Pieter Verhees: “Ik hoop dat Red Dragons kwartfinale halen op EK”

Met de 35-jarige Braziliaanse middenman Gustavo Bonatto (2m15) heeft VC Greenyard Maaseik een ervaren vervanger te pakken voor Pieter Verhees. De Limburger heeft definitief een streep getrokken onder zijn lange carrière. Een ander leven ligt voor hem in het verschiet. In 2017 pakte Verhees met de Red Dragons de vierde plaats op het EK in Polen.

In 2019 miste hij helaas datzelfde EK. Hij stak in de lappenmand wegens zwaar blessureleed aan de knie. “De pijn was op de duur niet meer te harden. Een operatie en een lange revalidatie drongen zich op. Het gaat nu stelselmatig beter met me. Maar een comeback zit er niet in, omdat de belasting voor mijn knieën te hoog zou zijn. Bovendien kijk ik uit naar andere opties. Ik blijf het Belgisch volleybal alleszins op de voet volgen. Ik duim ook voor de Red Dragons en een puik resultaat op het EK, dat donderdag start voor mijn vroegere ploegmaats.”

Een streep onder zijn loopbaan, jawel. Zo komt er veel tijd vrij en neemt Pieter Verhees eerst een lange break. Hij zal intensief zijn vriendin en internationaal Edina Begic uit Bosnië-Herzegovina volgen. Edina koos voor het betere aanbod en verhuist zo van Monza (Ita) naar CSKA Moskou. Verhees: “Edina is terecht beloond voor haar sterke prestaties in Italië. Ze gaat een nieuwe uitdaging aan. Ik wil haar bijstaan. In Moskou ben ik nog nooit geweest. Ik ben benieuwd hoe het er in Rusland aan toe gaat”, aldus Verhees.

Samen met broer en schoonzus vloog hij vanuit Eindhoven naar Belgrado (Servië) om Edina aan te moedigen op het EK, in de poule van de Yellow Tigers. “We hebben een vakantiehuisje gehuurd via Airbnb. Maar helaas heeft Edina door een kleine contractuur in de quadriceps weinig kunnen spelen. Een echo moet uitsluitsel bieden hoe het probleem kan worden opgelost.”

Jouw lange carrière kreeg zijn eerste aanzet bij het huidige VC Pelt en daarna bij Noliko Maaseik B. Dan volgden de Topsportschool in Vilvoorde, Euphony Asse-Lennik en Maaseik.

Pieter Verhees: “Na VC Pelt in de jeugdreeksen was Noliko Maaseik B een eerste ervaring op een hoger niveau. Met trainer Ivo Thijs en ploegmaats zoals Raf Segers, Jef Hoedemakers, Wim Schrijvers en Kevin Klinkenberg. We hadden een toffe groep. Ik herinner me de pintjes op zondagavond na afloop van de wedstrijd. Op de Topsportschool ontmoette ik met trainer Claudio Gewehr de ideale leermeester. Ik beleefde een heel intense periode. Het was ook een harde leerschool. Gewehr was een fysiek gerichte trainer. Ik maakte er heel veel progressie. Met Simon Van de Voorde, Bram Van den Dries en Willem Van Renterghem bouwde ik een heel sterke band op. (lacht) Ook het leven op kot – voor het eerst – had zijn zeer gezellige kanten. Mijn drie seizoenen bij Euphony Asse-Lennik bevatten eveneens hoogtepunten. Met eerst trainer Sacha Koulberg en dan twee jaar Alain Dardenne. We haalden de finale van de Belgische beker en de finale van de play-offs. We speelden altijd bij de top drie. Met Noliko Maaseik, het vijfde team in mijn Belgische luik, verloor ik slechts twee wedstrijden op vaderlandse bodem. Bij Vital Heynen hoort weinig uitleg, hij is wereldtop, dat weet iedereen. Zo pakten we ‘de triple’: de Supercup, de beker en de landstitel. Het was altijd feest. Samen met Van de Voorde, Van Harskamp, Maan, Klinkenberg, Egleskalns,  Wounembaina en libero Derkoningen.”

