Jelle Sinnesael staat stil bij zijn afscheid als speler

Het nieuws was al langer vrijgegeven. Nog enkele wedstrijden te gaan en daarna zet middenaanvaller Jelle Sinnesael (37 jaar, 2m00), kapitein van topklasser Decospan Menen, een punt achter zijn schitterende carrière. Of het om een definitief afscheid gaat, valt af te wachten.

Jelle stelt zich bij Menen kandidaat om T 2 te worden en zo te fungeren als de rechterhand van Frank Depestele. Frank heeft zijn contract overigens verlengd voor een vijfde campagne. De afgelopen dagen werd Sinnesael gehuldigd in de Tomabelhal in Roeselare door gastheer Knack. Jelle kreeg een grote kader cadeau met foto’s, aan hem overhandigd door boezemvriend Stijn Dejonckheere.

Volgens de statistieken vocht Jelle in vijftien seizoenen 63 burenduels uit tegen Knack. Met een recordpiek van acht derby’s in de campagne 2021-2022. Het getal 15 heeft voor Sinnesael voor de eeuwigheid een bijzondere betekenis. Hij maakte 15 seizoenen rond bij VC Marke Webis en evenveel jaargangen bij Decospan Menen. Jelle had graag zijn allerlaatste campagne als speler opgesmukt in de Champions Play-offs ‘23, maar dat is hem dan weer niet gegund. Zo wordt het nog een strijd tegen Lindemans Aalst voor de vijfde of zesde plaats. Waarna barrages volgen tegen de nrs. 1 en 2 van de Challenge Play-offs. In die Challenge P.O. zijn Tectum Achel als eerste en Axis Guibertin als tweede de betrokken partijen. Borgworm valt uit de boot. In de barrages is het ticket voor de Europese Challenge Cup weggelegd voor de ploeg die twee keer wint.

Zaterdag 29 april staat met stip genoteerd in de agenda van Jelle Sinnesael. Die feestavond werd gekozen, omdat het in theorie Jelles laatste thuiswedstrijd in hal Vauban kan zijn. Daarom werd 29 april voor alle zekerheid geprikt als datum. Bij een tweede barrage tegen de winnaar van het andere barrageduel  kàn er in die tweede fase nog thuisvoordeel zijn, afhankelijk van de eindstand in de Champions Play-offs. Maar die ranking is op dit ogenblik onmogelijk te voorspellen.

Het sportieve hart van Jelle Sinnesael klopt heel intens voor Knack Roeselare. “Jammer van hun gemiste Europese finale tegen Valsa Group Modena (Ita). Knack verkocht duizend sjaals als zoete broodjes. Iets wat wij ook realiseerden in de bekerfinale tegen datzelfde Knack,” aldus een relaxte Jelle. “Knack ontving voor de CEV-finale een recordaantal van 700 Vips en 75 tonnen bier stonden klaar om afgetapt te worden. Ik vond het zo spijtig dat de avond in mineur is geëindigd. Ik heb echt meegevoeld met de jongens. Dat zijn stuk voor stuk vrienden voor het leven. Ik denk aan Matthijs Verhanneman, Pieter Coolman, Sander Depovere, Simon Plaskie, Seppe Rotty en Rune Fasteland. Weet, dat er bijzonder veel Menens DNA in het Roeselaarse team het beste van zichzelf produceert.”

Samen goed voor meer dan 100 derby’s

Jelle Sinnesael kwam ter wereld op 14 juli 1985. Tijd om als 38-jarige een loopbaan te heroriënteren. Een familiaal getint spelersportret lijkt bijzonder gepast.

Jelle Sinnesael: “Ik woon met mijn vrouw Tine Segers in Wevelgem. Tine speelde in Marke en is nog recreatief actief in Kortrijk. We hebben samen dochter Laure (10) en zoontje Seppe (7). Laure is meer artistiek aangelegd. Maar Seppe heeft de sportmicrobe te pakken in het badminton, de zwemsport, ook bij KSA en in het volleybal bij Marke Webis, een fusie van drie ploegen. Die samensmelting heb ik zelf meegemaakt. Marke, Wevelgem en Bissegem sloegen de handen in elkaar. De fusieploeg zou nu vanuit eerste nationale naar de Liga kunnen promoveren. Maar dat ballonnetje gaat niet op, omdat de klim naar de hoogste reeks om allerlei redenen niet haalbaar is. Kwalitatief en financieel. Spijtig, maar het is zo.

Al blijf ik de club trouw. Ik ben er één van de drie trainers (Jelle zet zich in op woensdagavond, nvdr.), samen met Dieter Vandenbroucke en Luc Engelschenschilt als sterkhouders op de andere avonden. Die triple formule werkt absoluut, door de diversiteit aan invalshoeken. Ja, je kan van iedereen wel iets opsteken. En Marke is een toffe ploeg met aanvoerder Louis Vandecaveye, libero Jelle Nagels, Lars Maddens aan pass, Jasper Verhamme (hij verkast naar Menen) en Thomas Vandenberghe op de opposite. Even terzijde: ik heb vooral emotioneel te doen met het veel te vroege heengaan van Brecht Dewyspelaere (31) die bij Marke sterke prestaties leverde en even aantrad bij Knack Roeselare. Ik heb in Marke nog training aan Brecht gegeven.” 

