François Lecat: “Knack Roeselare zal hoog niveau moeten halen”

Woensdagavond om 20u30 speelt Knack Roeselare in de eigen zaal één van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen. Wil de ploeg van coach Steven Vanmedegael nog een kans maken om bij de beste acht van Europa te horen in de Champions League, dan is in de eerste plaats een – liefst vlotte – winst tegen Friedrichshafen een noodzaak.

Laat die Duitse ploeg echter net nu de indruk geven opnieuw haar beste niveau te halen, nadat ze in de beker Recycling Berlin uitschakelde, de haast onklopbare ploeg uit de Duitse Bundesliga.

“Wij zullen inderdaad zelf op een behoorlijk hoog niveau moeten presteren,” vindt ook de 28-jarige François Lecat, sinds een maandje de nieuwste aanwinst van Knack Roeselare.

De Waal, die samen met Kevin Klinkenberg het Franstalige landsgedeelte vertegenwoordigde bij de Red Dragons, spreekt ons toe in haast perfect Nederlands. Hoewel hij er een internationale carrière heeft opzitten. Kijk maar: begonnen bij Guibertin in 2009, nadien naar Lennik, Maaseik en vervolgens naar het buitenland met een verblijf bij Verona en Valentia in Italië, Narbonne in Frankrijk, opnieuw naar de Liga B in Italië bij Peimar. Vervolgens kwam hij vorig seizoen bij Lindemans Aalst terecht, waar hij het seizoen niet kon uitspelen wegens een schouderoperatie. Ruim zes maanden later belandde hij reeds bij Al Arabi in Qatar, waaruit hij eind december terugkeerde.

“Een uitzonderlijke ervaring,” blikt François Lecat terug op die kleine drie maanden in Qatar. “Het was eigenlijk een rare situatie, want de dokter die de operatie uitvoerde, vond dat ik pas één jaar en één maand na mijn schouderbehandeling opnieuw fit zou zijn. Maar het was ofwel een beetje langer stil blijven ofwel het toch proberen in het land waar in oktober/november het WK voetbal plaatsvindt.

We wonnen aanvankelijk wel een aantal matchen, maar toen we twee keer op rij verloren, werden de twee buitenlandse spelers en de coach bedankt voor bewezen diensten. Omwille van het financiële aspect en het bekomen van de vliegtuigtickets voor de terugvlucht, bleef ik er nog iets langer.”

Een heel speciale ervaring, zeg je. Op welk gebied?

François Lecat: “Het leven was er heel hard. Je komt er gewoon in een heel andere wereld terecht. De huur, het eten, de gezangen om vijf uur ’s morgens uit de nabijgelegen minaret, een andere manier van leven en amper winkels waar je Westerse voeding kon krijgen. Maar ik wilde me wel aanpassen en een beetje leven zoals ze dat ginder gewend zijn. Het was echter compleet andere voeding en ik heb zeker geen nieuwe keukenrecepten mee naar huis gebracht.” (lacht)

En op sportief gebied?

“Ik heb daar eigenlijk vrij goed gespeeld. In sommige matchen behoorde ik zelfs tot de uitblinkers, maar als je zes maanden geen receptie meer hebt gepakt, was dat ook niet in elke wedstrijd het geval. Maar de coach wilde me heel graag, tot de club twee keer verloor. Niet leuk, maar blij dat het gedaan was en een ervaring rijper voor de rest van mijn carrière.”

De Belgische voetbalploeg doet daar in de herfst van dit jaar mee aan het WK? Hoe zie je dat?

“Het zal misschien met het voetbal wel een tikkeltje anders liggen, maar wij deden er ook mee aan de Arab Cup en dat gebeurde in compleet verouderde zalen. Ik denk ook niet dat ze er organisatorisch klaar voor zijn, want op dat gebied stelt het daar niet veel voor. Gewoon slechte organisatie soms. En ook geen echt niveau. Elke Europese ploeg kan daar gemakkelijk gaan winnen. Qua temperatuur viel het wel allemaal mee. OK, het was er 25 graden, maar dat was heel draaglijk. Trouwens op elke hoek en in de straten kan je ijsco krijgen. Maar nergens alcohol voor zo ver ik dat gezien heb.”

Eind 2021 liet jouw avontuur daar af en dan?

“Dan was het eventjes zoeken. Mijn manager had verschillende keuzes, maar zo midden in het seizoen ergens binnenkomen, is natuurlijk niet ideaal. Ik wilde wel een profstatuut, maar ik wilde ook niet te gek doen als je weet waar ik vandaan kwam. In de zomer zijn er zeker meer mogelijkheden. Maar nu was ik al blij dat ik in België terecht kon. Roeselare is een op-en-top professionele club, ik kende trainer Steven Vanmedegael vrij goed van vroeger. Hij wil mij ook niet als hoekspeler op het terrein zetten, maar eerder als aanvulling van de receptie. Ik moet trouwens aandacht besteden aan mijn schouder en dus probeer ik de ploeg gewoon te helpen in de mate van het mogelijke.”

