Kevin Klinkenberg: “Na tien topjaren in Europa toegehapt op het aanbod van VBC Waremme”

Na tien campagnes in het buitenland keert Kevin Klinkenberg (32 j, 1m98, °04/10/1990) terug naar ons land. “Ik ben een gelukkig man. Ik heb gespeeld bij Noliko Maaseik, in Tours (Fra), in Bydgoszcz en Suwalki (Pol), in Latina en Milano (Ita), in Turkije (Fenerbahçe) en bij het Griekse Foinikas Syros.  Allemaal clubs in toplanden. Heel vaak werd ik daarbij vergezeld door mijn vriendin Tamara Maes. We hebben samen een zoontje Noah (3 jaar). Ik had nog een toekomst in het buitenland, maar het driejarig profcontract van topklasser Waremme paste prima in onze optie om terug te keren. Tamara zal weldra voltijds lesgeven op de basisschool ‘De Klinker’ in Riemst. Zelf heb ik nog één jaar voor de boeg in mijn studie marketing, op ‘lange afstand’ bij VIVES in Kortrijk. Ik krijg van Waremme kansen om bijv. mijn sessies in de fitness individueel naar wens te organiseren en mijn diploma in 2024 te behalen. Het project van de club staat me echt aan. Ik help mee er iets heel moois van de maken. Over drie jaar – Kevin is sommelier, gefascineerd door wijn – hoop ik een wijnzaak te openen in Aubel.”

Klinkenberg zag het levenslicht in Oupeye in de buurt van Visé. Hij groeide op en woont met zijn prille gezinnetje in Berneau, een deelgemeente van Dalhem. Laurine, zijn jongere zus (30 j.), doet een belletje rinkelen als jeugdinternationaal en oud-speelster bij Thimister en Datovoc Tongeren. “Zij is mama geworden van zoontje Luca (1 j.). Van dat jongetje ben ik peter”, klinkt Kevin bijzonder trots. Met zijn palmares is hij trouwens de beste volleybalspeler in de provincie Luik. Die regio herbergt andere topatleten zoals David Goffin (tennis), Axel Hervelle (basket), Charline Van Snick (judo) en wielerfenomeen, de Ardennees Philippe ‘Gibbe’ Gilbert.

Kevin Klinkenberg: “Mijn pa is leerkracht L.O. (eind volgend jaar met pensioen), de sportieve appel valt niet zo ver van de boom. Enig zakelijk instinct erfde ik van mijn moeder. Ze werkte als audiologe in Teuven in Voeren. Ik ben Franstalig opgevoed. Maar ik spreek zeer goed Nederlands. Mijn grootouders kwamen uit het Limburgse Peer. Bij de nationale ploeg stak ik ook veel Nederlands op. En Tamara is een Kortrijkzaanse. Ik heb veel feeling voor talen: Engels, Spaans en Italiaans.”

Als tiener werd je op je zestiende ontdekt door Noliko Maaseik. Je maakte er vijf seizoenen vol.

“Dat kwam zo. Met Herve-Mortroux nam ik deel aan een sportkamp in Maaseik. Wie liep ik daar tegen het lijf… Vital Heynen. Hij vroeg me om naar Maaseik te komen. Ik liep twee seizoenen stage bij Maaseik B, trainde al mee met de A’s en maakte dan de overstap. De Zweed Anders Kristiansson heb ik niet meegemaakt. Wel vier jaar Vital Heynen en één seizoen Brecht Van Kerckhove in de periode 2008-2013. Met als ploegmaats Gert van Walle, Simon Van de Voorde, Pieter Verhees, Jo Van Decraen, de Portugees Nuno Pinheiro, de Tsjech Ales Holubec en de Duitser Georg Wiebel. Met hen heb ik vrij geregeld contact. Ik veroverde drie keer de dubbel, dus beker en titel in 2009, 2011 en 2012. Ik vierde bovendien de bronzen medaille in de Final 4 van de CEV Cup 2010, een hoogtepunt in eigen huis met een spetterzege tegen het Italiaanse Piacenza.”

Wat heb je nog onthouden van je opleiding in Maaseik?

“Dat ik er veel heb geleerd. En dat ik héél veel mocht spelen als jongere. Fantastisch toch dat ik als tiener al zo vaak werd geselecteerd in het A-team. Waarom ik vertrok? Och, de lokroep van het buitenland, hé. Ik kon in Limburg blijven. Maar als prof wil je je grenzen verlengen. Dat ik naar Tours VB (Fra) kon, werkte als Franstalige in mijn voordeel. Er gold geen taalbarrière. Ik heb er vriendschapsbanden voor het leven gesmeed. Vrijwel elk jaar ga ik voor een weekje naar Tours om de vele vrienden te groeten.”

