Belgische meisjesselectie U19 haalt brons in Spanje

De Young Yellow Tigers hebben in het Spaanse Valladolid een derde plaats behaald tijdens het internationaal toernooi U19 van de WEVZA. Dat is een toch wel indicatieve en hoogstaande competitie met zes landen uit de ‘Western European Volleyball Zonal Association’.

Met Yorick Vande Velde als headcoach van deze jonge bende werden er goede prestaties neergezet. Zat er misschien iets meer in?

Yorick Vande Velde: In januari heeft men de geboortejaren van de verschillende leeftijdscategorieën aangepast. Dat had zijn gevolgen voor de samenstelling van de groep. Zo konden we maar één libero, één opposite en twee setters meenemen. De verwachtingen waren daarom minder duidelijk. We moesten immers afwachten. Had dat ook gevolgen en consequenties bij de andere landen en uiteraard vroegen we ons af hoe onze selectie daarop reageerde.

De resultaten waren toch veelbelovend, na een uitstekend begin met drie overwinningen op rij tegen Nederland, Portugal en Duitsland.

We wonnen wel de eerste wedstrijden, maar ons niveau was niet altijd even goed. Als positief element onthouden we vooral dat we ons spelpeil gedurende het toernooi voortdurend opgekrikt hebben. We speelden steeds beter. Als voornaamste oorzaak weten we dat er aanvankelijk te weinig automatismen in de ploeg zaten.

Met zes speelsters van de topsportschool, vier meisjes van Asterix Avo plus nog twee van Gent, waarvan eentje uit Oudegem komt – en die bijna niet met elkaar getraind hadden – was het toch wel wat zoeken. Het was erg interessant om te zien hoe alles mooi evolueerde. De Young Yellow Tigers, en ik durf zeggen, ook de trainers, hebben er een echt team van gemaakt. Iedereen had het in het begin moeilijk, maar we groeiden in de loop van het toernooi. De afspraken werden steeds duidelijker, de cohesie en de groepsdynamiek ging steeds de hoogte in. Een fijne vaststelling.

De sleutelwedstrijd vond plaats op de vierde dag met een vijfsetter tegen Spanje. Het thuisland won uiteindelijk die cruciale confrontatie, en daardoor later deze Wevza-competitie. Dat had ook België kunnen zijn, indien jullie de Spanjaarden hadden kunnen verslaan.

Achteraf bekeken scheelde het maar een paar punten tussen de eerste, tweede en derde plaats. In de vijfde set tegen Spanje hadden we een voorsprong van vier-vijf punten. De thuisploeg – aanvallend erg sterk en gestuurd door een erg goeie spelverdeelster – kon terugkeren en wij hebben de wedstrijd uit handen gegeven. Er zat meer in. Wij zijn het enige land dat het zo goed deed tegen de Spanjaarden. Het ging om details, het had anders kunnen aflopen. Het slotduel tegen Frankrijk, eigenlijk een strijd om de tweede of derde plaats, werd ook nipt verloren.

Waar liggen dan de verschillen dat die landen het op het einde toch wel kunnen afmaken?

Er zijn verschillende redenen. Ten eerste is de detectie in alle landen sterk verbeterd. Ik sprak met de coach van Spanje. Alleen speelsters met veel lengte en sprongkracht geraken in de jeugdselecties. Grote landen hebben dan een voorsprong omdat zij uit een grotere vijver kunnen vissen. Ten tweede worden er sterke accenten gelegd bij de power en de hoogte. Die kwaliteiten zijn in volle ontwikkeling. Meer en meer landen, dat begint dus al vroeg bij de jeugdcategorieën, hebben een hoofdaanvalster die vanuit het achterveld ook met veel power kan uithalen. Dat was vroeger niet het geval.

Wat kunnen we er tegenover stellen? Het vertrekt bij een goede opslag. Vanuit ons sterk wapen – de service – kunnen we de concurrentie aangaan. Belemmeren dat al die krachtige aanvalsters bij de andere ploegen zo hard kunnen uithalen vanuit een minder gunstige opbouw. We moeten nog verstandiger volleyballen, nog preciezer, nog sneller. Het is de enige oplossing om tegen de lange speelsters aan de overkant op te boksen. De controle en de stabiliteit van onze acties worden steeds belangrijker. We kennen onze werkpunten.

Is er speelster waarvan je denkt, zij kan misschien in de toekomst een Yellow Tiger worden?

Niemand stak er echt bovenuit. Onze accenten lagen trouwens vooral op het team in haar geheel. Noor Debouck (verkozen tot beste libero van deze Wevza-competitie, red.) en Kaat Cos zijn al meegegaan met de selectie van onze A-ploeg bij de Yellow Tigers. Yana Wouters heeft met haar extra centimeters een interessant profiel. Zij kan met haar lengte een opmerkelijke en waardevolle groeimarge opbouwen. Ik wil het positieve benadrukken. Want na de hele commotie rond de Yellow Tigers is het belangrijk dat wij – net daaronder – mee kunnen helpen aan een hoopgevend, opbouwend verhaal bij de nationale selecties. Deze bronzen medaille beschouwen we dus als een eerste positieve aanzet.

Komt er nog een vervolg met deze selectie en hoe ziet de toekomst eruit voor de Belgische jeugdteams?

Met deze selectie U19W (2005-2006) hebben we nu de WEVZA-competitie in Valladolid afgewerkt. Deze groep evolueert in januari naar de juniorenleeftijd (U20). Ze zullen dan een eerste ronde EK kwalificatie (tevens weer WEVZA) spelen in Italië. Als deze nieuwe selectie Young Yellow Tigers als eerste eindigen, plaatsen ze zich rechtstreeks voor de Europese kampioenschappen. Indien dat niet lukt, krijgen ze in april een tweede kans om zich te kwalificeren voor het EK. Deze ronde wordt dan gespeeld over heel Europa (zonder alle winnaars van de voorrondes Wevza, Nevza, Eevza, Mevza Balkan..).

Het team van U17W (2007-2008) speelt momenteel het EK in Hongarije. Zij worden U18 in januari en zij komen bij mij terecht. We organiseren trouwens in januari een eerste ronde voor de EK kwalificatie (tevens Wevza) in Herentals. De winnaar van deze kwalificatieronde gaat rechtstreeks naar het EK. Ook hier geldt hetzelfde principe zoals bij de U20. Als we niet als eerste eindigen, volgt in april een tweede ronde, alweer over heel Europa.

Tekst: Walter Vereeck