Kaja Grobelna: “Ik wil nog graag een medaille halen”

Een beetje met spijt in het hart moest Kaja Grobelna (28) bondscoach Kris Vansnick melden dat ze nog niet klaar was om de Yellow Tigers op dit moment te steunen in hun olympische campagne in Tokio. Nadat vooral een schouderblessure wat tijd vergde om helemaal hersteld te geraken, zat ze eigenlijk ook nog in volle voorbereidingsperiode om aan een nieuw seizoen te beginnen bij haar Italiaanse club Chieri. En dan al zeven wedstrijden op negen dagen spelen op een internationaal hoog niveau, dat zat er voor de Kapellense nog niet in.

De resultaten volgen van vroegere ploeggenoten bij de Yellow Tigers doet ze wel, maar intussen geniet ze ook met volle teugen van wandelingen met haar ‘golden retriever’. “Ook een goede oefening, want Simba weegt liefst 45 kilogram, maar hij is zo grappig,” ontfermt Kaja zich over haar geliefkoosde hond.

Intussen is Kaja Grobelna bezig aan haar vijfde seizoen op rij bij de Italiaanse topclub Reale Mutua Fenera Chieri ‘76. Is ze een uitzondering?

Kaja Grobelna: “Ja, zo kan je het misschien wel stellen. Niet zo veel buitenlandse speelsters blijven vijf jaar bij dezelfde club. Nochtans werk ik steeds maar met contracten voor één seizoen. Maar ik voel me hier goed, waarom zou ik dan veranderen en met de club gaat het elk jaar een beetje beter. Wij zetten echt stappen vooruit. Vorig seizoen eindigden wij op de vierde plaats in een toch wel hoogstaande competitie en wonnen we ook de Europese Challenge Cup. Redelijk gemakkelijk zelfs.”

Je bent er ook voor het tweede opeenvolgende jaar uitverkozen tot aanvoerster van de ploeg. Een bijkomende druk?

“Dat nu ook weer niet. Maar ik vind het natuurlijk wel een hele eer. Drie jaar geleden was ik vice-kapitein en sinds vorig seizoen aanvoerster. Met Ilaria Spirito krijg ik een nieuwe vice-kapitein naast mij. Dat klikt wel. Mijn voornaamste taak – naast het spelen natuurlijk – bestaat erin om de sfeer zo goed mogelijk te maken in de ploeg en zeker de nieuwkomers op hun gemak te stellen en ze helpen om zo snel mogelijk geïntegreerd te geraken in de groep, zowel op als naast het terrein. Ik neem dus wel wat meer verantwoordelijkheid, ik help ze bij de keuze van b.v. de nieuwe shirts e.d.m. als dat nodig blijkt. Ze aangeven wat de gebruiken zijn binnen de club en ze daarin ook steunen.”

Zijn er veel nieuwkomers bij Chieri dit seizoen?

“Wij hebben redelijk lang met dezelfde groep gespeeld, die mekaar mettertijd steeds beter kende, met goede resultaten tot gevolg. Dit seizoen kwamen er toch nogal wat wijzigingen. Van de vorige groep bleven er vijf speelsters over, bij wie drie basisspeelsters. Het zal dus een beetje tijd vergen om opnieuw op mekaar ingespeeld te geraken. Gelukkig bleven wel de twee uitstekende spelverdeelsters over, die het ritme bepalen. We hebben de nieuwkomers intussen aan het werk gezien en individueel zijn dat allemaal goede speelsters, maar het is een beetje afwachten of ze ook in het team passen. Maar ik zie het in onze voorbereidingscampagne elke week beter worden. We beschikken nu over drie, vier goede hoekspeelsters en enkelen die ook al internationaal hun waarde toonden. Dat belooft!”

Wat zijn de ambities bij Chieri? Is het mogelijk om nog beter te presteren na een toch wel ‘straf’ seizoen?

“Voor verschillende Italiaanse ploegen is de organisatie van het OKT (olympisch kwalificatietoernooi) een ernstige handicap, omdat er soms een half team ontbreekt op de clubtraining. Met dat probleem sukkelen wij gelukkig niet, omdat onze spelverdeelsters van bij het begin bleven meetrainen, zodat iedereen zich nagenoeg kon integreren in de ploeg. Want op 8 oktober begint hier de competitie, amper twee weken na het beëindigen van het OKT. We moeten intussen ook afwachten hoe sterk de concurrentie zich aandient, want bij b.v. Il Bisonti Firenze (de ploeg waarin vorig seizoen Britt Herbots en Celine Van Gestel speelden) bleef er slechts één speelster over…”

Jullie starten dit seizoen met een nieuw project…

“Klopt. Ze beseffen bij de club wel welke vooruitgang we boekten in de laatste vier jaren met een topseizoen als bekroning in 2022-23. Het vorige project werd daarmee afgesloten en we beginnen aan een nieuwe periode met als bedoeling een vaste waarde te blijven bij de top-4, top-5 van Italië. Het is echter nog te vroeg om momenteel een juiste inschatting te maken. We kijken er ook naar uit hoe ver we Europees kunnen geraken, want dit seizoen doen we wel mee in de CEV Cup, toch nog een stapje hoger dan de Challenge Cup.”

