Emanuele Zanini: “Ondervonden hoe het is om te presteren op topniveau”

We hadden er met z’n allen misschien net iets meer van verwacht, maar het is en blijft een ploeg van topklasse. Wereld- en Europees kampioen Italië was te sterk voor onze Red Dragons in de openingswedstrijd van het EK. De 3-0-nederlaag in Bologna was een eerlijke vertaling van de waardeverhoudingen tussen de twee ploegen. Langs de ene kant een uitgekookt arsenaal aan wereldtoppers zowel op mentaal, fysiek en technisch vlak met aan de andere kant een ploeg met potentieel, maar ook hier en daar nog een ontbrekende schakel. Ook bondscoach Emanuele Zanini wist dat de kans groot was dat dit ging gebeuren, maar had toch op iets meer weerstand gehoopt. Toch rechtte de streng ogende, maar uiterst benaderbare Italiaan daags na de nederlaag al zijn rug. Hopelijk volgen de Dragons tegen Servië en de resterende groepswedstrijden zijn voorbeeld.

Zanini is een man van zijn woord. Wanneer we de bondscoach enkele dagen voor de start van dit Europees kampioenschap polsen of er na de opener tijd is voor een uitgebreide analyse, bevestigt hij meteen. “Stuur me voor de zekerheid nog eens een berichtje na de wedstrijd”, klonk het nog. De ochtend na de zware pil tegen de Azzurri staat de maestro ons zoals afgesproken te woord. Toegegeven, dat gebeurde niet in ideale omstandigheden, want ons gesprek vond plaats tijdens de busreis tussen Bologna en Perugia.. Zanini verliest er zijn kalmte niet door, ook al werd hij maandagavond voor een kleine 10.000 jolende Italiaanse fans weleens met de neus op de feiten gedrukt.

Deze Red Dragons missen niet alleen ervaring, dat wisten we al, maar voorlopig ook nog de nodige grinta om tegen een veel sterkere tegenstander hun tanden te laten zien. In set één leken enkel aanvoerder Sam Deroo en Stijn D’Hulst te kunnen omgaan met de stress en was de rest zichtbaar onder de indruk van de omstandigheden, terwijl de Azzurri door een te lage opslagdruk bij de Belgen naar hartenlust konden aanvallen. In set twee leek er beterschap in de maak en volgde er zelfs een 0-3-tussenspurt van de Dragons, maar toen schoten Michieletto en co opnieuw wakker met onder meer vijf Italiaanse killblocks tegenover nul bij de Dragons. Ook in set drie toonde de wereldkampioen geen genade.

Sam Deroo vertelde ons voor de wedstrijd nog dat de Dragons hopelijk zo lang mogelijk op het veld kunnen blijven staan, maar dat bleek een illusie. Was dat ook uw hoop?

Emanuele Zanini: “Kijk, we moeten hier niet onnozel over doen. We wisten dat het zeer moeilijk ging worden. We stonden tegenover een land dat in 2021 Europees kampioen werd en in 2022 wereldkampioen. Je kan deze twee grote toernooien alleen maar achter elkaar winnen als je over de juiste volleybalskills beschikt. Italië loopt niet alleen over van het vertrouwen, zij staan ook veel verder dan ons op fysiek, mentaal en technisch vlak. Vooral op technisch vlak zijn ze top. En reken daar ook nog eens 10.000 gekke supporters bij, dan weet je dat de wedstrijd snel gedaan kan zijn als je zelf niet top bent en nog veel te leren hebt.”

Met welk gevoel heeft u maandagavond afgesloten?

“Ik moet de wedstrijd nog analyseren. Dat gebeurt eerst met de technische staf en nadien met de spelers erbij. Ik wil het dus nog even laten bezinken. Maar wat iedereen gezien heeft, kan ik wel bevestigen. We waren kansloos, op elk vlak. Al moeten we zeker geen al te grote conclusies trekken. Het komt erop aan om nu bij te sturen en hard te blijven werken.”