Jelle Sinnesael is een van de weinigen aan de Belgische volleytop die zijn topsport combineerde met een toch wel drukke job. Hij liep zijn middelbare school op het Sint-Aloysiuscollege in Menen en behaalde het diploma van bachelor in sport en informatica in Torhout. Als leerkracht op zijn vroegere college is Jelle gericht op informatica in het tweede, derde en vierde jaar.

Jelle Sinnesael: “Ja, lesgeven is best leuk. Mijn pa, zelf oud-speler bij Menen en voetballer in Wevelgem, hamerde erop dat ik een diploma zou verwerven. Hij zette daar de volle druk op. Ik ben er hem dankbaar voor. Hij gaf me als zesjarige de kans om vol van allerlei sporten te proeven. Na 15 jaar bij Marke Webis en 15 jaar bij Menen heb ik een cyclus van 30 jaar afgerond. Dat is niet iedereen gegeven.”

Marke stond indertijd vanuit de Liga B al dichtbij een sprong naar Liga A. Toen kwam die droom een eerste keer niet uit. Het was Antwerpen met Sven Sophie en Timothy Buys (ex-Menen), dat alle tegenstand kraakte. Marke verloor twee wedstrijden: in Antwerpen en in Kemzeke-Stekene. Antwerpen pakte de titel op basis van slechts één enkele nederlaag. Maar het contact met Marke is altijd intact gebleken. In het bijzonder met Dieter Vandenbroucke en manager Brecht Plasman. Je beleefde wel enkele memorabele hoogtepunten?

Sinnesael: “Ja, de bekerfinale van dit jaar en de titelfinales van vorig seizoen. Met daaruit voortvloeiend een CL-campagne tegen het Italiaanse Trentino (Wout D’Heer), Zaksa Kedzierzyn (Pol), en Karlovarsko (Tsj). Die CL was een ‘niveautje te hoog’. Ook al omdat we dit lopende seizoen met een ietwat mindere ploeg afwerken. Zo ben ik niet gelukkig met de penibele resultaten na de bekerfinale.

Het is oké, dat er één speeldag later enige ‘decompressie’ heerst. Dan zou het moeten stoppen. Maar we rijgen nu niet meteen een reeks denderende resultaten aan elkaar. Eén zege, c’est tout. We slepen ons naar het einde. Het vertrouwen is zoek. We lieten ons, tegen de traditie in, twee keer door VHL Haasrode-Leuven in de luren leggen. Neen, de geest is uit de volleybalfles.

Vandaar dat spelers als Leonis Dedeyne (Balti Kortrijk), de Fin Jiri Hänninen en de Fransman Max Capet vertrekken. Ook Lou Kindt kiest voor andere oorden. Hij mikt op het buitenland Toch hoop ik stiekem op winst tegen Lindemans Aalst in onze laatste wedstrijd voor de start van de barrages. En gelukkig heeft Decospan al goed nieuws te melden met de komst van Gilles Vandecaveye (keert terug van Caruur Gent), middenman Jasper Verhamme (Marke Webis, 19 jaar, 1m98) en de 17-jarige hoofdaanvaller Eliot De Vleeschhauwer (1m91, young Red Dragon in de Volleybalschool in Vilvoorde). Jonge beloften Verhamme en De Vleeschhauwer tekenden een contract voor twee seizoenen.”

Wat waren de pieken in jouw carrière met Decospan Menen?

“Ik bereikte de halve finale van de Europese Challenge Cup tegen Olympiakos Piraeus. De Grieken pakten uit met drie of vier internationals. Zij wonnen zo logisch verdiend, maar het werd toch een hele belevenis. Nog een hoogtepunt herinner ik me onder coach Alain Dardenne in het seizoen 2012-2013. Tien jaar geleden. Een super jaar, hoewel we de titelfinales niet haalden. We wonnen in de play-offs een hele rist duels op een rij. We hadden nog twee punten nodig voor de eindfase. Maar Roeselare versloeg ons en in Maaseik liepen we tot 0-1 en 20-24 uit in de tweede set. Bingo, denk je dan. Toch lieten we de zege glippen: 3-1.”

Op de Proms werd je gelauwerd als beste blokkeerder van de Liga? Een compliment om te koesteren?

“Heel zeker. Echt uitstekende blokkeerders lopen er niet zo veel rond. Ik hoorde bij dat kransje. Je hebt fysieke panache nodig, je moet hoog kunnen opveren, het spel kunnen lezen en kunnen opschuiven met de volle inzet en het juiste snelle voetenwerk. Voor al die aspecten had ik een speciale feeling.  Heb ik altijd gehad. Ook voor de stand van mijn handen en mijn schouders.”

We stellen je graag de vraag. Jij hebt in dertig jaar maar bij twee ploegen gespeeld. Dat is vreemd?

