Stijn Morand: “VDK Gent heeft toch geen slecht seizoen achter de rug”

Zaterdagavond kan Asterix Avo Beveren zich voor de vijftiende keer tot Belgisch kampioen kronen, nadat het eerder al de beker won. Er wordt dan ook naar concurrent VDK Gent gekeken – soms zelfs gegniffeld – want hadden die zich bij de start van het seizoen niet opgeworpen tot één van de grootste kandidaten om een ‘prijs’ te pakken.

Die kans is nog niet helemaal verdwenen als de volgelingen van coach Stijn Morand zowel zaterdagavond als maandag komen winnen in Beveren, al geven er weinigen hen een kans.

“Vorig jaar werd Marlies Janssens uitgeroepen tot ‘speelster van het jaar’, terwijl ikzelf genomineerd was als  ‘coach van het jaar’. Deze week eindigde Marlies slechts op de zevende plaats en stond ikzelf niet eens bij de top-5. Dat begrijp ik niet goed, want hebben wij dan zo’n slecht seizoen gespeeld?

Zal ik het even opsommen? We wonnen de Supercup, we speelden de finale van de beker, die we slechts met 3-2 verloren, we staan in de titelfinale en we haalden de kwartfinale van de Europese beker. We waren dus aanwezig in alle Belgische finales. Welke andere club kan dat zeggen? En dan krijg je niet eens een speelster bij de genomineerden van het jaarlijkse referendum…”

Jullie stonden in de eerste finale tegen Asterix met 2-0 aan de leiding en zelfs in de derde set stonden jullie voor. Al geanalyseerd hoe dat kwam?

Stijn Morand: “Het uitvallen van Helena Gilson bij Asterix heeft mentaal zeker meegespeeld en wij konden niet meer de opslagdruk plaatsen zoals we die voordien wél hadden. We zakten een beetje weg. Maar we hebben wel met enkele blessuurtjes af te rekenen (Dorine, Lotte en Julie) en welke ploeg haalt haar vast rendement als ze haar hoofdaanvalster (Julie Smeets) ziet wegvallen? Heel jammer”

Maar jullie geven je nog niet gewonnen tijdens de komende finalewedstrijden?

“Asterix heeft natuurlijk het thuisvoordeel. En tactiek? Ach, beide ploegen kennen mekaar intussen wel door en door. Maar het blijft uiteraard nog steeds de ambitie om een ‘prijs’ te pakken. ”

Sommigen zeggen dat de veel te vroeg gestarte transfergesprekken jullie parten speelden.

“Ik vind ook dat die gesprekken veel te vroeg starten. Maar wij zijn daar niet mee begonnen. Ik weet ook wel dat de vijver om naar speelsters te vissen heel klein is. Enkele jaren was het redelijk stabiel op de transfermarkt en begonnen de gesprekken ook later, maar dit jaar kregen we vrij vroeg al een groot verloop aangekondigd voor de ploegen van volgend seizoen.”

Jullie kregen ook nogal wat kritiek te slikken omdat je vroegtijdig forfait gaf met de B-ploeg in eerste nationale.

“Dat vraagt om een beetje toelichting. Wij hebben om diverse redenen acht vertrekkers in de B-ploeg voor volgend seizoen. Wij stelden ook vast dat de kloof tussen onze C- en onze D-speelsters te groot was tegenover ons B-team. Terwijl je anderzijds toch niet kan zeggen dat we een slechte jeugdwerking bezitten, vermits we in alle jeugdcategorieën de finales van de beker speelden. Die meisjes moeten kunnen groeien en daarom beslisten we dat we onze structuur moesten optimaliseren in verhouding tot het project om speelsters naar de eerste ploeg te loodsen. We wilden niet verder doen met speelsters van buitenaf, maar als we de kloof wilden verkleinen tussen de B- en de C-ploeg, dan moesten we 2 forfaits geven, want anders konden we niet zakken en ons toekomstproject met de eigen jongeren niet verder uitwerken.”

Krijgen jullie nog een ploeg bij mekaar, die ook volgend seizoen een rol van betekenis kan spelen?

“De namen zijn intussen bekend: een mengeling van jeugdige talenten met enkele ervaren speelsters, die uit het buitenland komen. We versterken ons met Lynn Blenkers, Britt Janssens, Annelore Engels en Jodie Guilliams, terwijl nog enkele transfers niet vastliggen. Blijvers zijn Aziliz Divoux, Els Vandesteene, Eline Van Elsen, Dorine Declat en Annelotte Everaert. Ik denk dat we met deze ploeg toch minstens moeten gewapend zijn om volgend seizoen opnieuw de play-offs met 4 te spelen, bij wie ik ook Asterix, Bevo Roeselare en Oudegem reken. Als deze laatste ploeg niet speelt voor de titel, dan weet ik het ook niet meer.”

Waarom zouden speelsters naar VDK Gent moeten komen, volgens jou?

“VDK Bank Gent damesvolleybal is een ambitieuze, familiale topclub met 22 ploegen in competitie, met een goede structuur van onder tot boven, die haar ambities durft uitspreken. Op drie jaar tijd is de club op financieel en sportief vlak absoluut gezonder geworden en die lijn willen we de komende jaren zeker doortrekken.”

Tekst: Marcel Coppens