Bram Van den Dries: “Griekenland is het beloofde land voor mij”

Haha, uw reporter-dienaar keek zaterdagavond 10 juni op VRT 1 naar ‘Iedereen Beroemd’. En ja, ik moet de uitleg bevestigen. Het eerste item in het contact met langere mensen op de planeet gaat altijd over lengte. In de trant van: amai, mijnheer of juffrouw, hoe groot ben jij? Met andere woorden: hoe lang ben jij? Die vraag stelde ik meteen aan Kempenaar Bram Van den Dries (33) uit Herselt. Gestalte: 2m07, 110 kg, schoenmaat 49,5. Bijna buitenaards.

En toch is Bram de eenvoud zelve. Een jongen van de Blauberg, een gehucht van Herselt, dat ligt op de route naar Scherpenheuvel. De hoofdaanvaller bij PAOK Thessaloniki beleeft gouden tijden in Griekenland. “Na vele omzwervingen is Griekenland het beloofde volleyballand voor mij. Aan Hellas heb ik een beetje mijn hart verloren. Al is Italië ook wondermooi.” Even was er voor Bram sprake van Knack Roeselare als nieuwe toekomst. Maar dat contact had te weinig draagkracht.

Bram pakte eerder de Griekse titel en de beker met Panathinaikos Athene. Hij vierde dit seizoen, na zijn terugkeer naar PAOK (betekent ‘adelaar’), de bekerwinst in Thessaloniki. “Ik kijk al uit naar een pittig vervolg. Tegen 20 augustus word ik daar weer verwacht. Zo krijg ik drie maanden met veel tijd voor mijn vrouw Marine, zoontje Noah (5) en dochtertje Olivia (1 jaar en vier maanden) in ons pas gebouwd eigen stulpje in Sint-Pieters-Leeuw. We hebben ons appartement verkocht en de centen geïnvesteerd in een huis met hogere deuren en hogere tabletten, met ook een tuin. Een leuke plek voor ons en de kids.”

Ter info: de perfect drietalige Marine, meisjesnaam Kraghmann (1m84), speelde in ons land op het hoogste niveau o.a. bij Blaasveld, Richa Michelbeke en Hermes Oostende.

Als kind was Bram Van den Dries altijd een buitenmaat. De kinderen pieken trouwens in alle statistieken, als het gaat over de te verwachten gestalte. “Of ze ooit zullen volleyballen, geen idee, als ze maar aan sport doen, maakt niet uit welke”, lacht Bram. “Ik was eerst een tijd aangesloten bij een zwemclub in Diest. Maar zwemmen was toch niet mijn ding. Logisch dat ik volleybal probeerde. Mijn ouders beoefenden allebei die sport. Niet op het hoogste niveau. Maar hun voorbeeld werkte inspirerend. Ook voor mijn zus Tess (31), actief in de Brabantse eerste Promo bij VC Averbode.”

Opvallend: je speelde in eigen land, daarna in Italië, Frankrijk, Polen, Turkije, Zuid-Korea en momenteel in Griekenland. Een grote waaier aan landen. Bij de meeste clubs bleef je vaak slechts één seizoen.

Bram Van den Dries: “Ja, je moet er niets achter zoeken. Een verklaring voor die verscheidenheid heb ik niet. Het wisselen had vaak gewoon te maken met omstandigheden. En vergeet niet: het is een trend dat er bij tal van clubs geen ‘vastheid’ is, er wordt enorm veel geroteerd. Tot acht spelers per seizoen. Dat gebeurt ook in België. Een bijna volledige ‘tabula rasa’. Ander element is het aantal toegelaten buitenlanders. Eén in Korea, ook heel beperkt in Turkije, terwijl Griekse ploegen liefst vier buitenlanders mogen opstellen. Dat is interessant op de transfermarkt.”

Wat opvalt: je keerde drie keer naar dezelfde club terug. Naar San Giustino bij Perugia in Italië, naar Toulouse in Frankrijk en naar PAOK Thessaloniki, je huidige club.

“In mijn eerste seizoen bij San Giustino, na Latina, was ik tweede opposite. Ik wilde meer spelen en verkaste naar Segrate (bij Milaan) in de Serie A 2. Daar pakte ik de beker in A 2 en de vicereeks-titel in het spoor van kampioen Castellana Grotte (regio Bari). Daarna kreeg ik bij San Giustino de nieuwe kans als eerste opposite. Ze waren me niet vergeten. Logisch dat ik in A 1 wilde schitteren.

Spacer’s Toulouse had twee seizoenen aan een stuk gekund. Maar ik koos voor een ‘break’. Ik kon een aantal maanden proeven van de competitie in Zuid-Korea bij Ansan. Ik was na die break dan weer welkom bij Toulouse. Ik had er landgenoot Jelle Ribbens als ploegmaat.

