Robin De Bont: “Ik vertrek naar Zürich met een goed gevoel”

Ze keken even verbaasd op tijdens de wekelijkse trainersbijeenkomst in het Topsportcentrum in Vilvoorde. Robin De Bont had immers nét aangekondigd dat hij volgend seizoen zou beginnen aan een nieuwe uitdaging, nl. head coach en sportief directeur bij de Volley Academy in Zürich.

“Eerst keken de collega’s even raar op, maar al spoedig volgden de gelukwensen. Het werd uiteindelijk een collectief positief verhaal. Ik blijf trouwens tot het eind van dit schooljaar werken aan de Topsportschool, maar ik weet intussen dat ik met een goed gevoel zal vertrekken richting een volgende stap in mijn coachcarrière,” weet Robin, die dicht bij zijn woning in Zandhoven ook nog training geeft aan de eerste ploeg van VBC Zandhoven en in het verleden vaak clinics gaf over heel Vlaanderen.

De Bont begon met volleybal spelen bij Jeugdvolleybal Londerzeel, nadien één jaartje Volley Groot Leuven, hij veroverde als libero bij Antwerpen de beker, speelde nog één jaar bij Puurs om nadien uit te bollen bij Amigos Zoersel, terwijl hij intussen in het Vlaams Beloftenproject gestapt was en ook het coachesbestaan verder ontdekte bij de vrouwenploeg van Zandhoven.

“Sinds 1 mei 2015 begon ik aan de Topsportschool als coach van alle leeftijden Young Yellow Tigers.”

Altijd training gegeven aan de meisjesploegen. Waarom niet aan jongens?

Robin De Bont: “Ik vond het persoonlijker steeds aangenamer om training te geven aan meisjes. Ik zal trouwens in Zwitserland ook uitsluitend head coach blijven van de meisjesteams. Over het algemeen trainen vrouwen en meisjes iets taakgerichter dan jongens. Ze zijn ook wel iets minder speels, maar pikken vaak toch sneller informatie op dan jongens. Bij jongens moet je steeds iets meer triggeren op een speelse manier om het doel te bereiken en kan het iets langer duren. Beiden hebben natuurlijk hun voor- en nadelen.”

Hoe kwam je eigenlijk aan die job in Zürich? Had je daar misschien contact met de ex-Belgische bondscoach Svetlana Ilic, recent nog in Gent te gast met haar Zwitserse ploeg?

“Nee. Daar heeft het niets mee te maken. Ik heb intussen al wel Svetlana ontmoet en we wisselden al vele leuke anekdotes uit over haar tijd bij Tongeren, Asterix, Charleroi en de nationale vrouwenploeg. Maar de echte reden zit hem met de contacten die je al eens hebt als je met een nationale jeugdploeg deelneemt aan buitenlandse toernooien. Daar ontmoette ik verschillende keren Frieder Strohm, die intussen promoveerde in zijn functie bij de Volley Academy Zürich.”

Was je dan op zoek naar een andere job?

“Nee, helemaal niet. Ik heb zelfs nooit actief gesolliciteerd. Ik zat immers goed op de Topsportschool. Het was zeker geen negatieve keuze. Ik was niet echt op zoek. Maar als ze je polsen of je interesse hebt om een soortgelijke job uit te oefenen in Zürich, waar ik ook iets meer betrokken zal worden in het beleid, dan leek me dat een mooie uitdaging. Mijn gezin kan mee en Zwitserland kan je niet dadelijk een slechte keuze noemen. (lacht)

Hoe dikwijls krijg je in jouw carrière de kans om in zulke goede omgeving te werken, zoals in Zürich.”

Vertel eens iets meer over die Volley Academy.

