Jan De Brandt: “Nooit zoiets meegemaakt als de Aziatische Spelen”

Het was een beetje een verrassing dat Jan De Brandt in de voorbije zomer niet opgenomen was in het coachesteam van de Yellow Tigers. Met zijn ervaring en schitterende resultaten in eigen land, bij de Turkse topploeg Fenerbahce, bij Bakoe (Azerbeidjan), in Hongarije met de nationale vrouwenploeg en bij het Zwitserse Volero Zürich is de 64-jarige Pajotter in het internationale  vrouwenvolley een meer dan gerespecteerde trainer-coach.

Maar toch zat de altijd even minzame Jan niet werkloos met zijn vingers te draaien: hij werd door het FIVB aangezocht om het volley in Nepal op een hoger niveau te brengen. Met een bronzen medaille op een internationaal toernooi in Katmandoe en een 11de plaats op 13 deelnemers op de Aziatische Spelen in China, kon de lof en het respect voor de Belgische trainer in Nepal niet op.

Hoe kwam je eigenlijk bij een volleydwerg als Nepal terecht?

Jan De Brandt: “Heel toevallig. Tijdens het WK in Nederland zat ik naar een wedstrijd Argentinië – Columbia te kijken en werd ik aangesproken door een Nepalese trainer en een Nederlandse coach. Die vroeg me of ik soms geen interesse had om de nationale vrouwenploeg van Nepal te trainen. In Nederland hadden ze dat land al eerder gesponsord met kleren, ballen, netten en dergelijke, maar door Corona was alles gestopt. Nu zochten ze een trainer die er zes maanden kon blijven. Ik heb even nagedacht en zag het wel zitten om daar zes maanden naartoe te trekken in twee periodes van drie maanden en zo is het gebeurd.”

Je wilde niet meer mee met de Yellow Tigers?

“Integendeel. Ik had van mei tot oktober 2022 meegewerkt aan het project ‘Yellow Tigers’ en we hebben die periode mooi afgesloten met een 9de plaats op het WK, een nooit behaalde prestatie van een Belgisch vrouwenteam. Ik heb er vijf maanden intensief een mooie en vruchtbare samenwerking gekend met Gert vande Broek en Kris Vansnick. En geloof  me vrij – ik ken het internationaal volley zeer goed – deze twee mannen zijn internationale topklasse.

Elke partij werd grondig voorbereid, uitgebreid geanalyseerd en nadien tot in alle details geëvalueerd. De speelsters kregen een optimale motivering mee voor elke wedstrijd en ik ben getuige geweest van een prima groepssfeer, waarbij hun ‘never give up’ mentaliteit echt wel gevreesd werd door vele toplanden. Ik vind dat dit ook eens gezegd mag worden, want het komt diep uit mijn hart. Gert en Kris hebben daar vijftien jaar voor gewroet, de Topsportschool gereorganiseerd op een moment dat het vrouwenvolley op sterven na dood was. Ze hebben hun speelsters een internationaal forum bezorgd, waar verschillende speelsters nog steeds van genieten. Ze kregen meer dan tien jaren mooie buitenlandse contracten: een verdienste in de eerste plaats van de speelsters, maar ook te danken aan de Yellow Tigers.

Dus nee, ik wilde ze niet in de steek laten, maar op dat moment had ik van de Belgische bond nog geen nieuw contract gekregen en een kans als deze in Nepal zou ik misschien nooit meer krijgen.”

Je kijkt er behoorlijk enthousiast op terug.

“Zeker. In mijn eerste periode deden we mee aan de zgn. Cava-Cup, een internationaal toernooi voor de minder sterke landen en we ontmoetten er b.v. Oezbekistan, Bangladesh, Mongolië, Indië en Kazachstan. Tot immense vreugde van het hele team haalden we daar in Katmandou een bronzen medaille.

Dat zorgde wel voor de nodige motivatie om enkele maanden later deel te nemen aan de Aziatische spelen in China.”

Je geraakt er niet over uitgepraat…

“Ik heb nu toch al veel meegemaakt op het internationale volleygebied, maar dit sloeg alles. Hangzhou is een futuristische stad met alle hoogstaande technische hoogstandjes, zoals een muur van 100 meter, waarop je alle moderne snufjes en beelden kon bekijken. De Spelen zelf moesten niet onderdoen voor de Olympische Spelen: 12.500 atleten, 5000 officials, meer dan 20.000 vrijwilligers. Midden in het atletendorp hadden ze een rivier aangelegd, waar je ’s avonds langs kon wandelen om tot rust te komen. Er was een restaurant met 6000 zitjes en om de twee minuten stopte er een automatisch voertuigje, dat je meenam naar het centrum, naar het stadion of naar het oefenterrein, waar dan weer 20 vrijwilligers al klaar stonden om je met handgeklap te ontvangen. Nooit zoiets meegemaakt.

Tegen Vietnam en Hong Kong speelden we een slechte partij, maar het ging beter tegen Indië, Korea en van Mongolië wonnen we zelfs, zodat we 11de eindigden op 13 deelnemers. Geen laatste plaats dus. China trad er met zijn sterkste team aan en won het toernooi in de finale tegen Japan. En dan volgde nog een ongelooflijke sluitingsceremonie. Nooit meegemaakt!”

