Silke Van Avermaet: polyvalente tijger

Er bestaan heel wat soorten tijgers. De Bengaalse, de Siberische, de Chinese en men kan zelfs nog een paar overgebleven tijgers in Sumatra en Maleisië vinden. Maar uiteraard zijn in onze streken de Yellow Tigers het meest bekend. Belgische vrouwen die met hun kenmerkende inzet volleyballen. Klaar om hun prooi – de tegenstander – te verslaan. Katachtig, met gebundelde kracht, .

Silke Van Avermaet is een schoolvoorbeeld van zo’n tijgermentaliteit. Scoren vanuit alle hoeken, flitsend, liefst zo snel mogelijk. Aanvalsters afstoppen, nog zo’n specialiteit van de speelster uit Baasrode in de buurt van Dendermonde. ‘You shall not pass’.

De 24-jarige volleybalster is – na een jarenlange opleiding in de topsportschool en bij Asterix Avo – sinds 2021 middenspeelster bij Volley Mulhouse Alsace. Tweemaal moest ze met haar Franse club de kampioenen van ‘Volero Le Cannet’ laten voorgaan in de ‘Ligue A Féminine’. Zelfs met haar 1.92 meter groeide ze in de Franse stad als volleybalster en als persoon. Bij de Yellow Tigers etaleert ze haar veelzijdigheid en haar onvoorwaardelijke inzet voor het team. Een polyvalente combinatie van opposite en middenspeelster. Dankbare alternatieven voor coach Vansnick.

Hoe kijk je terug op het EK?

Silke Van Avermaet: Eigenlijk met een dubbel gevoel. Die match tegen Oekraïne blijft toch wel een beetje hangen. Maar anderzijds zijn we wel als team gegroeid. We hebben nogmaals getoond wie de ‘tijgers’ zijn. Uitgeschakeld worden door de latere Europese kampioenen is geen schande. We hebben het hen zelfs moeilijk gemaakt. Bovendien zijn we als ploeg tijdens dit EK in de breedte versterkt en hebben we onze mogelijkheden vergroot.

Ik denk dat het een zeer geslaagd EK was. Met vier sterke ploegen die geen enkele wedstrijd verloren hadden tot aan de halve finales. Met zo’n ongeslagen status verdien je om zo ver te geraken. Het was trouwens een magistrale finale, één langgerekte reclamespot voor het vrouwenvolleybal. En er was een enorme belangstelling, zalig die overvolle tribunes.”

Je bent na een zeer korte tussenpauze meteen afgereisd naar het olympisch kwalificatietoernooi in Japan. Zo’n drukke volleybalzomer, jarenlang na elkaar, hoe verwerk je dat?

“Het stopt inderdaad niet. Dit is nu ons derde toernooi deze zomer. Dan is het begrijpelijk dat Britt Herbots de gevolgen ondervindt. Zij draagt toch meestal het gewicht van de wedstrijd op haar schouders. In Tokio staan er op negen dagen tijd alweer zeven wedstrijden op het programma. Daarom is het goed dat we – binnen onze selectie – meer mogelijkheden hebben gevonden om de inspanningen te verdelen.

Ik ga geen uitspraken doen over Britt. Ik weet wel dat alles heel goed besproken en opgevolgd wordt door onze trainers, de medische staff en de speelster zelf. Het moet verantwoord blijven”.

Je zit nu met het Belgisch team alweer in het buitenland. Die internationale overstap – ook in clubverband – heb je blijkbaar vlot verteerd.

“Ik zit al van mijn 14 jaar op internaat. De stap naar zelfstandigheid heb ik dus al vroeger gezet. In Mulhouse – eigenlijk is Frankrijk een buurland, dat is niet zo’n grote afstand – verblijf ik in een leuk appartement. De Elzas is een heel mooie streek. Ik woon in een prachtige regio. Ik heb reeds heel wat van de Franse cultuur opgestoken.

Mijn mama komt me regelmatig opzoeken. Dat is erg tof, dan is van heimwee weinig sprake. Maar mijn twee ‘metekindjes’ – Emiel en Amélie – die mis ik hard. Dat is het moeilijkste deel van mijn avontuur in het buitenland. Maar op 6 januari spelen we met Mulhouse in Lille. Misschien ligt daar een kans om Belgische familie en vrienden te ontmoeten, dat is helemaal niet ver.

En ik mag zeggen dat ik er ondertussen een hele boel vriendinnen heb bijgekregen. Daardoor is de overgang heel aangenaam verlopen. Speelsters van mijn team, die vanuit een Kameroense of Amerikaanse cultuur komen, zorgen voor veel variatie en een brede diversiteit. Die kennismaking, soms ook de confrontatie met al die andere levensstijlen, dat is een echte verrijking.”

En dan nu dat OKT, een uitzichtloze opdracht om toch naar de zomerspelen van Parijs te gaan?

