ploeggenoten, speelde hij onlangs in de Champions League met de U15 op de libero, maar zijn ambities liggen wel elders.”

Ik vermoed dat hij net zoals zijn papa liever op de hoek wilt spelen?

“Dat klopt. Matthijs is natuurlijk zijn grote voorbeeld.”

Fijn dat jullie hem ook samen kunnen trainen. Maar dat betekent wel dat jullie haast niet weg zijn te slaan bij de club?

“Ik ben er enkel op dinsdag niet, maar Matthijs is er dan wel. Zelf geven we naast onze eigen verplichtingen als speler ook tweemaal per week training aan die gasten. Er is ooit eens al lachend geopperd om een appartementje voor ons te voorzien op de club met badkamer en televisie (lacht). Ach, je kan wel stellen dat het volleybal in Roeselare ons tweede thuis is.”

Gelukkig kwam de fusieploeg er, anders was jij er vorig seizoen misschien al mee gestopt en dat zou zonde zijn geweest?

“Toen ik nog bij Hermes Oostende speelde, heb ik er inderdaad even aan gedacht om te stoppen. Maar eenmaal het idee van de fusieclub werkelijkheid werd, heb ik geen seconde getwijfeld. Ik speel nu bij wijze van spreken in mijn achtertuin en het idee om deze club mee te helpen groeien, spreekt me gewoon heel erg aan. Bovendien hebben we een leuke en goede ploeg. Alle puzzelstukjes lijken gewoon in elkaar te vallen.”

Heb je dan al een idee op welk niveau de ploeg momenteel staat? Door het forfait van Genk hebben jullie nog maar twee keer in de competitie gespeeld.

“Dat is inderdaad ons probleem. Dat we de competitie moesten openen tegen Charleroi, dat was geen cadeau. Je hebt de stress van de openingswedstrijd en bovendien speelde Charleroi ook nog eens een ongelooflijke goede wedstrijd. Die 1-3-nederlaag mag je dus eigenlijk niet meerekenen. En nadien volgde er, met alle respect voor Haasrode Leuven (3-0-zege), evenmin een echte waardemeter.”

Gelukkig was er die dubbele Europese wedstrijd tegen Sliedrecht. Al verliep de kwalificatie voor de 1/32e finales toch moeilijker dan verwacht nadat jullie in Nederland al met 0-3 gingen winnen?

“Dat lijkt misschien zo na de 3-2-zege, maar eigenlijk had ik op geen enkel moment het gevoel dat we het niet gingen halen. Zij speelden de eerste twee sets alles of niets, serveerden alsof hun leven ervan afhing en dat lukte nog eens ook. Ze waren op dat moment echt tien keer beter dan in de heenwedstrijd, maar we wisten ook dat het niet kon blijven duren. Akkoord, ze hebben het nog spannend gemaakt, we zijn gewoon rustig onze wedstrijd blijven spelen.”

We moeten daar dus niet te veel conclusies aan verbinden?

“Dat is zo. Ook Koen Devos, onze coach, heeft hier nadien niet te veel woorden aan vuil gemaakt. Vooral ook, omdat we eigenlijk best wel goed aan het spelen waren. Wiesbaden zal wel van een ander kaliber zijn. Dat blijkt toch na de wedstrijdbeelden die we van hen te zien hebben gekregen. Zij halen een niveau waar we iets tegen kunnen beginnen, maar zij gaan zeker de betere ploeg zijn.”

Yana De Leeuw en Iris Vandewiele blokken op Lise De Valkeneer

Probeer jullie winstkansen eens in te schatten?

“Dat is moeilijk. Op papier is Wiesbaden absoluut sterker. Zij weten ook wel dat ze de betere ploeg zijn, dus er zal bij hen toch wel wat druk op de ketel zitten. We moeten gewoon proberen om een zo goed mogelijke uitgangspositie te veroveren en wie weet wat er kan gebeuren als we hen doen twijfelen?”

Zie je het dan als een voordeel dat jullie eerst thuis mogen spelen?

“Misschien wel. Maar mocht het in de terugwedstrijd op een golden set uitdraaien, wat een mooi scenario zou zijn, hebben zij natuurlijk het thuisvoordeel.”

Is er een Belgische ploeg waarmee je Wiesbaden kan vergelijken?

“Ze hebben een ijzersterk midden. Het zijn alle twee ongelooflijke fly-speelsters met een gigantisch blok. Bovendien ontwikkelen ze een enorm snel spel op positie vier. Ze creëren een tempo dat we hier in België absoluut niet kennen. Het is dus zeer moeilijk om Wiesbaden met een Belgische ploeg te vergelijken. Misschien kan je hun middenspeelsters vergelijken met Marlies Janssens (VC Oudegem) of Bente Daniëls (Noorderkempen).”

Het komt er voor jou als setter dus op aan om zo veel mogelijk variatie te brengen in het aanvalsspel?