We weten dat je een natuurliefhebber bent, maar over Nepal werd je lyrisch!

“Het land ligt daar een de rand van de Himalaya en de Everest. In Nepal alleen reeds liggen er acht bergen van meer dan 8000 meter hoogte! Ik neem hier nog een maand vakantie om wandelingen te maken op een hoogte van 4000 meter. Volgende week komen ook mijn zoon Koen en zijn echtgenote naar hier om tochten in de bergen te maken.

Qua natuur een prachtig land, waarin de Hindoe- en Boeddha-cultuur netjes naast mekaar leven. Het is anderzijds ook een erg armoedig land, waar de mensen ontzettend hard werken: van 6 uur ’s morgens tot 22 uur ’s avonds. Zeven dagen op zeven. Maar steeds lopen ze daar rond met die onverbeterlijke glimlach op hun gelaat. Tegen de toeristen zijn ze natuurlijk super-vriendelijk, want ze beseffen natuurlijk ook dat daar een bron van inkomsten ligt.”

Dan ga je er in de toekomst nog wel naartoe?

“Zes maanden zeker niet, maar misschien wel drie maanden. Ik denk eigenlijk dat ik er alles heb uitgehaald wat erin zat. Ik heb die mensen gezegd dat ze nu moesten verder doen met hun trainers, maar dat ik daar eventueel wel als een supervisor wilde optreden. Ik ben er wel super correct behandeld. Mijn loon werd door het FIVB (internationale volleybond) uitbetaald, zelfs één maand vooraf! Ook nog niet meegemaakt. Nepal moest mijn accommodatie, mijn eten en mijn transport betalen. Maar ook een ongelooflijk gastvrij volk. Voor elke training kreeg ik wel een snoepje of een appel in de hand gestopt. Grappig!”

Maar je sluit ook een terugkeer naar de Yellow Tigers niet uit?

“Zeker niet. Ik heb trouwens zelf Kris Vansnick in 2006 bij het nationaal team gehaald: een bevlogen, jonge trainer vol passie en gedrevenheid. Hij was ook voor Gert de beste assistent die hij zich kon indenken. Kris kan alles: training geven, analyseren en scouten… Niemand op deze wereldbol heeft zo’n groot volleynetwerk uitgebouwd en bezit zo’n kennis van het internationale volley. Iedereen die iets van topsport afweet, weet ook dat je bij de Yellow Tigers niet in een verticale structuur terecht komt van hoofdcoach, assistenten, scouters, medische hulp, manager, maar in een horizontale structuur, waarin iedereen zijn bijdrage levert. Wij haalden de beste resultaten met een team van hooguit 6-7 mensen, terwijl de meeste landen dat met een dubbele bezetting doen. Japan zelfs met 18 mensen!”

Geen slecht woord van jou over Gert vande Broek?

“Ik kan me niet uitspreken over het verleden met speelsters in de nationale ploeg. Wel heb ik hem een vijftal jaren (4 jaar Tongeren, 1 jaar Gent) als concurrent trainer-coach ontmoet. In die periode heb ik nooit een slecht woord van speelsters gehoord over Gert zijn aanpak bij Kieldrecht. In 2022 hebben we voor het eerst samen gewerkt en daar kan ik alleen positief over zijn. Ik heb hem ervaren als een grote deskundige, een fantastische speecher, oog hebbend voor elk detail van het spel en een direct ingrijpende caoch, in een periode die toch alles behalve gemakkelijk was voor hem. Ik zie het dus onmiddellijk zitten om mij de komende jaren ter beschikking te stellen van de Yellow Tigers.”

Hoe zie je het volley intussen evolueren in jouw andere lievelingsland Nepal?

“Qua niveau kan je ze vergelijken met een middenmoter uit onze hoogste vrouwenliga. Ze zitten er met enorme beperkingen: slechts één speelster van de nationale ploeg is groter dan 1m80, ze hebben een goede spelverdeelster en twee goede libero’s. Organisatorisch en tactisch zit het wel snor, ze zijn ontzettend gedisciplineerd en leergierig. Maar ze komen lengte en fysiek te kort.

Weet je dat er in heel Nepal geen enkele overdekte zaal bestaat. Er bestaan dus geen dagelijkse trainingen, detectie is haast onbestaand en er is een gebrek aan financiële middelen. Toch werd volley er uitgeroepen tot nationale sport en in het kleinste dorp zie je dus palen, waaraan een koord of in het beste geval een net gehangen wordt.

Het is er heel primitief. Weet je dat we gedurende zes maanden getraind hebben met welgeteld twintig (20 !) dezelfde ballen, zowel bij de mannen als de vrouwen. We hebben er ook bijna steeds getraind op een soort taraflex. Je kan denken hoe dat er allemaal uitzag na zes maanden! Ze hebben ook geen geld om oefenwedstrijden tegen andere landen te spelen. Je speelt dan al eens met jongens in de ploeg om toch tot een hoger niveau te komen, maar dat is natuurlijk de oplossing niet. Ze bezitten een supermentaliteit, maar je moet roeien met de riemen die je hebt!

Maar ik hou van de uitspraak van Morgan Freeman: “Rivers never go reverse. So try to live like a river. Forget your past and focus on your future. Always be positive!”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Jan De Brandt