Je makelaar Luca Novi kon je zomaar bij de Franse topploeg binnen loodsen. Knap werk van hem.

“Ja, het werd een zeer positieve ervaring. Onze Braziliaanse trainer Mauricio Paes (nu in Tourcoing/Fra) kneedde ons voor twee Franse titels en bekers. Beter is bijna niet mogelijk. Ik hoop dat Tours nu veel plezier zal beleven aan de Estse hoekaanvaller Märt Tammearu die overkomt van Knack Roeselare. Tussen haakjes: van elke match in die tien jaar in het buitenland heb ik beeldmateriaal, leuk voor later, als herinnering voor mezelf en mijn nazaten.”

Na Tours VB volgde een moeilijk seizoen bij het Poolse Bydgoszcz?

“Dat we geen prijs pakten, had te maken met het rare en vooral korte seizoen. Ik heb me geamuseerd met de Braziliaanse spelverdeler Murilo Ratke en de stevige Poolse brok graniet Jakub Jarosz. Maar het seizoen werd onderbroken door vooraf het EK in oktober en voorts de olympische kwalificatie. Die twee toernooien werkte ik af met de Red Dragons. Het Poolse seizoen was zo vrij snel voorbij.”

Vervolgens snijd je een heel mooi Italiaans hoofdstuk aan.

“Ja, elke jongere wil ooit in Italië aan de bak komen. Ik dus ook. Dat begon voor mij bij Latina, even ten zuiden van Rome, waar ook Simon Van de Voorde, Pieter Verhees en Bram Van den Dries hun opwachting hebben gemaakt. De stad ligt dicht bij het strand, altijd leuk. De treinverbinding met Rome bleek supergemakkelijk. In de ploeg zal ik nooit hoofdaanvaller Alessandro Fei (2m04) vergeten, de beste ‘scorer aller tijden’ in Italiaanse kampioenschappen. Hij had een enorme veerkracht en verbluffend veel souplesse. Hij scoorde in zijn carrière meer dan 10.000 punten. Hij is nu sportief directeur bij Piacenza.”

Ook je verblijf bij Revivre Milano zal je nooit vergeten.

“Omdat het misschien wel ‘mijn beste seizoen ooit’ is geworden. Milano heeft een schitterende, uitermate sympathieke en zeer kapitaalkrachtige clubvoorzitter. Wij haalden een heel hoog niveau. Het hele seizoen. Coach Andrea Giani had al zijn zaakjes fysiek en tactisch helemaal op een rijtje. We hadden spelverdeler Sbertoli (nu bij Trentino) als ploegmenner. Hij is de tweede set-up van de Italiaanse nationale ploeg. Ik mag middenman Matteo Piano zeker niet vergeten. Een extreem getalenteerde middenman.”

Het feest bleef voor jou duren? Vertel eens.

“Mogelijk door het succes in Italië kreeg ik een zeer lucratieve aanbieding van de Turkse topploeg Fenerbahçe Istanboel. Weer ergens anders, zal je zeggen. Klopt. Maar ik heb me die stap geen seconde beklaagd. Al mijn wensen zijn opnieuw uitgekomen met de titel en de beker. De Nederlander Wouter Ter Maat, ooit speler van het jaar in België, was een aangename ploegmaat. Hij is momenteel actief bij Ziraat Bankasi Ankara. Wij werden op handen gedragen. Fenerbahçe straalt een enorme sportcultuur uit, gespreid over allerlei sporttakken. Ik heb er veel erkenning gekregen. De club heeft een soort van museum gebouwd. Misschien zijn daar foto’s van mijn prestaties te bewonderen.”

Na Turkije trok je voor drie campagnes naar MKS Suwalki, de derde ploeg in Polen.

“Ja, er zit wel een eigenaardigheidje aan vast. Normaal zou ik tekenen bij Halkbank Ankara. De tekensessie werd om een of andere reden 48 uur uitgesteld. Ik kreeg dan te horen dat ze kozen voor een Turkse speler. Tja. Zo werd het Oost-Poolse MKS Suwalki, aan de grens met Litouwen, een nieuwe uitdaging. Het was er bitterkoud, tot dertig onder nul. Ik heb van mijn leven nooit zoveel sneeuw zien vallen. Mijn vriendin Tamara beviel van Noah na het eerste seizoen, waarin we met een zesde plaats een mooi resultaat scoorden. Het tweede seizoen werd echter gefnuikt door de COVID-pandemie. Echt geen prettige belevenis zonder publiek in de zalen. Na de derde campagne hadden Tamara en ik het zo een beetje gezien.”

Vandaar dat jullie zon en warmte zochten bij VC Foinikas op het Griekse eiland Syros in de noordelijke Cycladen.