Ik trok in januari 2020 voor anderhalf seizoen naar PAOK Thessaloniki, in 2021 koos ik voor Panathinaikos Athene (dubbelslag: titel en beker) en ja, in 2022 keerde ik naar PAOK terug. Olympiacos Piraeus werd kampioen, de Griekse beker was voor ons. Ik heb nog een contract voor één seizoen. Als het kan, wil ik er in 2024 een vervolg aan breien. Ik houd namelijk niet van een extreem drukke omgeving, zoals dat geldt voor de hoofdstad Athene.”

Je passage in Frankrijk bij Beauvais, Toulouse en Rennes viel helemaal in de smaak.

“Zeker weten. Bij Beauvais was Frank Depestele de spelverdeler. Een heel toffe ervaring. Met Toulouse, een riante Zuid-Franse stad aan de Garonne, werd ik vicekampioen en werd ik uitgeroepen tot beste opposite in de zeer gevarieerde Franse interclub. Een eer die me nadien bij Rennes te beurt viel.”

Je koos twee keer voor bijna de andere kant van de wereld. Zuid-Korea was een speciale keuze. Bij Ansan in seizoen 2017-2018 en bij Uijeongbu in seizoen 2019-2020.

(Lacht) “Ja, ik heb rijst genoeg gegeten voor heel mijn leven. Ik kwam in een totaal andere cultuur terecht. Met 2m07 val je natuurlijk op, je wordt aangegaapt. In Zuid-Korea spendeer je een volle dag op de club, de klok rond van 8 uur in de ochtend tot 20 uur ’s avonds. Alles is perfect georganiseerd. Net als in Japan heerst er een ‘werkcultuur’, het eeuwige ‘altijd bezig’ zijn. Gelukkig kreeg ik een auto ter beschikking. De mensen spreken geen Engels, maar op de snelwegen krijg je wel Engelstalige informatie. De hele competitie speelt zich af in en rond hoofdstad Seoul. De meeste matchen waren in de nabije buurt. De verste verplaatsing vergde anderhalf tot twee uur. Bij Uijeongbu kreeg ik helaas bezoek van de blessureduivel. Problemen met de buikspieren. Ze hebben dan een andere speler opgetrommeld. In Zuid-Korea is slechts één buitenlander toegelaten. Tja, zo kwam dat Aziatisch hoofdstuk aan zijn eind.”

Oké, die nare blessure in Zuid-Korea zette even een rem. Maar niet voor lang. Voor het overige heb je de meeste seizoenen zonder enig probleem afgewerkt.

“Bijna allemaal zonder zorgen, op een tweetal na. Op de Volleybalschool in Vilvoorde heb ik drie maanden gesukkeld met de knieën. En in 2016 liep ik bij het Poolse AZS Olsztyn een zware enkelblessure op. Er werden operatief twee titaniumschroeven in de enkel geplaatst. Die zitten er nu nog. Ik ondervind er nauwelijks hinder van. Er is in verloop van jaren wel iets veranderd. Mijn echtgenote Marine heeft me altijd vergezeld in het buitenland, toen we geen kinderen hadden. Dat is vanaf 2018 anders. Momenteel wordt meereizen zeer moeilijk, omdat Marine – onderwijzeres van opleiding – fulltime aan de slag is gegaan als accountmanager Education bij Microstoft met hoofdzetel in Zaventem. Gelukkig mag zij veel telewerken. Zo kan ze sporadisch naar Griekenland komen, al dan niet met de kinderen.”

In je jonge jaren speelde je bij Westerlo, Mendo Booischot (deelgemeente van Heist-op-den-Berg), in het beloftenproject van de Topsportschool in Vilvoorde en bij Precura Antwerpen.

“Aan Precura heb ik de allerbeste herinneringen. Met toppers als Eric Van Drom, Christof Van Goethem, Tim Verschueren, Michel Haesevoets en Limburgers Ive Gofflo en Karel Brouns. Dat waren heerlijke tijden.”

Je dook heel even in Turkije op. Bij Maliye Milli Piyango Ankara.

“Maliye Milli Piyango is de Turkse Nationale Loterij. Een prima sponsor. Maar een geweldig jaar had ik niet. Om de simpele reden dat we voor lege zalen speelden. Vreselijk. De interclub? Het leken precies allemaal ‘oefenmatchen’. Het Turkse mannenvolley kan nauwelijks het publiek bekoren. Enorme aandacht is er wel voor vrouwenvolley. Daarom was mijn verhuis naar Polen (Olsztyn) een voltreffer. Totaal het omgekeerde, als we praten over publieke beleving. In Polen bruist de volleybalsport op een unieke manier. Tot die enkelblessure toesloeg op een zeer vervelend moment.”

Je bent al enkele jaren aan de slag in Griekenland.

