“De wedstrijd van de Red Dragons tegen Polen was een weerspiegeling van ons EK”

Een aartsmoeilijke loting, een blijvende reeks vraagtekens door blessures, een onthoofd midden, een gemiste kans tegen Duitsland en te veel ups en downs. Maar ook een gewonnen set tegen de nummer één van de wereld en een pak ervaring voor de prille twintigers uit de selectie van bondscoach Emanuele Zanini. Het is duidelijk dat de Red Dragons met gemengde gevoelens mogen terugblikken op hun EK in Italië. Zat er meer in dan de uitschakeling in de 1/8ste finales tegen Polen? Natuurlijk. Moeten de Dragons dan weer alles overboord gooien? Zeker niet. Dat er opnieuw een goede basis staat om mee verder te werken, werd in elk geval bewezen en is toch wel een geruststelling. Maar voorlopig blijft er toch nog steeds dat verhaal van nét niet…

Voor een terugblik op het tweede belangrijkste toernooi van deze zomer – er volgt straks nog een olympisch kwalificatietoernooi, weet u wel – kozen we niet toevallig Ferre Reggers en Emanuele Zanini uit. De bondscoach aan de tand voelen, dat spreekt voor zich. Maar dat we de nog altijd maar 20-jarige hoofdaanvaller opvoeren, zegt eigenlijk genoeg over de status die Reggers ondertussen verworven heeft. Hij bevestigde namelijk met verve op het hoogste strijdtoneel in Europa.

Bovendien loopt de Pellenbergenaar steeds vaker in de schijnwerpers. Aanvallend meer dan eens het lichtpunt, maar daarom ook misschien net iets te veel gesolliciteerd. De 27 punten tegen Estland onderstrepen zijn topniveau en gingen de wereld rond, maar de dag nadien was het opnieuw zoeken tegen Zwitserland. Ook dat is voorlopig nog Reggers: een garantie voor pieken, maar ook nog altijd op dalen. Naar analogie eigenlijk met de ganse ploeg. Beter tegen Servië dan tegen Italië en twee sets top tegen Duitsland, maar het dan niet kunnen afmaken. Twee sets gebukt onder de druk van vice-wereldkampioen Polen om dan eindelijk een vuist te maken, maar net te kort komen om een vijfde set uit de brand te slepen.

We zijn amper twee uurtjes na de 3-1-nederlaag tegen Polen. Met welk gevoel zat jij daarnet op de bus richting het hotel in Bari?

Ferre Reggers: “Een dubbel gevoel, zoals de meeste ploegmaats. We wisten dat het moeilijk ging worden tegen de nummer één van de wereld, maar we hebben het echt wel goed gedaan. We moeten gewoon opletten met onze typische dipjes. Eén foute bal worden er al snel vier of vijf en tegen Polen betaal je zoiets cash. Toch vind ik dat we het goed hebben gedaan, want technisch gezien is Polen de beste ploeg ter wereld.”

Waren jullie dan te veel onder de indruk tijdens het wedstrijdbegin?

“Dat zou ik niet zeggen. Iedereen verwachtte natuurlijk veel van deze wedstrijd, zoals in de openingswedstrijd tegen Italië. Dat zijn ploegen die gewoon beter zijn dan wij, dat liet Polen ook zien tijdens de eerste twee sets.”

Wat opviel: tijdens set één en twee was er veel animo bij de Polen en zag je Kaczmarek en Sliwka lachen alsof ze een oefenpartijtje aan het spelen waren. Vanaf set drie stonden de gezichten van deze twee toppers wel op onweer. Dat betekent wel iets?

“We hebben dat ook tegen elkaar gezegd en dat gaf ons extra energie. Dat we na de 2-0 Polen nog onder druk konden zetten, chapeau voor de ploeg. Maar ook individueel waren we vanaf set drie echt goed. Martin Perin heeft een dijk van een wedstrijd gespeeld. Sam Deroo was receptioneel sterk en ook Mathijs Desmet heeft goed standgehouden.”

Schrokken jullie zelf ook dat Wilfredo Leon, de genaturaliseerde Cubaan, en één van de beste aanvallers ter wereld bijna een hele wedstrijd op de bank heeft gezeten?

“Eigenlijk niet. Leon is aanvallend van een buitenaards niveau, maar receptioneel een pak minder. Wij zijn dan weer sterk in het viseren van een speler met onze float services en dat zijn ze in Italië, waar Leon speelt, niet gewoon. Je zag dat trouwens ook al op het toernooi dat hij daar moeilijkheden mee heeft. Naar mijn mening wilde de Poolse coach dus gewoon het zekere voor het onzekere nemen en hem uit bescherming op de bank houden.”