“Weer een schot in de roos. De Griek Andreas Fragkos (ex-Roeselare, nu Panathinaikos Athene) speelde er niet meer. Syros heeft veel troeven: lekker eten, mooie stranden, ook toerismenin de winter. Ik ben laaiend enthousiast over de Griekse kwaliteit van leven en de fijne mentaliteit. Alles was in orde. Al kan het soms even duren eer je besognes worden ingevuld. Maar daar leer je mee leven. Minder prettig waren de uitwedstrijden op het vasteland. Eerst altijd met de boot een trip van vier uur naar Athene en dan het vliegtuig of de bus op. Een tijdrovende bezigheid. Net daarom vraag ik mij af: mis ik Foinikas Syros? Ja en neen. Het was altijd het plan om na tien jaar naar België terug te keren. Terug naar de familie. Noah moet naar school. Dat doet hij best in ons land. En we hebben alles bereikt in de volleyballanden van onze dromen. Ik heb een mooi spaarpotje bij elkaar gespeeld en het slim aangepakt. Zo deed ik doordachte investeringen in Visé in enkele projecten, gericht op immobiliën.”

Nu krijg je voluit de kans om nog drie jaar Waremme vol te maken. Ben je tevreden?

“O ja. Ik ben goeie maatjes met voorzitter Vincent Perin en headcoach Fred Servotte. Ik krijg een goed profcontract. Ik heb nog gesprekken gevoerd met Maaseik, maar we kwamen er niet uit. Ook Tectum Achel en VHL Haasrode Leuven toonden interesse, net zoals clubs uit Frankrijk, Duitsland en Italië. Maar ik voel me best goed bij het project waaraan Waremme sleutelt. Opbouwen vanuit een heel goede jeugdopleiding is het grote doel. Op dat vlak ondersteun ik alle initiatieven volmondig. Het bestuur wil iets op poten zetten met de aanwerving van mezelf en ambiancemaker Seppe Baetens. We worden goed omringd. Lienert Cosemans, Fabio Cocchini, Sam Fafchamps en Roman Abinet hebben veel ervaring. Hun power wordt gecombineerd met het talent van jonge Belgen als Pierre Perin, Martin Lechien, Louis Laenen, Robbe Van Loon en de broers Tijl en Berre Van Looveren.”

Durf je je al uitspreken over concrete doelen?

“In mijn eerste seizoen in eigen land wil ik niet te veel de focus leggen op een plaats in het klassement. Ik wil beslist snel mijn studie afmaken. Tien jaar geleden had ik na het middelbaar weinig kansen om topvolley te koppelen aan studeren. Dat systeem stond destijds in zijn kinderschoenen en is nu helemaal ten goede veranderd. Zo wordt er veel gebruik gemaakt van de diverse topsportstatuten. Vanaf het tweede seizoen moeten we de vijfde plaats durven te ambiëren. Het moet niet te snel gaan. Beetje bij beetje groeien, is meer dan oké. We gaan er met Waremme iets moois van maken. Omdat Herve-Mortroux afbouwt, worden wij in het Luikse de enige topploeg in een vrij ruime regio. Ik verwacht dat ons publiek een aanzienlijke aangroei zal vertonen. Bedoeling is de Luikse jeugd naar onze sporthal te krijgen. Er staan heel wat ideeën in de steigers. De club bruist van ideeën. Dat zie ik graag als voorstander van gedreven marketing. Het merk ‘VBC Waremme’ versterken, dat gaan we alleszins proberen met een gevarieerd pakket aan initiatieven. Ook beachvolley leeft hier en is aan een opmars bezig. Het ziet er allemaal opperbest uit.”

Afrondende vraag: mag bondscoach Emanuele Zanini je selecteren voor de nationale ploeg? Met het EK in Italië in het vooruitzicht en de olympische kwalificatie in China?

“Neen, Ik ga de Red Dragons niet bijstaan. Voor mij is het internationaal een beetje voorbij. Wel kijk ik met veel trots terug, ik heb het Belgische volleybal mee op de wereldkaart gezet. Ik was lange tijd de enige Franstalige speler bij de nationale ploeg. Nu is het stilaan tijd voor een andere generatie met uit mijn contreien Martin Perin en Elias Thys. Via de European Golden League is trouwens de transitie van oudere naar jongere spelers al ingezet. Ik zie beslist genoeg kwaliteit op receptie-hoek. Het verjongingsproces kan en mag je niet afremmen. Natuurlijk dat je jong talent veel krediet moet schenken, je kan niet meteen grote vruchten plukken. Er is geduld voor nodig. Er is op korte tijd ook bijzonder veel veranderd in de wereld en in de sport. Voor mezelf wil ik na tien jaar meer rust, tijd hebben voor mijn gezin en me vol engageren voor mijn nieuwe club Waremme.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: P. Honnay en S. Daenen