Alvorens we naar de Yellow Tigers kijken, even een tussenvraagje: hoe gaat het met jouw broer Igor?

“Op een jaar tijd zien we mekaar vrij weinig, maar tijdens een vakantieperiode in Polen hebben we toch weer even kunnen bijpraten. Hij was vorig seizoen goed begonnen bij Warschau, maar toen gooide een blessure roet in het eten. Hij kwam nog wel terug, maar intussen was hij zijn basisplaats in de ploeg kwijt geraakt. Momenteel tracht hij op training te bewijzen dat hij die plaats wel degelijk verdient. Hij had nog een contract en dus blijft hij in de komende competitie bij Warschau.”

Met ook nog een hart voor jouw geboorteland Polen, heb je ongetwijfeld de prestaties gevolgd van de Poolse ploegen op de recente EK’s.

“Absoluut. Onwaarschijnlijke mannenploeg. Maar ik denk wel dat de Polen hun beste wedstrijd van het toernooi speelden tijdens de finale tegen Italië.”

Ook de Yellow Tigers een beetje gevolgd?

“Natuurlijk. Niet alles, omdat we hier in volle voorbereidingsperiode zaten. Maar ik vond het wel heel jammer dat ze tegen Oekraïne verloren, want mits winst had het toernooi helemaal anders kunnen verlopen. Want iedereen wilde wel de latere winnaar Turkije ontwijken en ondanks een knappe prestatie tegen de Turkse vrouwen, bleef het jammer genoeg bij een uitschakeling.”

Klopt het dat bondscoach Kris Vansnick met jou gebeld heeft met de vraag of je mee kon naar het OKT in Tokio?

“Hij houdt trouwens ook doorheen het seizoen wel contact met mij. Maar deze keer informeerde hij echt wel hoe het met mij was en of ik speelklaar was om de Yellow Tigers bij te staan in Tokio. Het was een heel open gesprek. Ik waardeer dat enorm. Ik heb er dan ook even over nagedacht, maar uiteindelijk moest ik negatief antwoorden op zijn verzoek. Ik blijf echter zeker nog supporteren voor hen. Jammer dat Britt Herbots ook niet mee kon.”

Waarom moest je een negatief antwoord geven?

“Ik had het voorbije seizoen beëindigd met schouderproblemen. Daar moest ik na een rustperiode – ik was amper twee weken in België tijdens de voorbije zomer – opnieuw aan werken. Niet alleen revalideren aan de schouder, maar ook opnieuw spieropbouw. Dat gebeurde hoofdzakelijk tijdens de voorbereidingsperiode in Chieri. Ik had meer dan twee maanden geen wedstrijden meer gespeeld en dus vond ik het onverantwoord om al dadelijk mee te doen aan een reeks wedstrijden op internationaal hoog niveau.”

Maar de deur naar de nationale vrouwenploeg is niet dadelijk helemaal gesloten voor jou?

“Zeker niet. Ik weet dat de Yellow Tigers volgend jaar ook mikken op winst in de European League om zo toch nog een ultieme kans te maken om via de FIVB-ranking ultiem deel te kunnen nemen aan de Olympische Spelen. Maar dat is nog wel heel ver weg. Het hangt ervan af hoe ik me tegen dan voel. Zeker als opposite krijg je wel eens af te rekenen met kleine blessures, zoals onlangs dus aan de schouder. Het is dus nog afwachten hoe het komende seizoen verloopt. Veel te vroeg om daarover al uitspraken te doen.

Misschien kunnen de Belgische speelsters tijdens de laatste drie wedstrijden op het OKT in Tokio nog wel stunten en onverwachte punten meenemen. Ik acht de kans misschien wel het grootste tegen Brazilië. Altijd al een tegenstander geweest, die ons redelijk goed lag. Maar wel een topland natuurlijk.”

Intussen behoren de schouderproblemen wel tot het verleden?

“Hout vasthouden. Maar in de recente voorbereidingstoernooien verliep alles prima. De tegenstanders worden ook elke week iets zwaarder. Dit weekend nemen we deel aan een toernooi met o.a. Mulhouse en Stuttgart. Weet je, hier in Chieri kijken ze al gespannen uit naar onze eerste competitiewedstrijd. Wij ontvangen dan in eigen zaal de topploeg uit Novara. De supporters praten bijna over niks anders dan over deze ‘clash’.”

Wat zijn jouw ambities nog op korte of iets langere termijn?

“Tja. Ik ben 28 jaar, ik word dus al een dagje ouder (lacht). Maar ik zou toch nog graag een medaille toevoegen aan mijn carrière. Afwachten wat het b.v. wordt in de CEV Cup, want daarin haalde ik al een medaille met Busto Arsizio.

Waar ik wel van droom, dat is om ooit eens mee te kunnen doen met een ploeg die Champions League speelt. Of misschien moet ik eens uitkijken naar wedstrijden in andere culturen. Maar eigenlijk had ik nooit verwacht dat ik zo lang zou kunnen blijven meedoen in een Italiaanse competitie en op zo’n hoog niveau. Daarom: zo lang ik dit blijf aan kunnen, denk ik in Italië te blijven volleyen. Ik ken het hier en ik voel me hier thuis.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Chieri en archief