Als dat echt de bedoeling was van Nicola Grbic, dan is dat voor de Dragons wel een mooi compliment?

“En toch zijn we teleurgesteld, omdat er toch kansjes lagen om bijvoorbeeld een vijfde set uit de brand te slepen. Maar wat we vooral moeten onthouden, is dat we die kansen zelf hebben afgedwongen. Hetzelfde geldt voor de wedstrijd tegen Duitsland, want die wedstrijd pikt zeker nog. Winnen we, dan spelen we tegen Nederland en dan wordt het een heel  ander verhaal, want ik ben er zeker van dat we beter zijn. Dat bewezen we trouwens in onze laatste oefenwedstrijd toen we wonnen van hen met 3-1 terwijl beide ploegen er vol voor gingen.”

Wat is nu jouw conclusie na dit EK, waarin jullie als veertiende eindigen?

“De wedstrijd tegen Polen was een weerspiegeling van ons toernooi. We mogen niet vergeten dat we tegen een pak toplanden hebben gespeeld. We hadden een bijzonder moeilijk traject, maar we waren ook niet sterk genoeg om het af te maken.”

En je hebt opnieuw naam gemaakt, denkend aan die fantastische 27 punten tegen Estland.

“We hebben mooi volleybal laten zien en dat belooft voor de toekomst. Die klapper tegen Estland was voor mij persoonlijk natuurlijk heel mooi, maar toch vind ik dat ik met veel ups en downs heb gespeeld. Ik ben nog jong en sta nog maar aan het begin van mijn carrière, dus dat hoort erbij, maar ik moet hier wel mee leren omgaan. Ik heb wel het gevoel dat als ik top ben, ik zeker mee kan met het Europees volleybal. Mijn conditie is trouwens nog steeds in orde en ik voel dat ik veel heb geleerd op mentaal, tactisch en fysiek vlak.”

Jij wil dus liefst nog even doorgaan?

“Nee, een paar dagen rust zou wel welkom zijn. Iedereen is fysiek en mentaal even op. Vooral de verplaatsingen tijdens het EK waren vermoeiend, zoals de busreis van zes uur tussen Ancona en Bari.”

Hoeveel dagen rust krijgen jullie nu vooraleer de voorbereiding voor het OKT begint?

“Geen idee, de coach moet dit nog vertellen.” (de briefing van Zanini gebeurde de ochtend na ons gesprek)

Mister Zanini, we vermoeden dat uw jongens nu toch even platte rust krijgen?

Emanuele Zanini: “Niet helemaal. Elke speler krijgt een paar dagen rust en nadien moeten ze een individueel programma afwerken, maar ze mogen wel thuis blijven tot volgende week maandag. Dan beginnen we opnieuw aan onze voorbereiding voor het OKT.”

Hoe blikt u terug op het EK, eveneens met gemengde gevoelens zoals de spelers?

“Natuurlijk zijn we niet tevreden over sommige resultaten, waaronder de nederlaag tegen Polen, maar we zijn zeker wel tevreden over de prestatie. We zijn er uiteindelijk toch in geslaagd om ons de hele wedstrijd staande te houden tegen de nummer één van de wereld. Niet vergeten dat zij met 2-0 voor stonden. Het is een ongelooflijke prestatie dat we ons terug in de wedstrijd hebben geknokt. Ik ben fier op mijn spelers, want ze hebben de wedstrijd goed gelezen.

Ik wil ook opmerken dat onze poule veruit de sterkste was van het hele EK. Daarbij openden we ook nog eens tegen twee toppers als Italië en Servië. Dat kan gevolgen hebben voor de sfeer binnen de ploeg, maar we hebben steeds controle gehouden over de situatie en we wonnen ook de belangrijkste wedstrijd tegen Estland. Die agressiviteit die er tegen Estland was, konden we niet meteen doorzetten tegen Zwitserland, maar dan zijn er andere spelers opgestaan. Ook onze bank is een meerwaarde gebleken en dat is erg waardevol in volleybal.”

En toch blijven ook wij met een knagend gevoel achter. Het was net iets te veel nét niet, toch?

“We missen gewoon ervaring. Ok, we hebben spelers zoals Sam Deroo, Stijn D’Hulst, Jolan Cox en Jelle Ribbens, maar dan valt er een gat van ongeveer acht jaar en heb je spelers als Mathijs Desmet, Martin Perin en Ferre Reggers. Ik moet de berekening zelf nog eens maken, maar als je kijkt naar de gemiddelde leeftijd van onze basisploeg en die vergelijkt met landen als Polen, Servië en Duitsland, dan weet je het wel.”