Daarna volgde een Italiaans vijfluik?

“Dat begon met Andeoli Latina. Heel interessant: dichtbij Rome, de bijzonder aantrekkelijke Italiaanse hoofdstad. De Griek Andreas Fragkos (ex-Knack Roeselare) speelde er ook. We hadden een topcoach als Prandi. We haalden de finales van de CEV Cup en de Challenge Cup.

Bij Parmareggio Modena beleefde ik een droomtijd. Coach Angelo Lorenzetti leidde ons na dertien lege seizoenen naar bekerwinst en de Italiaanse vicelandstitel. We hadden een beresterke formatie met de Fransman Ervin N’Gapeth en de Braziliaan Bruno Rezende, een heel sterke ploeg. Gewoon prachtig.

Bij Gi Group Monza benadruk ik het tweede seizoen. Tomas Rousseaux liep er ook tussen. We presteerden sterk in de beker en in de play-offs. De ambiance was er fenomenaal, er was altijd wel iets te doen.

Met François Lecat belandde ik daarna bij Tonno Callipo Vibo Valentia  in het Italiaanse Zuiden. Er hing een warme  en open sfeer, met ook altijd mooi weer. Een winterjas had ik er niet nodig. Maar sportief wilde het niet lukken.

Vijfde en laatste Italiaanse club werd Consar Ravenna. We presteerden behoorlijk in de loop van het seizoen. Alleen niet in ‘moneytime’ op het einde, met de prijzen in zicht, wegens te veel opeenvolgende nederlagen. Maar versta me niet verkeerd. ik heb heel goede herinneringen aan die mooie stad.”

Covid doorkruiste jouw Poolse plannen?

“Het Poolse Aluron CMC Zawiercie, mijn volgende club, werd geleid door de Australiër Mark Lebedew. We zaten in de Challenge Cup. Met een mooie ploeg. Ik denk aan de Portugees Pereira en de Bulgaar Penchev. Maar COVID-19 deed alles afknappen. Ik zal nooit weten waartoe we in staat waren. Dat is jammer.”

En dan terug naar Maaseik…

“Coach Joel Banks wilde me er graag bij. We draaiden zeer goed met Maan, Dronkers, Cox, Kindt, Thys en Martinez. Maar de Europese uitschakeling tegen het Russische Sint-Petersburg betekende een pijnlijke domper. We verloren ginds, maar we trokken in de return 3-0 aan boord en we kregen zes matchballen in de bijkomende ‘golden set’. Daar ging het mis. Onvoorstelbaar. Niet te vatten.”

Welke clubs staan op je netvlies gebrand?

“Asse-Lennik, het huidigeVC Lindemans Aalst. Ik kreeg er kansen om een professionele loopbaan uit te bouwen. Daar ben ik het bestuur dankbaar voor. Ik kies ook twee Italiaanse teams: Modena voor het sportieve hoogtepunt (bekerwinst en vicetitel) en voor Monza voor de excellente teamspirit.”

Welke twaalf spelers zou je kiezen in je ideale selectie, je ‘dreamteam’?

“Aan de pass: Jovecic en Rezende. Op de opposite Luxemburger Kamil Rychlicki en de Pool Malinovski. Als libero de Italiaan Rossini. In het midden Simon Van de Voorde, Thomas Beretta en mezelf. Op receptie-hoek olympisch kampioen N’Gapeth, Serviërs Petric, Kovacevic en de Duitser Fromm. Voor mijn part wordt deze groep getraind door drie coaches: door mijn leermeester Claudio Gewehr, door Vital Heynen wegens zijn kennis en psychologisch gekleurde aanpak en door de Italiaan Lorenzetti, ook een klepper van wereldformaat.”

In augustus 2019 kampte je in Polen met onhoudbare kniepijn. Wat scheelde er?

“Een probleem met het kraakbeen en de meniscus in mijn linkerknie. Ik heb dan een fout gemaakt. Ik ben na de operatie veel te snel herbegonnen. Ik kreeg vrij snel nieuwe klachten door alweer zwellingen. In Polen is het misgelopen. Ik hoopte in Maaseik nog op de grote ommekeer. Maar ik begon het probleem te compenseren met mijn rechterknie. Mijn beide knieën werden te gevoelig om nog aan topvolleybal te doen.”

Wil je trainer worden?

“Misschien, ja. Ik denk eraan de trainerscursus B en A te volgen. Initiator ben ik al door mijn diploma Master L.O, dat ik heb gecombineerd met de lerarenopleiding. Ik zou zo ook in het onderwijs kunnen stappen. Ik heb opties op overschot. Ik sta open voor aanbiedingen, maar ik wil nog niet dadelijk gebonden zijn. Ik wil na vele jaren van hard labeur toch een beetje profiteren van de nieuwe vrijheid. Maar natuurlijk zal ik de aankomende competitie van dichtbij opvolgen. Ik denk dat vrijwel alle ploegen sterk voor de dag zullen komen. De strijd gaat vonken geven. Zeker omdat de pandemie lijkt bedwongen en de fans weer volop aanwezig kunnen zijn. Want spelen voor lege zalen, dat is ook maar niks.”

Wat verwacht je van de Red Dragons op het EK in Krakau?

“Polen is zeer sterk, net als Servië. Griekenland zie ik wegvallen. Winst tegen Portugal is ‘een must’. En hopelijk kan de ploeg revanche nemen tegen het taaie Oekraïne. Het is een moeilijke poule en er zijn geen gemakkelijke opdrachten, het zal vaak zijn van ‘moeten’. Top vier moet kunnen. Daarna is het uitkijken naar de tegenstander in de achtste finales.”

De Yellow Tigers rijgen de successen aan elkaar. Hoe komt het dat de Red Dragons op zoek zijn naar betere prestaties?

“Je mag niet vergeten dat een operatie ‘verjonging’ altijd een aanpassing vereist. Ik ben er niet meer bij. Ook Van de Voorde niet. Stilaan zijn youngsters Desmet, Mc Cluskey, Van Hoyweghen, Thys, D’heer en anderen aan zet. Ze zullen misschien meer tijd nodig hebben. Nu Christophe Achten (trainer van Frankfurt) weg is als assistent, is het kader volledig Spaans. Maar die mensen ken ik niet, ik kan niet oordelen, maar ik wens ze alle succes.”

Heb je er vrede mee dat je actieve loopbaan tot een einde is gekomen?

“Toch wel. Ik ben ook al dertigplusser. Ondanks de ernstige blessure ben ik helemaal tevreden met de manier hoe het gelopen is. Elke speler weet dat er vroeg of laat een einde komt aan de topsport. Ik heb fantastische jaren beleefd bij de nationale ploeg en in Italië. Ik heb van mijn passie mijn beroep kunnen maken, veel heerlijke mensen ontmoet en onschatbaar veel ervaring opgedaan.”

Waar denk je je te settelen met vriendin Edina?

“Dat zijn vragen voor na haar carrière. We zijn al enkele jaren samen. Ze is er niet geboren, maar ze woont al een vijftiental jaren in Sarajevo, de hoofdstad van haar land. Ik heb haar familie al ontmoet. Ik heb er een goede band mee. Met de hele bende trok ik op vakantie naar Turkije en dat is me perfect bevallen. Vermoedelijk ga ik met Edina in België wonen. Maar eerst zal ik mijn lieve vriendin zo veel mogelijk bezoeken in Moskou. Zij zal zeker nog enkele jaren doorspelen. Ik gun het haar tenvolle.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke / Pieter Verhees