“Ja, vooral PAOK draag ik hoog in het vaandel. De andere stadsploeg en vroegere rivaal Iraklis is gedegradeerd naar de tweede klasse. En ja, ik wilde in 2021 wel bij PAOK blijven, maar ik verhuisde één jaar naar Athene. Dat had te maken met de komst van de Servische coach Nikola Matijasevic bij PAOK. Die man gaf er opvallend de voorkeur aan om spelers uit de portefeuille van zijn zoon-makelaar Georges als nieuwe mannetjes binnen te halen. Matijasevic is ondertussen bij PAOK vervangen door T 1 Josko Milenkoski uit Noord-Macedonië.”

Je voorliefde voor PAOK haalde weer de bovenhand.

“Ja, ik speel bijzonder graag bij PAOK: voor de supporters (ik geniet een leuke status), het weer, de sfeer, het eten en de Griekse stijl van leven. De taal is al ietsje minder een probleem. Ik begrijp alle volleybaltermen en ik kan mijn plan trekken bij doelgerichte acties zoals iets kopen in een winkel of iets bestellen op restaurant. Ik rijd met een Nissan Micra. Zeker geen grote wagen. Moet mijn lijf er even inwurmen. Maar mijn langste verplaatsing neemt een tiental minuten in beslag. Ik woon op een fraai appartement even buiten de stad. We trainen van 10 tot 12 uur en van 19 tot 21 uur. Best handig. Ik vul de avonden met tv-kijken. Ik kan via een applicatie van Proximus naar honderden zenders kijken, ook alle Belgische, dat creëert een thuisgevoel.

We kunnen dankzij een sponsor maaltijden afhalen. En ja, ik kan ook een beetje koken. Van alles en nog wat. Het liefst bereid ik ratatouille, een heerlijk stoofpotje van zuiderse groenten zoals aubergine, tomaat, paprika, courgette, ook geschikt voor vegans. Een frituur vind je hier niet, maar dat is niet erg, want friet is te mijden in de topsport. Wat ik wel lust is pita gyros, een kebabachtig gerecht, met tzatziki.”

Weldra kan je rekenen op Nederlandstalige en Engelstalige versterking.

“Ik sta heel positief tegenover de aanwerving van Tomas Rousseaux (29 j., 1m99, ex-Modena) en de Nederlander Maarten Van Garderen (Siena/Ita), beiden receptie-hoek. Toetje bovenop is de komst van de Canadese spelverdeler Jay Blankenau (ex-Maaseik, ex-Tourcoing). Zo komen we aan het toegestane aantal van vier buitenlanders. In Griekenland spelen komend seizoen weer twee Belgen: ik en Tomas, nu Kevin Klinkenberg weg is bij Foinikas Syros en gekozen heeft voor Borgworm in de hoogste Belgische liga.”

Andere vraag: speel je nog een rol bij de Red Dragons, de Belgische nationale ploeg.

“Ik was er in 2013 bij, toen we met de Dragons, geleid door Dominique Baeyens, goud pakten in de European Golden League. Goed voor promotie naar de World League, later de Volley Nations League genoemd. Ik klaarde de klus met Sam Deroo, Matthias Valkiers, Stijn Van de Voorde, Stijn Dejonckheere en Pieter Verhees. Op het EK 2017 in Katowice en Krakau (Polen) speelden we de kleine finale tegen Servië. Eindstand: 2-3. Die vierde plaats was een knap resultaat. Voorts heb ik in clubverband tientallen Europese matchen gespeeld. Volgend seizoen speelt PAOK de CEV Cup. Maar onder de nationale ploeg heb ik al even de streep getrokken. Geen EK 2023 of olympische kwalificatie voor mij.”

Ook niet als de headcoach van de Red Dragons fors zou aandringen?

“Ik vind Emanuele Zanini een heel capabele vent. Ik werkte met hem samen in Beauvais. Niks op aan te merken. Maar ik heb de lijn getrokken. Ik speelde graag bij de Dragons, het is eervol aan te treden voor het vaderland en de natie. Toch voel ik als bijna 34-jarige (verjaardag 14/8) dat mijn lichaam rust nodig heeft. Bovendien wil ik prioritair aandacht schenken aan mijn gezin.

Het internationale volleybal wordt almaar drukker. Aan die ratrace doe ik niet meer mee. Ik ben zo stilaan bezig met mijn leven na het volleybal. Mijn studie master L.O. aan de VUB heb ik voortijdig afgebroken. Zo is mijn toekomst een blinde vlek. Ik sta in contact met Pieter Verhees. Die werkt bij Topsport Vlaanderen en helpt atleten zoals ik bij de overstap van het sportleven naar een ‘loopbaan après’. Komt wel goed, dat hoop ik toch.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bram Van den Dries