Kris Vansnick: “Cijfers en video-analyses zijn mijn dada”

Hij won met Asterix Avo Beveren al de Belgische beker, hij haalde de kwartfinale van de Europese Challenge Cup en vorig weekeinde voegde hij daar nog de Belgische titel aan toe op een soms magistrale wijze. Natuurlijk is ‘coach van het jaar’ Kris Vansnick een tevreden man.

“Eigenlijk niet alleen omwille van de prijzen die we behaalden, maar vooral omwille van de progressie die ik dit team heb zien maken,” vindt de man die vanuit (en mét) Gooik zelf al enkele jaren meedraait op het hoogste niveau van niet alleen het vrouwenvolley in ons land, maar ook van de Yellow Tigers in het buitenland. Samen met Steven Vanmedegael werd Kris Vansnick al in de topsportschool opgemerkt als een buitengewoon analist van videobeelden.

“Zulke details ontleden, leveren per set één of twee punten op,” placht hij in die periode te zeggen. De details zijn alleen maar toegenomen.

Hoe kijk je op het voorbije seizoen bij Asterix terug?

Kris Vansnick: “Heel positief natuurlijk. Ik heb deze groep veel progressie zien maken en die jongeren hebben een aantal positieve, fysieke stappen gezet. Dat verheugt mij vooral en de prijzen die er kwamen, zijn er het logisch gevolg van.  Zo zagen we een sterk collectief onder leiding van een bijzonder stabiele Manon Stragier die, als kapitein, haar sterkste seizoen ooit afwerkte. Verder de ontbolstering van setter Krenicky, de hoofdaanvallers Marring-Gilson en midblokkers Koulberg en Overwater.  En uiteraard het uiterst betrouwbare sluitstuk op de libero, Britt Rampelberg.”

In de Belgische competitie slechts twee nederlagen: 3-0 op Oostende en ook een verliesmatch begin januari tegen VDK Gent.

“Klopt. Het zware verlies in Oostende kwam er net na het uitvallen met een knieblessure van Helena Gilson. Het was de eerste keer dat Kaat Cos voor de leeuwen werd gegooid als haar vervangster en daar was ze toen nog niet helemaal klaar voor. Ik moet ook toegeven dat Oostende toen een bijzonder sterke partij speelde en de motivatie had om eens een top-4-ploeg te verslaan, zodat ze zelf hoopten op een plaats bij die top-4. Misschien speelden er toen nog andere factoren mee omtrent het verder bestaan van de club.

En het verlies bij VDK Gent kwam er bij het wederoptreden van Helena Gilson, we speelden er een sterke eerste set, maar die dag was VDK Gent beter.”

Mag ik stellen dat de grootste ontgoocheling de Europese uitschakeling was tegen het Roemeense Lugoj?

“Helemaal juist. Als je zag dat wij tegen het fysiek sterkere Thessaloniki, met een bank om van te dromen, konden winnen, dan waren de verwachtingen in de kwartfinale tegen Lugoj gewettigd. We speelden toen thuis echt niet perfect, we wonnen ginder de eerste set en ondanks het fanatieke publiek in een kolkende zaal hadden we in de tweede set bij 22-23 de kans om ons te plaatsen en waarschijnlijk daarna ook de Europese finale te halen. Langs de andere kant heeft deze nederlaag ons geholpen om in te zien dat we nét niet goed genoeg waren en daaraan hebben we in de daarop volgende weken hard gewerkt.

Dit is ook eigen aan ons verhaal: we bleven evolutie realiseren.”

Alle speelsters van de club die we de laatste weken spraken, hadden het over de geweldige, niet te evenaren omkadering van de club.

(lacht) “Leuk om te horen: het zijn hun eigen ervaringen, zij kunnen verklaren waarom. Het is zo dat we dit seizoen niemand moesten meesleuren, omdat het klimaat in de club bijzonder goed was. We zijn daarvoor ook dank verschuldigd aan de medische staf van het SMAC in Leuven en al onze kiné’s, aan Gert Vande Broek die ons nog steeds tips geeft op tactisch vlak en samen met ons de videobeelden bekijkt.”

Stel jouw directe medewerkers en hun taakomschrijving eens even voor.

“Niels Kingma zorgde vooral voor het fysieke gedeelte en zorgde op dat gebied voor nieuwe schema’s en andere impulsen. Ik kende hem sinds wij in Gooik ooit samengewerkt hebben. Hij zorgde in Australië voor de fysieke ontwikkeling van jongeren, belandde nadien ook bij Oostende, Blaasveld, Leuven en Duitsland.

Daarnaast hebben we Maarten Adriaensen, een integere kerel, die erg plichtsbewust en hard werkt. Hij doet de scouting, maar steekt verder ook nog heel veel tijd in de ontwikkeling van een aantal snelheidssystemen, waarmee we trachten het spel nog aanvallender te maken. Heel positieve man, die ook in de staf van Wim De Boeck bij de nationale jongensploeg is opgenomen.

Last but not least, Linde Hervent. Zij is naast kiné ook de ‘liaison’ tussen speelsters/staff/bestuur. Een onmisbare schakel in het geheel.

Linde, Maarten en Niels namen ook de ganse voorbereiding voor hun rekening op het moment dat de ploeg gesplitst was door de campagne van de Yellow Tigers.”

En wat is jouw inbreng? Want je coacht en traint de laatste jaren zonder Gert Vande Broek.

