“Interfreight Antwerp Ladies, het enige team dat jeugd kansen geeft”

Zondagavond om 18 uur heeft in de Deurnse Arena de heenmatch plaats van de halve finale van de Belgische beker tussen de Interfreight Antwerp Ladies en VDK bank Gent. Een evenement dat belooft.

Helaas vindt het ‘overlegcomité’ een toneelvoorstelling wél een evenement, maar een volleymatch niet en dus zal er gespeeld worden voor nul toeschouwers. Begrijpe wie kan! In de onderlinge competitiematch werden de Antwerpse jongedames gewoon van het terrein geveegd door een Gentse ploeg, die toen misschien wel haar beste match van het seizoen speelde: 25-8, 25-18, 25-10.

“Uiteraard willen wij het in deze bekermatch niet zo ver laten komen, maar Gent maakt momenteel wel een indrukwekkend sterke indruk. Maar wij hebben niks te verliezen en in een bekermatch weet je maar nooit,” vindt de Antwerpse coach Cristina Moga.

Twee jaar geleden deden de Antwerp Ladies speelsters en staff van Asterix Avo Beveren bleek uitslaan, toen ze in hun Arena de Waaslanders zonder pardon met 3-0 naar huis stuurden. In eigen zaal zetten die toen in de terugmatch wel de situatie recht, maar toch…

“Ik denk niet dat VDK Gent zich zal laten verrassen. Het is natuurlijk altijd wel leuk om als ‘underdog’ te vertrekken en uiteraard zullen we er alles aan doen om het ze zo moeilijk mogelijk te maken, maar de leiders bezitten momenteel gewoon geen zwakke punten. Als hun receptie goed komt, dan kunnen ze kiezen tussen sterke hoekspeelsters of steengoede middenspeelsters. Hun blok is bovendien heel goed georganiseerd. Daarenboven hebben ze twee verschillende types als spelverdelers: staat Lotte Dequick niet op het terrein, dan beschikken ze met Charlotte Coppin nog over een bijkomend blok. Hoe moet je dan nog scoren?, vraagt Cristina Moga zich af.

“VDK Gent is op dit ogenblik gewoon een categorie te sterk,” weet ook manager Jean-Marie Vankerkhove. “We moeten gewoon trachten een zo goed mogelijk niveau te halen en een afgang vermijden. We waren al blij met deze plaats in de halve finale nadat we met een gehandicapte ploeg bij Tchalou gingen winnen. Maar ik denk dat het uiteindelijke doel van onze jonge ploeg moet zijn om de negende plaats te vermijden. De kwaliteit om dat te realiseren is er wel en op die manier moeten we alvast geen barragewedstrijden spelen tegen ploegen als Haasrode, Fixit of Vosselaar.”

Sarah Cools

De ploegleiding wil er zich zeker niet achter verschuilen, maar de zware blessure die Sarah Cools maanden van het terrein houdt, is toch wel ingrijpend. “Met haar erbij hadden we al zeker vier punten meer behaald,” vindt Jean-Marie. “Ik denk aan de thuiswedstrijden tegen Oostende, Charleroi en Tchalou. Sarah is zulk een allround-speelster dat je haar zowel als opposite, als receptie-hoek of als middenblokster kan inzetten. Niet alleen tegen VDK Gent zou zij  zeer nuttig kunnen geweest zijn. Ze stapt intussen al wel zonder stok, ze gaat drie keer per week naar de kine en twee maal per week volgt ze ook krachttraining. Gelukkig gaven we haar een deeltijds contract, zodat ze toch nog kan genieten van een beetje loon. Maar haar wederoptreden zie ik zeker nog niet voor eind februari.”

“We missen gewoon de beste speelster in België,” voegt Cristina Moga eraan toe. “Iemand als zij kom je niet elke week tegen. Zelfs in Europa behoort ze tot de betere speelsters als ze volledig fit is. We proberen haar afwezigheid op te vangen door een aantal jongere speelsters meer spelgelegenheid te bieden. Ze doen dat niet slecht, maar zo’n meisjes van 18/19 jaar missen natuurlijk de nodige maturiteit. Je kan ze moeilijk alle verantwoordelijkheid van een wedstrijd op de schouders leggen. En zonder Sarah is ook de verrassende afwisseling voor de tegenstander weg.”

Jeugd

“Wij blijven achter met een bijzonder jonge ploeg. We hebben er nog over gediscussieerd of we iemand zouden aantrekken in de plaats van Sarah, maar uiteindelijk beslisten we om de eigen jeugd meer speelkansen te geven. Iemand als Caitlin Van de Perre is volop bezig om die kans ook te grijpen in concurrentie met Lotte Van Dijck. Het voordeel is dat bij ons de jeugd stappen kan vooruit zetten. Ik denk dat wij de enige ploeg in de hoogste afdeling zijn, die echt haar jeugd de kans geeft. Nu nog de resultaten, want dat heb je natuurlijk wel met jeugd: de ene keer spelen ze een uitstekende match en de volgende keer maken ze fout na fout. Zo komt ook onze spelverdeelster van ver terug na een soort burn-out en in sommige matchen merkten we intussen dat ze onze aanvalsters al in één-tegen-één situaties kan uitspelen,” klinkt het verder positief bij de teammanager.

Cristina Moga kan niet anders dan hiermee instemmen. “Het is juist dat jonge speelsters stilaan hun kans grijpen. Niet alleen Caitlin Van de Perre, maar ook Anouck Van Bouwel en Clara Wellens maken fors gebruik van de geboden kansen. Al is het natuurlijk nog niet altijd even goed.

De meeste ervaring in de groep komt er van Britt Ruysschaert. Drie jaar heb ik met haar gewerkt om ze van uitstekende receptiespeelster om te scholen naar iemand die ook aanvallend haar vrouwtje kon staan. Het is ook in die optiek dat ze vorig jaar naar Asterix trok. Ze wilde uitdokteren of ze ook op een hoger vlak haar rendement kon optrekken, maar die kans kreeg ze amper of niet. Het heeft dan ook enkele maanden geduurd vooraleer ze bij ons opnieuw haar niveau haalde en zowel in het achterveld als aanvallend bijzonder nuttig kan zijn. Nu staat ze er weer.

Voor zondag tegen VDK Gent zal het duidelijk zijn dat we met ’n allen op de tippen van onze tenen moeten spelen om op een redelijke prestatie terug te blikken. En de beker blijft toch altijd de beker. Je weet maar nooit!”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke