Dominique Baeyens: “Red Dragons zorgen voor enorme ‘boost’ in Belgisch volley”

Nog de laatste wedstrijd winnen van het olympisch kwalificatietoernooi en de Red Dragons zorgen voor de stunt der stunten door zich zowaar rechtstreeks te plaatsen voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Wie had dat verwacht?

Aan superlatieven geen gebrek voor het team dat op één week tijd van de 24ste plaats op de wereldranglijst opschoof naar de 17de plaats en dàt met slechts één team als concurrent dat zich achter de Red Dragons bevond. Het is zelfs van Mexico 1968 geleden dat het Belgisch volley nog meedeed aan de Spelen. Pittig detail: in die ploeg speelde toen onze medewerker Fernand Walder, die nu zijn kleinzoon Kobe Verwimp bezig ziet om hetzelfde exploot te verwezenlijken.

En zeggen dat de Belgische mannenploeg op het recente EK pas eindigde op een 14de plaats. Hoe is die ommekeer te verklaren, vroegen we aan ex-bondscoach Dominique Baeyens, die de meeste spelers ook nog kent van bij Knack Roeselare en van de Topsportschool in Vilvoorde.

Zoals steeds kan Dominique bijzonder tevreden klinken, maar tegelijkertijd houdt hij nog de voetjes op de grond, want er moet vannacht nog een laatste wedstrijd gespeeld worden tegen Bulgarije. Het vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is…

Dominique Baeyens: “De Bulgaren hebben op dit toernooi niks meer te winnen of te verliezen. Wil dat zeggen dat ze heel ontspannen voor de dag komen? Misschien willen sommige invallers zich bij deze gelegenheid wel eens tonen? En hoe gaan de Red Dragons deze wedstrijd aanpakken, want nu is het echt alles of niets! Maar ik heb de indruk dat deze groep in een goede ‘mood’ verkeert en dat ze deze unieke kans niet zal laten liggen.”

Maar hoe leg je het verschil uit tussen hetgeen ze nu in China presteren en hun minder goede uitslagen op het recente EK, waarin ze ‘slechts’ 14de eindigden?

“We moeten dat realistisch toegeven: het EK was niet goed. Maar daar waren ook wel excuses voor: heel wat geblesseerden in de voorbereiding en zelfs tijdens het toernooi. Daardoor konden ze eigenlijk nooit hun basisniveau halen, moest b.v. Verhanneman inspringen en het was eigenlijk nooit een goed voorbereid team. Mijn grootste frustratie was wel dat ze niet genoeg echte middenmannen hadden en dat Van de Velde en Franssen moesten spelen op plaatsen die ze niet gewend waren.”

Met de komst van Pieter Coolman in China werd dat probleem opgelost?

“Ik zeg niet dat Pieter plots de beste middenman ter wereld is, maar met zijn komst kregen we tenminste een volwaardig middenblok. Dat hij daar zijn maatje D’Hulst terugvond , was meegenomen, want die twee kenden mekaar al door en door van bij Knack Roeselare en Pieter keek dan ook niet op als hij van Stijn plots een pass kreeg vanop drie, vier meter. Onze spelverdeler kreeg meteen ook de kans om meer te variëren, iets wat op het EK niet altijd mogelijk was.”

Lag daarin het grootste verschil en de reden van de actuele successen in China?

“De aanwezigheid van Pieter was zeker een versterking voor de ploeg. Het trio D’Hulst – Coolman – Deroo kende mekaar al van bij Roeselare of van andere confrontaties met de nationale ploegen. Maar na een niet zo sterk EK, acteerde Sam Deroo de voorbije week opnieuw op zijn sterk Russisch niveau en speelt hij hier een ongelooflijk sterk toernooi. Vergeet ook niet dat het voor een aantal spelers de laatste kans is om ooit aan te treden op de Olympische Spelen. En wie kan dat gezegd hebben?”

Maar ook de jongere generatie heeft zich goed ingepast op dit niveau.

Dat D’Hulst, Coolman, Deroo en noem er ook Desmet maar bij, mekaar al jaren kenden, is zeker een pluspunt. Maar waar ik bijzonder blij om ben, is het feit dat die jongeren hier volledig ontbolsterd zijn. Ik zeg al jaren dat er een bijzonder talentrijke generatie op komst is. Jongens als Desmet, Rotty, D’Heer, Reggers, Perin toonden hun talent. En zelfs Kobe Verwimp mocht regelmatig meespelen, hoewel hij rechtstreeks uit de Topsportschool kwam. Zulke dingen verheugen mij oprecht.

Maar iemand die ik zeker niet wil vergeten, is Jolan Cox, die zich heel goed voelt in zijn rol. Hij zorgt voor opslagdruk en brengt rust in de ploeg. Eigenlijk zijn er weinig zwakke punten in deze groep.”

De invloed van de staff?

“Moeilijk om dat vanop afstand te zien. Maar ik stel wel vast dat er met heel veel enthousiasme gespeeld wordt. Hier staat een echte ploeg op het terrein, die ineen het ‘momentum’ vond. Eigenaardig genoeg, maar het vertrouwen is steeds maar gegroeid na de nederlaag op de eerste speeldag tegen Polen. Zij hebben toen ervaren dat ze – ondanks een gemist matchpunt – ongeveer op hetzelfde niveau zaten als de Europese kampioen. Daarop volgden overwinningen tegen China en Nederland en ze waren vertrokken.

Al blijf ik het waanzin vinden dat al die ploegen zeven wedstrijden moeten spelen op negen dagen. Dat is gewoon een aanslag op het fysiek welbevinden van alle spelers, die hieraan deelnemen. Al voel je dat natuurlijk een pak minder eens je in de ‘winning mood’ zit.”

Toen ik de loting bekeek van de groepen die de Yellow Tigers en de Red Dragons kregen voorgeschoteld, vond ik dadelijk dat de mannen een relatief betere loting kregen. Niet?

“Daar moeten we inderdaad objectief over zijn. Zowel op het EK als op het OKT bij de vrouwen werden we geconfronteerd met zware lotingen. Dat de mannen daardoor een beetje geholpen werden? Ach, wie spreekt daar binnen enkele maanden nog over. Trouwens, ik vind dat ze gewoon een uitstekend toernooi spelen. Winst tegen Canada was niet zo evident, want ik vond dat echt wel een goede ploeg. Als je dat niveau kan aanhouden of zelfs ietsje minder, dan moet je ook kunnen winnen van Bulgarije vannacht.”

Conclusie?

“Het is als ploegsport helemaal niet gemakkelijk om je te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Als de Red Dragons dat toch presteren, zorgt dat voor een ongelooflijke ‘boost’ voor het Belgisch volley. Iets dat we toch konden gebruiken in deze, laat ons zeggen, toch wel bizarre tijden.” 😊

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: FIVB