Heeft u gemakkelijk de slaap kunnen vatten?

“Eerlijk, ik slaap nooit goed na een wedstrijd. Of het nu over winst of verlies gaat, dat maakt niet uit. Vlak na 3-0 heb ik meteen teruggekeken naar de wedstrijdbeelden en zat ik nog vol met adrenaline.”

Wat viel u op in positieve zin?

“Dat Sam Deroo de ploeg is blijven voortstuwen en dat ook Stijn D’Hulst liet zien dat hij thuis hoort op dit niveau. Ik zag ook een goede invalbeurt van Mathijs Desmet, want niet vergeten dat hij nog maar net terug bij de groep is na zijn problemen aan de enkel. Ook Ferre Reggers vond ik interessant spelen, want hij maakte enkele punten van topniveau. Maar nogmaals, om met teams van deze klasse te kunnen wedijveren, moet je het allemaal samen doen en dat ook nog eens voor een langere tijd.”

U bedoelt dat er slechts enkele opflakkeringen waren, maar dat het collectief ontbrak om dit langer vol te houden?

“Inderdaad. Iedereen moet top zijn om ook maar een beetje gelijke tred met Italië te kunnen houden en dat was niet het geval. We waren te vaak niet bij de les en reageerden ook niet altijd even scherp. De verschillen waren te groot, maar we moeten hier wel uit leren. Ik herhaal het nog eens: we zitten met heel veel jonge spelers en hun ontwikkeling is een lang proces.”

Wat ons meteen opviel: u wisselde enorm veel. Elke speler is op het veld gekomen. Dat komt zelden voor tijdens een wedstrijd van dit niveau. Wat was uw motivatie voor de vele wissels?

“Langs de ene kant zag ik dat sommige jonge jongens te fel onder de indruk waren en wilde ik hen beschermen. Langs de andere kant probeerde ik de ploeg op die manier een ander gezicht te laten zien, want zo kan je niet spelen tegen de wereldkampioen. Maar mijn motivatie? Ik heb geprobeerd om elke speler in de competitie te brengen, omdat ze het buiten Sam Deroo, Stijn D’Hulst, Mathijs Desmet en Matthijs Verhanneman nodig hebben voor hun ontwikkeling om op dit niveau zo veel mogelijk minuten te maken.”

We komen even terug op twee namen die u net hebt laten vallen, beginnende met Mathijs Desmet. Hij kwam al snel Seppe Rotty vervangen die we daarna niet meer hebben teruggezien. Wat vond je van Desmet?

“Gezien de omstandigheden best ok. We weten wat Mathijs kan, maar gezien het feit dat hij nog niet 100% is, kan hij maar maximaal anderhalve set op een goed niveau spelen. We gaan zijn fysieke paraatheid nu stilletjes aan proberen op te drijven, maar het is zeker bevredigend wat hij liet zien.”

Nog opvallender was de korte invalbeurt in het achterveld van Matthijs Verhanneman. Ook hij sukkelde met de enkel. Maar vooral: hij was één van de vele anciens die al lang had bedankt voor de nationale ploeg. Hoe heb je hem kunnen overhalen om er terug bij te komen?

“Dat is iets persoonlijks tussen Matthijs en mezelf. Kijk, we kennen allemaal de kwaliteiten van Matthijs en het belangrijkste is dat hij de groep iets kan bijbrengen of dat nu op of naast het veld is.”

Tweede vaststelling: we zagen veel namen passeren in het middencompartiment. Wout D’Heer startte, maar werd ook gewisseld. Zelfs Robbe Van de Velde en Michiel Fransen, nochtans twee hoekspelers, stonden centraal aan het net. Net als Elias Thys, al is hij wel een echte middenspeler. Leg uw keuzes eens uit?