“Er is nog altijd het verhaal van de wereldranking. Er bestaat via het puntensysteem een kans om op die manier naar de Olympische Spelen te gaan. Akkoord, het is geen evidentie met 12 toplanden. Het blijft een zware toernooiformule. Het blijft een moeilijke opdracht. Het is waarschijnlijk niet realistisch om van de daken te schreeuwen dat we in 2024 naar Parijs gaan. Maar in het aantal punten dat we kunnen verdienen, daar geloven we wel in. We zijn tijgers, hé!”

De Yellow Tigers zijn trendsetters in het internationaal volleybal. Een dubbele ‘shoot’ voor en achter de setter, om ruimte te maken voor de ‘pipe-aanval’, bijvoorbeeld. Die aanvallen – op de korte steekpas voor en achter – beheers je allebei.

“Dat is een evolutie in het vrouwenvolleybal. Die ‘fly-attack’ of die ‘omloopaanval’ hebben we erin gestoken omdat er op een bepaald moment geen echte typische hoofdaanvalster was. Met onze kleinere kern moesten we inventiever zijn. Duitsland heeft ook op het EK zaken uitgeprobeerd met drie middenspeelsters. Uit noodzaak, weliswaar, want ze hadden af te rekenen met blessures.

Pauline Martin heeft deze zomer een flinke progressie gemaakt. Zij kan als opposite – zeker aanvallend met haar linkerarm – iets extra brengen. We weten niet wat de oplossing zal zijn in Japan. We zijn echte ploegspeelsters. Het team staat boven het individu. Wij doen alles om de beste oplossing te zijn voor de ploeg. Dat kan tegen elke tegenstander of in alle verschillende omstandigheden anders zijn. We zijn er alle twee van overtuigd. De coaches nemen daarbij steeds de meest correcte beslissingen.”

Ook die dubbele taak voor elke speelster is iets waarin het Belgisch team een pioniersrol vervulde. Jij van middenspeelster naar opposite. Britt Herbots was vroeger hoofdaanvalster en doet het nu geweldig als hoekspeelster. Ook Karakurt van Turkije deed hetzelfde.

“Ik denk dat dit allemaal gegroeid is door de omstandigheden. Karakurt bijvoorbeeld moest ruimte maken voor een wereldtopper zoals Vargas. We hebben Turkije toch maar mooi kunnen verrassen. Want zij waren helemaal voorbereid op een confrontatie met het Belgisch team waarin Britt Herbots een hoofdrol zou spelen. Ze hebben alles uit de kast moeten halen om een tiebreak te vermijden. Onze polyvalentie werd bijna beloond.”

Een andere ontwikkeling in het hedendaags volleybal zijn de trainers die switchen van team. Coach Guidetti van Turkije naar Servië, Felix Koslowski van Duitsland naar Nederland en uiteraard de nieuwe assistent-trainers bij de Yellow Tigers die vanuit Duitsland en Turkije komen.

“Dat is een trend die al langer bestaat. Onze nieuwe assistenten hebben een verfrissende inbreng in ons team. Die extra visie is heel interessant. Hun integratie is heel vlot verlopen. Er was vanaf de eerste kennismaking respect vanuit beide kanten.

En uiteraard is – voor ons als speelsters – elk extra aandachtspunt mooi meegenomen. De tips voor de blokkering die ik reeds mocht ontvangen zijn een echte meerwaarde. Onze Duitse assistent Paul Sens kon nuttige details geven over speelsters waarmee hij al gewerkt had. En Alper Hamurcu kende alle aanvalsopties van de Turkse ploeg. Die internationale kennis van die mannen is heel verrijkend.”

Hoe ervaren jullie al die ‘challenges’, vooral op het einde van de set, wanneer elke coach de onderbreking als extra time-out wil gebruiken.

“Wij zitten op dat moment vol adrenaline, voor ons is dat niet storend. Ik kan me wel voorstellen dat de vele challenges irritant kunnen overkomen bij het publiek. Wij zien dat echt nog steeds als een meerwaarde. Omdat het meestal over de beslissende fase van een wedstrijd gaat. Kijk maar naar de tiebreak in de finale tussen Turkije en Servië. Een bal die via de netrand toch eventjes tegen de arm aanbotste tijdens een belangrijk moment van de vijfde set.

Het kan wel vervelend zijn als een challenge niet correct wordt beoordeeld. Een vinger die wel beweegt in het blok en toch niet wordt opgemerkt. Of een netfout met een T-shirt – dan denk ik alweer aan de finale van het EK – dat de scheidsrechter niet opgemerkt had. Het ‘zaagvolleybal’ wordt vermeden en dat is voor ons een opluchting. Geen gezaag en geen gemekker meer. Wachten op de beelden, het is een deel van het spel geworden. Wij kunnen dit netjes kaderen. Goddank kunnen we dat de juiste plaats geven in het volleybal.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: CEV, Jan Vanmedegael