“Inderdaad, het zal voor mij heel belangrijk zijn om rond hun midden te spelen. Maar veel zal natuurlijk afhangen van de kwaliteit van onze receptie. Als we die constant kunnen houden, dan kunnen wij onze aanvallende kwaliteiten naar voren proberen te brengen. Als we vanop elke positie kunnen dreigen, dan zijn we op ons sterkst.”

Eigenlijk wordt Wiesbaden jullie eerste echte test van dit seizoen?

“We hadden inderdaad veel gemakkelijkere tegenstanders kunnen treffen, maar het gaat wel een erg interessante wedstrijd worden op allerlei vlakken. Al is het maar dat we na de wedstrijd eindelijk kunnen inschatten waar wij nu staan als ploeg. Al ligt onze prioriteit zeker niet in Europa. Ons grote doel dit seizoen is in de finale staan van de Beker van België en de play-offs spelen in de competitie.”

In de beker staan jullie na de 0-3-zege bij Noorderkempen in elk geval in de halve finale. Al zit de loting daar, net zoals in Europa, ook niet echt mee en krijgen jullie topfavoriet Asterix voor de kiezen geschoven.

“Dan zullen we Asterix opzij moeten zetten. Dit seizoen is de Beker van België onze absolute prioriteit.”

Maar een Europese wedstrijd in een sfeervolle Tomabelhal, dat doet toch ook iets met een mens? Dat zal Matthijs zeker kunnen bevestigen.

“Het is gewoon erg leuke promo voor het vrouwenvolleybal in Roeselare en de directe omgeving. Het kan ons project alleen maar extra in de kijker zetten. Als ik terugblik op de wedstrijd tegen Sliedrecht, ons eerste echte debuut in de Tomabelhal, hou ik daar alleen maar fijne gevoelens aan over. Er was volk, er was sfeer en dat maakt dat de mensen spreken over het vrouwenvolleybal en beseffen dat dit ook leuk kan zijn.”

En nu ben je er eindelijk eens als speelster en niet als supporter van Matthijs en Knack.

“Dat is echt super! Ik ben erg blij dat ik die kans nog krijg om dit mee te maken. Wetende dat ik vorig seizoen met het idee speelde om ermee te stoppen… .”

Even terugkomend op jouw man: was je verrast toen Matthijs zijn wederoptreden maakte bij de Red Dragons tijdens het EK? En spreken jullie daar dan samen over?

“Door omstandigheden en de selectieproblemen op de hoek is het logisch dat er aan zijn mouw werd getrokken. Voor Matthijs is het trouwens nooit een kwestie van ambitie of wil geweest. Hij is iemand die steeds bereid is om er volop voor te gaan. Ondanks zijn enkelblessure heeft hij er ook alles aan gedaan om er op het EK te staan, ook al was hij niet 100% fit.”

Het was de afspraak dat hij na het EK terug zijn focus zou verleggen naar Roeselare. Zat je dan thuis niet met een gefrustreerde man tijdens het OKT?

“Nee, integendeel, hij was enorm fier op de gasten. Natuurlijk was hij er graag bij geweest… Hij is ook twee keer midden in de nacht opgestaan om de wedstrijden live te volgen.”

Gelukkig zorgt het volleybal in en rond de Tomabelhal in jullie gezin voor voldoende afleiding.

“Absoluut. Ik heb opnieuw enorm veel plezier in het spelletje. Meer nog, ik heb niet meer het gevoel, zoals vorig seizoen, dat ik ermee wil stoppen. We amuseren ons en dat is simpelweg het belangrijkste. Als je mij nu zou vragen of ik er nog een jaartje bij doe, dan zeg ik zeker ‘ja’. Al zijn we natuurlijk nog maar pas aan het seizoen begonnen.”

Jouw mogelijk volleybalpensioen hangt dus niet af van het al dan niet bereiken van de bekerfinale of de play-offs in de competitie?

“Zeker niet. We hebben een goede ploeg bij elkaar gekregen en het is een project waar ook in de toekomst zeker muziek in kan zitten.”

Dat zullen ze in Roeselare graag horen. Tot slot, welke boodschap zou je nog willen delen met de fans voor de wedstrijd tegen Wiesbaden?

“Dat ze allemaal naar de Tomabelhal moeten komen! We zullen ons stinkende best doen zodat we er ook in Duitsland nog een echte wedstrijd van kunnen maken. Om het realistisch te houden, zouden we toch minstens twee sets moeten winnen. Een droomscenario is natuurlijk 3-0.”

Heb je al een idee hoeveel volk er zou opdagen?

“Moeilijk te voorspellen, want ook tegen Sliedrecht werden er nog veel tickets aan de deur verkocht.”

Matthijs speelt met Knack pas donderdag tegen Aalst, dus zal hij waarschijnlijk wel van de partij zijn?

“Nu wij ook in de Tomabelhal spelen vlak voor of na de mannen, zal het dit seizoen zeker niet bij deze ene keer blijven. Ik heb dit seizoen in elk geval al meer wedstrijden van hem gezien dan vorig seizoen alles te samen, dus dat is toch ook al mooi meegenomen.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Bart Vandenbroucke/archief