“Ik begrijp de vraag. Ik heb aanbiedingen gekregen van werkelijk alle Belgische topploegen en x-aantal clubs in het buitenland: Roeselare, Maaseik, Lennik, Tourcoing, Antwerpen of Saint-Nazaire. Het is er nooit van gekomen, al heb ik het zwaar overwogen om naar Knack te transfereren. Maar mijn pa eiste dat ik mijn studies de voorrang zou geven. En eens ik mijn diploma had en een job in het onderwijs kon ik dat moeilijk allemaal laten vallen.

Ik heb van niks spijt, al had ik wel graag geweten hoe mijn carrière gelopen zou zijn na een overstap naar Roeselare. Dan zou ik een full prof regime kunnen activeren. Van één naar twee trainingssessies per dag. Maar ach, ik heb nooit een manager gehad en ik wilde Menen alleen maar loslaten bij een bod rond 5.000 euro per maand, precies ter compensatie, omdat ik mijn job moest laten vallen. (Lacht) Ik wist vooraf dat niemand dat zou spenderen. Net door het onderwijs moest ik ook alle selecties voor de nationale ploeg skippen. Ik wilde in de zomer liever beachvolleybal spelen met Stef Engels, Kristof Vroman of Brecht Pilasman.”

In al die jaren moet je toch enkele fratsen hebben beleefd?

“Ja, het is al lang geleden. In de Beker van België liep er wat mis op de carpooling in Kruishoutem. Ik reed altijd samen met Stijn Dejonckheere en Ward Coucke. Nog altijd mijn perfecte vrienden, zoals ook Dragan Radovic. In Maaseik bleek dat de shirts in mijn auto op de carpool waren achtergebleven. Toch even schrikken. Amai. We hebben dan witte truitjes van Maaseik geleend. Zo heette ik plots Simon Van de Voorde, zijn naam prijkte op mijn rug. Een bizar gevoel hoor.

Ik herinner me ook de bolwassing van trainer Kris Tanghe aan het adres van Pieter Coolman, toen die het op een Europese terugvlucht presteerde om een uitgebreid Mc Donalds-menu te bestellen en achter te kiezen te steken om zes uur (!) in de ochtend. Had je op dat moment de briesende Kris Tanghe moeten horen, haha. Pieter kreeg serieus onder zijn voeten.

En in vijftien jaar Menen, elf als kapitein, slikte ik in de titelfinales 2022 een unieke eerste rode kaart. Zal ik nooit vergeten. Ik kwam altijd redelijk goed overeen met de arbitrage, ik ken ook mijn verbale limieten. Maar die dag had ik prijs. Ik dank ook de blessureduivel dat ik maar twee keer in zijn vizier kwam in dertig jaar. In mijn eerste seizoen bij Menen liep ik een zeer zware voetblessure op (afgerukte gewrichtsbanden – operatie) en twee jaar later nog een keer. Het ging om dezelfde voet, weer geopereerd. Maar verder heb ik in dertig jaar bijzonder weinig matchen gemist.”

Je bent ‘de chouchou’ van het soms dolle Menense publiek.

“Ja, dat publiek doet me wel wat. Al vraag ik zeker geen standbeeld. Ik leef nog hé en ik blijf wellicht bij de club. Maar ik zet de stap naar T 2 pas als alle randomstandigheden zijn uitgeklaard. De huidige T 2 Wim Vanlaethem is alleen present op de wedstrijden zelf. Dat wil de club, als er budgettaire invulling komt, zeker veranderen. Ik kijk bovendien uit naar de renovatie van hal Vauban. (Grapje). Bij een eventuele nieuwe sporthalbenaming kan misschien mijn achternaam er ook bij: sinne-sael: ik heb zin in de zaal… (grapje!).

Sinnesael zou een afleiding of een vervorming zijn van ‘seneschal’: een hoge functionaris en vervanger van de koning aan het Frankische hof in het feodale tijdperk. Belast met financieel beheer en belastingen. Er zijn er wel wat met die naam in Wevelgem en omstreken.

De zaalvernieuwing is echt nodig, we kunnen Europees niet blijven switchen naar de Tomabelhal. Dat is logistiek veel te zwaar. Je geeft ook het thuisvoordeel quasi volledig uit handen. Tijdens de verbouwing zullen we uitwijken naar Wevelgem of Rekkem. Het is moeilijk om een uitstekende zaal te vinden, omdat die accommodaties door andere sporters en scholen vaak al overbelast worden.”

Je gunt Knack Roeselare als buur en West-Vlaming vermoedelijk de landstitel. Wat staat er gepland op 29 april, de dag van jouw afscheid?

“Op 29 april is voor aanvang van de wedstrijd een exclusieve VIP-receptie gepland. Na de match laat ik zeker vijf tonnen bier aanrukken als traktatie voor al mijn vrienden en fans. Ik heb er een enorme band mee. Ik heb als sociaal beestje heel graag veel mensen rond me.

 Ik wil iets terugdoen met een leuk afscheid. En jawel, ik gun Knack Roeselare voor 99 procent zeker de titel. Al zal Greenyard Maaseik bijzonder zwaar dreigen. ‘Remember’ seizoenen 2018 en 2019, toen de Maaslanders twee opeenvolgende landstitels konden versieren.”

Tekst: Leo Peeters