Vorige zaterdag op Menen ben je ingevallen. Heeft de ploeg die nederlaag daar al verteerd met het oog op de wedstrijd tegen Friedrichshafen?

“Ach, het is gewoon een raar seizoen met tal van blessures, met afwezigheden wegens Covid-verschijnselen en een soms gewijzigde kalender. Toen ik hier de eerste week aankwam, lag de halve ploeg in de lappenmand wegens Covid. Dan is het extra moeilijk om je snel aan te passen. Langs de andere kant beter dat het op dit moment van de competitie plaatsvindt, dan op het einde van de play-offs. Tegen Menen is het altijd een moeilijke wedstrijd en deze keer bleef Stijn D’Hulst langs de kant uit voorzorg en om hem te sparen met zijn gevoelige buikspieren voor die Europese wedstrijd.”

Bereidden jullie die wedstrijd op een speciale manier voor?

“Niet echt. Maar zulke Europese wedstrijden zijn altijd iets speciaals. Zeker nu er ook opnieuw toeschouwers zijn toegelaten. Dan creëer je toch een ander sfeertje en moet het thuisvoordeel ons een extra stimulans geven. We weten waar we voor staan en we hebben de kwaliteit in de ploeg om tot goede resultaten te komen. We moeten er gewoon ons hoofd voor leggen en trachten een zo hoog mogelijk niveau te halen. De spelers willen er zeker voor gaan en we kregen ook een uitgebreide scouting over Friedrichshafen. We moeten er niet te lang over nadenken en van in het begin trachten onze wil op te dringen. Vergeet ook niet dat we de heenmatch tegen hen met 2-3 wonnen. Deze keer zou het best 3-0 of 3-1 moeten worden om onze kwalificatiekansen hoog te houden.”

Je weet ook dat de Red Dragons met de Italiaan Zanini een nieuwe coach hebben. Ben je nog kandidaat?

“Toen ik in Italië speelde, heb ik wel eens met hem gesproken, maar ik heb hem nooit als coach gehad. De nationale ploeg was dit seizoen nooit mijn eerste doel, maar als de coach mij oproept… Ik moet ook zien hoe het gesteld is met mijn schouder, want ik kan wel volleyballen, maar ik vrees dat ik misschien nog wel wedstrijdritme mis om op het hoogste niveau mee te spelen.”

Je kon in de voorbereiding op het seizoen ook meetrainen in Italië. Leg dat eens uit…

“Ik heb vroeger twee seizoenen bij Verona gespeeld en ik had nog steeds een goed contact met die ploeg. In de voorbereiding moesten zij drie spelers missen wegens internationale selecties bij de Italiaanse ploegen. Ik was ook geopereerd door een Italiaanse dokter en dus werd ik ook op dat gebied goed gevolgd.”

Dacht je niet even dat je misschien bij hen een contract kon krijgen?

“Niet echt. Misschien dat de club er nog wel aan dacht, maar ik heb zelf nooit de illusie had dat ik daar kon aantreden. Ik had vorig jaar bij Aalst alle moeite van de wereld gedaan om zo fit mogelijk te geraken. Maar achteraf gezien had ik me sneller moeten laten opereren. Bij Verona hadden ze intussen trouwens ex-Maaseikspeler Nathan Wounenbaina aangeworven.”

Maar jouw volleycarrière is toch nog lang niet gedaan?

“Ik heb mijn hele volleyloopbaan geduld opgebracht, omdat iedereen zei dat je als volleyspeler pas op je beste bent als 28-jarige. Ik ben 28 en ik mocht niks doen. Dat was wel een mentaal moeilijke periode voor mij. Maar ik zal mijn uiterste best doen om opnieuw mijn hoogste niveau te bereiken. Ik krijg daarin trouwens de volle steun van mijn vriendin  en ex-speelster Julie De Beule, die zelf gestopt is wegens beroepsredenen en die in het verleden enkele mooie beachresultaten bij mekaar speelde, o.a. met Nina Coolman als ploeggenote.”

Wat zijn de dromen van François op korte en middellange termijn?

“Op korte termijn hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen om Knack Roeselare bij de top-8 van Europa te krijgen. Matthijs Verhanneman en Mathijs Desmet zijn trouwens uitstekend bezig op die positie. Ik kan alleen maar trachten daarin af en toe te helpen.

Op langere termijn wil ik dus wel degelijk mijn hoogste niveau opnieuw bereiken. Volgens de dokters ben in twee jaar na de operatie opnieuw helemaal ‘top’. Ik wacht dus op nieuwe, betere tijden, want 2021 was niet echt mijn jaar. Maar ik bekijk het dag per dag, week per week.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke