“Olympisch centrum in Papendal is mijn biotoop”

Julien Van de Vyver (60) is een enthousiaste motorrijder. Hij heeft niet meteen veel hinder van ellenlange files. Hij laveert zo vlot door het verkeer. Want hij maakt veel kilometers. Nog meer gedrevenheid toont Julien in zijn carrière. Eerst als speler, daarna als trainer-coach. De Kruibekenaar ruilde de volleybalschool in Vilvoorde voor een professionele job bij het beloftenteam meisjes van jong Oranje. Die hebben Papendal bij Arnhem in Nederland als uitvalsbasis. “De spelverdeling is mijn grote ‘dada’,” lacht Julien. “Ik heb er veel feeling voor. Mijn kennis deel ik bovendien ook graag met het technisch kader en de vrouwen van VC Oudegem in de Belgische Liga A. Ik werk veel samen met Sacha Koulberg, de headcoach van VCO.”

De week van Julien Van de Vyver begint heel vroeg op maandagochtend in Oudegem. “Ja, VCO traint op maandag al om 8 uur ’s morgens. Ik moet vroeg uit de veren. De speelsters hebben zich speciaal daarvoor vrijgemaakt. Hoofdtrainer Sacha Koulberg is er dan niet. Hij traint zijn team de andere dagen van de week.”

Nederland heeft prioriteit

Van de Vyver: “Op maandag rond 11 uur vertrek ik vervolgens naar Nederland: goed twee uur rijden tot in Papendal. Ik beschik er over een appartement in Otterlo in de buurt en ik blijf er tot donderdag, half voormiddag. Dan keer ik, bij goed weer, met de moto terug naar België. Op donderdagavond werk ik weer even in Oudegem: video en baltraining. Soms rijd ik per week zelfs twee keer op-en-af. Dat gebeurt sporadisch, als ik zaterdag in Nederland vrij ben en zo kan coachen bij Sacha. Maar ik maak er geen geheim van: Nederland heeft mijn prioriteit. Met de focus op jong talent dat wordt voorbereid op de instroom naar het A-team, top in Europa en stilaan ook in de wereld. Ik heb dus de leiding in handen van het ‘opleidingsproject dames’. Dat houdt in: meedenken in de ontwikkeling van een grote groep 16-jarigen. Collega Claudio Gewehr heeft dezelfde functie in een gelijkaardig project bij de Nederlandse jongens.”

Goud in Rotterdam en in Singapore

Van de Vyver is zijn derde seizoen aan de slag in Papendal. De tijd vliegt voorbij. Eerder was de Oost-Vlaming een dozijn jaren verbonden aan de volleybalschool in Vilvoorde. Als trainer van de jongens: de fantastische groep met Matthijs Verhanneman, Hendrik Tuerlinckx, Pieter Verhees, Matthias Valkiers en Simon van de Voorde. Hij deed dat werk met hart en ziel. “Ik pakte zo de eerste Europese medaille ooit in België bij de jeugd: een bronzen medaille in 2006 op het EK in Wenen. Een onvergetelijke ervaring.”

Emile Rousseaux, nu coach bij Knack Roeselare, kreeg de leiding en het beleid in handen over de jongens in Vilvoorde. “Zo vond ik vernieuwde motivatie bij het jonge vrouwelijke talentteam van de volleybalschool. Heel boeiend, opnieuw. De groep met Laura Heyrman, Lise Van Hecke en ook mijn dochter Ilka. We werden Europees kampioen in Rotterdam en speelden de WK-finale in Mexico. Ook de eerste Youth Olympic Games in Singapore werden een schot in de roos. Met een gouden medaille: goed voor een schitterende uitstraling.”

Getalenteerde dochters

Wat het jonge volleyballende volkje wellicht niet meer weet: als jonge trainer werkte Van de Vyver in 1985 drie jaar als jeugd- en assistent-trainer van de Argentijnse headcoach Enrique Pisani bij Lennik. “Ik trok daarna naar Kruibeke, Hemiksem, terug naar Lennik als hoofdtrainer, naar de hel van Averbode (met Ivanovic als set-up) en naar VC Konings Zonhoven. Dat was het laatste seizoen eredivisie voor bij, omdat Zonhoven de boeken dichtklapte. Ik rondde af bij Kruibeke en vond dan die nieuwe uitdaging in de volleybalschool. En ik werkte overigens ook op vrije basis bij Asterix Kieldrecht.”

 

Je ademt volleybal. Net zoals je getalenteerde kinderen.

“Ja, de beide dochters zijn spelverdeelsters. Ook hun moeder, Kato Snauwaert, scheerde hoge toppen in dat onderdeel. Yellow Tiger Ilka (24) maakte opgang bij Kieldrecht, het Franse RC Cannes, het Italiaanse Firenze, het Sloveense Calcit Ljubljana en ze draait nu mee bij het Duitse Rote Raben Vilsbiburg, net voorbij München. “Zij volgt afstandsonderwijs L.O. met het statuut van topsporter. Dat loopt prima”, aldus Julien. “En Jutta (21) speelt aan de pass bij VDK Gent. Ze studeert binnenhuisarchitectuur, weliswaar op een trager tempo, à rato van 40 van 60 studiepunten per jaar.”

Aanzet voor succes van Dragons en Tigers

Interessante vraag: is er een verschil in werking tussen België en Nederland?

“Wat Nederland allemaal ter beschikking krijgt, daar kunnen wij hier alleen van dromen. En zo tof voor mij: in België moest ik uitvoeren, in Nederland mag ik mee bepalen. Een wereld van verschil. Ten tweede: Nederland kan beschikken over het olympisch topsportcentrum in Papendal: een ongeziene accommodatie, met een atletenhotel met 280 bedden, een voeding-gerelateerd restaurant. Alle toppers komen er samen in een uniek totaalconcept. Alle sporten zijn aanwezig: golf, judo, badminton, handbal, voetbal (jeugd Arnhem), de wielerbond (baanrenners), een nieuwe atletiekpiste in aanbouw (Daphne Schippers!), hockey, korfbal en ook GO-sport. In Papendal huizen 18 of 19 federaties. Trouwens ook verscheidene bedrijven. Enig doel van het geheel: de Nederlandse topsport ‘faciliteren’, heel comfortabel, in de beste omstandigheden. Er trainen dan ook veel buitenlandse atleten. Met dank aan het Nederlands Olympisch comité en het NSF. Ik mag ook het medische kader (SMCP) van dokters, kinesisten, sportpsychologen (o.a. de Belg Paul Witteman) en een batterij ‘testers’ niet vergeten. Die testers, zeg onderzoekers, geven de atleten ondersteuning via apps. Ja, Papendal is heel verrijkend. Echt mijn ding. Met mijn zestien talentrijke speelsters doen wij overigens mee in de competitie op het hoogste niveau. In Nederland. Ik wil daar ook iets achterlaten, waarmee het Nederlands volley sportief en structureel veel verder komt. Ik wil graag speelsters afleveren voor het A-team. Die aanpak propageerde ik trouwens ook met Claudio Gewehr en Rik Luyten in België. We hebben in Vilvoorde duidelijk de aanzet gegeven voor de successen van de Yellow Tigers en de Red Dragons.”

Stappen in goede richting

Gaat het goed met het Belgisch vrouwenvolleybal? “Vrij goed ja. Kijk naar Asterix Avo Beveren, Hermes Oostende, VDK Gent, Dauphines Charleroi en ook Oudegem. Maar nog meer ploegen zouden een voltijds programma moeten kunnen en willen draaien. Veel clubs zijn stappen aan het zetten in de goede richting, met proftrainers, waar dat haalbaar is. Maar het zijn de speelsters die moeten mee willen in een groots project. Niet altijd is daarvoor de motivatie aanwezig. Ik geef het toe: het is niet altijd even gemakkelijk. En ik begrijp ook dat jonge meisjes een goed diploma willen halen. Op basis van voldoende tijd gewijd aan de studie. De ouders van jong talent hebben zeker een punt als het over studeren gaat, omdat een carrière soms zo kort is en heel veel inzet en tijd vergt.”

 

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: FIVB, nevobo, Bart Vandenbroucke