“Eigenlijk bestaat die Academy nog maar drie jaar en dus staat ze nog in haar kinderschoenen. Maar onder impuls van voorzitter Vassilios Koutsogiannakis, een Grieks-Italiaanse advocaat en ondernemer, is de structuur echt wel professioneel uitgebouwd. Zwitsers zijn goed in organisatiestructuren en zij willen daar nu volleybalkennis aan toevoegen. Belangrijk was voor mij dat het daar ook vooral om een opleidingsproject gaat. Net zoals in Vilvoorde eigenlijk. Daar haalde ik wel met de jeugdploegen eens winst in de Wevza-competitie, maar na amper drie jaren Academy mag je nog niet dadelijk resultaten verwachten in Zürich. Dat beseffen ze daar ook. Ik vind het net interessant en uitdagend om mee iets te bouwen op langere termijn.”

Wat ga je meenemen van jouw ervaringen uit de Topsportschool in België?

“Hetgeen ik zeker ga meenemen, is de unieke samenwerking die we hadden met de collega’s. Als je het bekijkt, werk(te) ik samen met vier andere toptrainers, met Kris Eyckmans, met Koen Hoeyberghs, met Fons Vranken en met nog een aantal erg bekwame mensen, bij wie volley tenslotte hun hoofdjob was. Ik heb nooit problemen gekend met de collega’s in die acht jaar dat ik er werkzaam was. Er waren de kruisbestuiving tussen de trainers op volleybal- en fysiek vlak, maar er was vooral de schitterende samenwerking op menselijk vlak. Dat ga ik zeker ook in Zürich trachten mee te realiseren.”

Je komt wel binnen een andere structuur terecht…

“Juist, maar het opleidingsproject is er ook de hoofdzaak. Het grote verschil is dat in Vlaanderen de topsportschool gelinkt is aan de federatie, terwijl in Zwitserland de twee topsportscholen gelinkt zijn aan clubs.”

Zijn de meisjes daar ook intern en bestond er in Zwitserland al niet sinds jaren een structuur rond topclub Volero Zürich, die tegelijkertijd moest zorgen voor de aanvoer van talenten voor het Franse Le Cannet?

“Gezien de lichtjes andere schoolstructuur in Zwitserland, bestaat er voorlopig nog geen internaat voor de meisjes. Speelsters van 18-19 jaar leven er in een appartement. Ze hebben bijgevolg een iets grotere vrijheid en je kan ze niet zo van nabij volgen als in onze volleybalschool. Maar er bestaat dan weer wel een instroom van meisjes vanaf 12 jaar, zoals bij ons in Leuven. Zij worden echter meestal ondergebracht bij gastgezinnen of blijven thuis wonen indien de afstand dagelijks overbrugbaar is. Een beetje zoals het in Vlaanderen lang geleden begon. Ik moet die evolutie daar ook een beetje volgen en bekijken wat en hoe we zaken verder kunnen uitbouwen.

Want hoewel het een opleidingsproject is, willen ze natuurlijk mettertijd ook een aantal van die speelsters zien terecht komen in de nationale ploeg. Vanaf het komend seizoen bestaat de naam Volero Zürich trouwens ook niet meer en zullen onze ploegen spelen onder de naam Volley Academy Zürich. Zij zullen ook ondergebracht worden in reeksen van de nationale competitie, zoals dat bij ons momenteel gebeurt met de beloftenploegen.”

Tekende je daar een contract voor bepaalde duur?

“Nee. Het is een contract voor onbepaalde duur dat begint op 1 augustus. We zullen nadien nog wel zien hoe het daar loopt en hoelang ons avontuur daar precies zal duren.”

Je zei ook dat jouw gezin mee kon…

“Inderdaad. En dat was een bijkomend argument. Want wij hebben drie kinderen, drie jongens (lacht): één van drie jaar en een tweeling van één jaar oud. Qua timing is dat perfect, want ze zijn nog niet schoolplichtig. Mijn echtgenote (ex-jeugdinternational Lise Schuerwegen) kan in het onderwijs loopbaanonderbreking vragen en wellicht bestaat de mogelijkheid dat ze in Zürich aan een half-time job geraakt. Dat moeten we nog bekijken. Maar het zal dus duidelijk zijn dat er niks negatiefs aan mijn vertrek zit, maar eerder een collectief positief verhaal.”

Tekst: Marcel Coppens