Welke waren voor u de sleutelmomenten van het toernooi?

“De eerste set tegen Servië, want we staan heel lang voor (tot 20-22) en dan kraken we. Maar ook in de tiebreak tegen Duitsland waar we bij 10-8 een kloofje van twee punten hebben. Ik onthoud dat we ook in moeilijke situaties de sleutel van de wedstrijd in handen hadden. Als je tegen Polen in set twee een 5-0 achterstand kan terugbrengen naar 6-4, dat is top. Dit zijn ook zaken waar we ons aan moeten optrekken, vooral omdat wij nog niet de klasbakken hebben zoals er bij Polen rondlopen. We hebben geen legendes, maar doen het wel met een jonge ploeg.”

Even naar de statistieken en ook dit is bemoedigend: jullie scoren vaker op side out dan Polen (43 punten tegenover 35) en scoren aan een hoger percentage na een negatieve receptie (36% tegenover 30%).

“Dat is ok, maar ons grootste probleem was scoren vanuit de transitie. We schoten op dat vlak te kort tijdens set één en twee en daar moeten we aan werken.

Maar we kunnen ook niet blind zijn voor het aantal blokpunten: Polen overklast de Belgen met 18 tegen 6.

“Dit is gewoon de realiteit. Bij Polen lopen er vier à vijf middenmannen rond van wereldklasse terwijl wij daar met Wout D’Heer en Elias Thys twee jonge kerels tegenover hebben staan die afgelopen seizoen ook nog eens weinig hebben gespeeld.”

Het bleef elke wedstrijd opnieuw zoeken naar een constante in het midden?

“Het was niet evident om bepaalde keuzes te maken. Daarom heb ik ook geprobeerd om met enkele hoekspelers voor afwisseling te zorgen, maar zij missen dan weer die automatismen van typische middenspelers. Ook Stijn D’Hulst kan je dan amper iets kwalijk nemen, want die connectie is er op dat vlak nog niet.”

En ondertussen zien we dat Lennert Van Elsen met Roeselare aan zijn rentree is begonnen en in een oefenwedstrijd tegen Aalst op het terrein stond. U zei onlangs nog dat het niet opportuun was om hem mee te nemen naar het EK, maar zal hij wel tot de selectie behoren voor het OKT?

“Hij staat op de lijst van de uitgebreide selectie, maar mijn definitieve keuze zal ik pas in de loop van deze week bekend maken.”

We willen ook nog even terugkomen op Seppe Rotty. Tijdens ons laatste gesprek zei u dat hij op de bank bleef wegens technische redenen. Zou u dit toch even kunnen toelichten?

“Kijk, volleybal is continu naar de juiste balans zoeken en soms moeten er keuzes gemaakt worden. Seppe had afgelopen seizoen bovendien weinig speelminuten verzameld, zowel bij zijn club als bij de Dragons. Tegen Italië vond ik trouwens dat hij het slachtoffer was van zijn eigen emoties. Pas op, ik bevestig zeker zijn talent en hij is enorm sterk, maar hij moet nog groeien op veel vlakken. Ik heb hier met hem over gesproken dus hij weet wat hem te doen staat. Hij moet verbeteren op het vlak van efficiëntie, receptie, verdediging en variatie in de aanval.”

En wat met Matthijs Verhanneman? Waarom bracht u hem tegen Polen bijvoorbeeld niet vroeger in? Tegen Zwitserland speelde hij toch een ganse wedstrijd?

“Mathijs is een groot man, daar bestaat geen twijfel over. Maar na Zwitserland moest hij toch recupereren, dus dat betekent dat hij fysiek nog niet top is. Ik herhaal dit graag nog eens: Matthijs is een voorbeeld voor onze jonge spelers en ademt de mentaliteit uit waar de Red Dragons voor moeten staan.”

Met welke boodschap heb je de spelers enkele dagen vrij gegeven?

“We zijn maandagochtend in verschillende groepjes vertrokken, omdat het niet anders kon. We hadden namelijk nog geen vliegtuigtickets gereserveerd. Maar goed, ik heb hen verteld dat ze trots moeten zijn op de manier waarop ze ’tête à tête’ tegenover de nummer één van de wereld hebben gestaan. Het komt er nu vooral op aan om even te herbronnen. Wanneer we op 27 september naar China vliegen, moet dat met de gedachte zijn dat we het Polen moeilijk hebben gemaakt, maar dat ons niveau ook nog omhoog moet.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: CEV en archief