“Hij is nog steeds aanwezig.  Samen met hem begeleid ik de ploeg eigenlijk al gedurende vele jaren. Wij zijn twee handen op één buik, Gert staat niet meer constant op het terrein maar ondersteunt mezelf en de ploeg met zijn immense ervaring.”

Wat vind je dan jouw belangrijkste inbreng, want het was soms mooi om zien hoe Asterix verdedigde, het plan van de tegenstander doorzag en serveerde?

“Ik steek heel wat tijd in de trainingen, de mentale voorbereiding en in de cijfers, in de video-analyses. Dat laatste is uiteraard mijn dada. De speelsters moeten weten waar ze de tegenstanders kunnen pijn doen. Veel videobeelden bekijken, schenkt de ploeg een grote winst. We doen dat systematisch. Na de bekerfinale kregen de speelsters één dag rust, toen ze terug op training kwamen, gaven we dadelijk een overzicht van hetgeen ze goed gedaan hadden en van de punten waarop zeker nog verbetering mogelijk was. Ik vond ook dat we er snel in het begin van de play-offs moesten staan, om o.a. de ‘pole position’ veilig te stellen. Terwijl de meeste andere ploegen bijna uitsluitend naar het resultaat keken, zijn wij bezig geweest om nog progressie te maken met deze groep.”

We maakten ook de doorbraak mee van een aantal jongeren, zoals Kaat Cos. Zij verving op uitstekende wijze Helena Gilson, toen die in de eerste play-off-finale met een knieblessure uitviel…

“Hoewel ze nog maar 16 jaar is, weet Kaat zeer goed wat ze kan en wat ze niet kent. Ze kent haar rol en kwaliteiten. Dat was niet alleen in de play-offs zo, maar toen we in de bekerfinale met 0-5 achter stonden in de tiebreak, was zij de eerste die kon tegenscoren. Ik denk dat ze amper stress kent en ze bracht mee balans in de ploeg. Natuurlijk moet ze nog stappen zetten en moet ze nog meer tot scoren komen. Zij was één van de lichtpunten van de generatie uit 2007, maar die ploeg kwam wel nog niet met een medaille terug van een EK.”

Yana Wouters is nog zo’n talent.

“Absoluut. Als zij nog verder evolueert, komt ze als middenspeelster allicht in de buurt van andere Yellow Tigers. Ze heeft een goede, hoge opslag, beschikt over lange armen, al kan ook zij nog progressie maken, zoals in de aanvalspositie achter de setter. Maar ze heeft zeker talent om het te maken.”

Blijft de huidige ploeg van Asterix samen?

“Ik denk dat we volgend seizoen niet veel aan onze manier van spelen moeten wijzigen. Twee speelsters vertrekken naar het buitenland.  Wij hebben eerst met hen rond de tafel gezeten, want ze moesten niet weg, maar als de trein langs komt, moet je er soms opspringen, want wie weet komt er nog een nieuwe trein. We willen ze dan ook die kans niet ontnemen. Nova Marring gaat naar Duitsland, wij speelden hierin een sterk begeleidende rol.

Tweede vertrekster is Britt Rampelberg, toch al drie jaren de vaste libero van de nationale ploeg en die dit schooljaar afstudeert. Het moment dus om elders haar kans te wagen bij een Roemeense topploeg.”

Logische vraag: wie komt er in hun plaats?

“Als libero denken aan onze ‘eigen’ Noor Debouck, die zowat 25 tot 30% van de wedstrijden meedeed. Ze is nu het tweede seizoen bezig bij ons en ze deed dat uitstekend en maakte veel vooruitgang.

Als opposite, maar ook als iemand met receptiemogelijkheden, trokken we Iris Vos aan, een speelster van Sliedrecht en iemand uit het talentteam project van Papendal in Nederland. Zij combineert ook studies met topsport en wij geloven in haar.

Verder moeten we nog bekijken hoe we het uitvallen van Helena Gilson kunnen opvangen. Ze heeft haar voorste kruisband gescheurd, er volgt binnenkort een operatie, ze is dus helaas voor haar en voor de ploeg een tijd niet beschikbaar.”

Het ziet ernaar uit dat het volgend seizoen een boeiende competitie kan worden.

“Dat denk ik ook, want met o.a. Bevo Roeselare zal rekening moeten gehouden worden: naast Yana De Leeuw en Charlotte Leys kregen ze er nog Iris Van de Wiele en Laure Flament bij. Ook Oudegem is versterkt met o.a. Marlies Janssens, Julie Smeets en De Quick. Ik denk dat ook Charleroi kan meedoen, want zij zouden een stabiel tussenseizoen kennen, zodat er geen acht nieuwe speelsters moeten ingewerkt worden. En bij VDK Gent moeten er nog een aantal posities ingevuld worden. Ik voorzie inderdaad een spannende competitie.”

Dat is  voor volgend seizoen, want volgende week begin je al opnieuw met de Yellow Tigers…

“Op 10 mei beginnen wij eraan met allicht nagenoeg dezelfde kern als vorig seizoen. Geen VNL dit jaar, maar European Golden League tegen Bosnië, dat toch over o.a. Begic (momenteel bij Monza) beschikt, terwijl bij Zweden de zusjes Haak als toptalenten beschouwd worden. Maar daarover later meer, eerst nog even genieten van het voorbije seizoen.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Guy Verbraeken