“Het probleem is dat we met Wout en Elias maar twee echte middenmannen hebben. Bovendien zijn het twee spelers die bij hun ploeg, enerzijds Trentino en anderzijds Maaseik, veel op de bank hebben gezeten. Zoiets kan je niet verbloemen en is dus niet ideaal. Aangezien Robbe het goed deed in het midden tijdens onze oefencampagne voor dit EK, bijvoorbeeld in de 1-3-zege tegen Nederland, gaf ik hem tegen Italië ook zijn kans. Natuurlijk is dat simpel voor een jonge gast die op zo’n positie de nodige automatismen mist, maar we moeten roeien met de riemen die we hebben.”

Op zo’n moment zouden we haast vergeten dat hier normaal Lennert Van Elsen had moeten staan. Toen we hem vlak na het oplopen van zijn knieblessure – eind vorig seizoen – spraken, hoopte hij nog speelklaar te zijn voor het EK? Misschien was er met hem wel iets te doen aan het net en stond het in blocks niet 1 tegen 8?

“Jammer genoeg is Lennert nooit een optie geweest. Hij is nog steeds aan het revalideren. En statistieken zijn wat ze zijn. Al ben ik niet akkoord dat we hiervoor enkel naar het midden mogen kijken. Om tegen een dominant Italië beter te zijn in blok-verdediging moeten alle aspecten van ons spel gewoon beter. Een goed blok kunnen zetten, lukt alleen maar als alle schakels hun werk doen.”

Derde vaststelling: je schipperde ook met de libero’s. Zo was Jelle Ribbens de verdedigende libero en Martin Perin de libero in side out. Was dit een bewuste tactiek?

“Dit was absoluut geen tactische beslissing of vervanging. Net zoals in ons middencompartiment of op de hoek, zitten we nu eenmaal met spelers die nog niet volledig fit zijn of niet voldoende wedstrijdritme in de benen hebben. Dat is ook zo met Martin Perin, die begin deze maand nog in volle revalidatie was met zijn knie, een probleem dat niet de eerste keer bij hem opspeelt.”

Jammer dat er nog steeds oplapwerk nodig is, maar gedane zaken nemen natuurlijk geen keer.

“Je kan het ook zo bekijken: ik heb aan elke speler kansen gegeven. Iedereen kan iets toevoegen aan ons spel, maar de kansen die een speler krijgt, moet hij wel met beide handen proberen te grijpen.”

En nochtans, als jullie de servicedruk wel konden opvoeren, zoals bijvoorbeeld met Ferre Reggers in de tweede set, zagen we de Italiaanse receptie twijfelen, ook al was het maar van korte duur.

“Niet alleen Ferre zette een reeksje neer, maar deed dat op kracht.  Ook Stijn D’Hulst zorgde met zijn opslag voor drie breakpunten. Het bewijst nog maar eens dat je zowel met spin als float efficiënt kan zijn.”

Het grote voordeel van de openingswedstrijd te spelen, is dat Servië pas donderdag wacht. Jullie krijgen dus minstens een dag extra voorbereiding.

“We willen ons zo goed mogelijk voorbereiden en onze werkpunten verbeteren. Servië is een ploeg met enorm veel ervaring en beschikt over gevaarlijke spelers zoals Aleksandar Atanasijevic (31), Marko Podrascanin (35), Uros Kovacevic (30) en Marko Ivovic (32).”

Wat wil je anders zien in vergelijking met de nederlaag tegen Italië?

“Ik wil dat alle spelers op het veld staan met hetzelfde karakter en dezelfde persoonlijkheid zoals Sam Deroo en Stijn D’Hulst. Onze jonge spelers hebben nu ondervonden hoe het is om te presteren op topniveau, dus nu moeten ze de nodige winnaarsmentaliteit laten zien. Eén ding staat vast: we zullen er allemaal samen voor moeten vechten, dus ik wil in de eerste plaats een sterk collectief aan het werk zien.”


Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: CEV en archief

Donderdag 31 augustus: 18u Servië – België (ook op Sporza)