Menen en Aalst méér dan ‘underdogs’ in de beker?

De nationale volleybalcompetitie is vier speeldagen ver en ondertussen worden de waardeverhoudingen stilletjes aan duidelijk. Traditiegetrouw bezetten de grote twee, Roeselare en Maaseik, de top van de rangschikking en blijft ook uitdager Menen goed aanklampen, gevolgd door Haasrode Leuven en Aalst. De Ajuinen verzamelden voorlopig slechts vier punten, maar gezien hun zware start kunnen we enkel de thuisnederlaag tegen de Leuvenaars een echte ontgoocheling noemen.

Gelukkig zorgt de Beker van België voor afwisseling, want woensdag en donderdag staan de kwartfinales op het programma. De twee confrontaties die het meest in het oog springen zijn Roeselare – Menen en Aalst – Maaseik. Een zware klapper dus voor zowel Menen als Aalst, al kan er in één wedstrijd natuurlijk veel gebeuren.

We beginnen met Aalst dat in de competitie al een uitschuiver mocht noteren tegen VHL en duidelijk nog zoekende is. In de 1/8ste finales won het dan wel verdiend met 3-0 van VT Marke-Webis Wevelgem, al was de voorlopige 8ste uit de Nationale 1-reeks natuurlijk geen echte waardemeter. Maaseik daarentegen zal een ander paar mouwen zijn. Zal Aalst klaar zijn voor de komst van Cox en co?

Johan, hoe blik jij als coach terug op de eerste weken van dit seizoen?

Johan Devoghel: “Het voorlopige besluit is dat wij als ploeg nog veel werk voor de boeg hebben. Ik denk dat we zeker nog stabieler moeten worden in receptie. Nu goed, we zijn  hard aan het werken op training, dus ik heb alle vertrouwen dat dit goed komt. Maar alles wat vooraf is gezegd en geschreven, kan ik alleen maar bevestigen: het zal een zware competitie worden.”

Jullie hebben voorlopig vier punten uit vier wedstrijden. Kan je hier vrede mee nemen?

“De 3-1-winst op de openingsspeeldag tegen Achel vond ik meteen een leuke zege. Zij hebben zich in het tussenseizoen toch ook serieus versterkt. Nadien volgde de uitwedstrijd in Menen (3-2-nederlaag) en daar hebben we punten weggegeven. Vooral omdat we zowel in de vierde set als in de tiebreak een kloofje hadden. Toen het 1-2 in sets stond, zijn we spijtig genoeg de aanvallende fouten beginnen opstapelen, terwijl Menen dan weer moeilijker af te stoppen viel. We hebben dan wel een punt gepakt, maar het hadden er gerust twee of zelfs drie kunnen zijn. Nu goed, dat je in Menen niet de volle buit meegraait, is zeker geen ramp.”

De 0-3-nederlaag in eigen huis tegen Haasrode Leuven is dat wel?

“Dat was het resultaat van een complete off day. De eerste set was misschien een te zwaar verdikt, maar we maken wel acht opslagfouten. Als we er daarvan vier niet maken, ben ik ervan overtuigd dat we de set pakken en dan kan het een gans ander verhaal zijn. De tweede set verliezen we met amper twee punten verschil en in de derde set stond het 14-14, om maar te zeggen… . De conclusie na de wedstrijd is dat we onszelf hebben genekt door een veel te hoge foutenlast. Op verplaatsing kan je daar misschien gemakkelijk mee leven, maar in onze eigen zaal mag dit nooit gebeuren. Nochtans hadden we de week voordien uitstekend getraind.”

Het moet er in de wedstrijd natuurlijk ook uitkomen. Individueel zijn de statistieken van de nieuwkomers zeker niet slecht: Overbeeke staat eerste als ‘best scorer’ met 5,31 punten/set en Bogachev komt vlak na Rotty als ‘best server’ met een gemiddele van 0,62 aces/set?

“Voor de spelers is dat natuurlijk leuk, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik niet bezig ben met die statistieken en mij focus op de ploeg. Natuurlijk is Bogachev een goede serveerder en Overbeeke een aanvallende kracht, en het is een indicatie van wat ze in hun mars hebben, maar het is uiteindelijk de bedoeling dat je als ploeg punten pakt. Voorlopig is de competitie dus niet het scenario dat ik in gedachten had, maar of ik echt ontgoocheld ben, is misschien ook tekort door de bocht.”

Door de vele nieuwkomers missen jullie nog automatismen. Daarom is de Beker van België meer dan welkom lijkt me?

“We moeten inderdaad nog regelmatiger worden. Dat zag ik al tijdens de voorbereiding toen we goede met minder goede prestaties afwisselden. Dat gevoel zet zich voorlopig voort in de competitie, dus misschien helpt de beker ons wel. Automatismen en regelmaat krijg je nu éénmaal door zoveel mogelijk wedstrijden te spelen.”

Wat vind je trouwens van de loting?

“We moeten thuis tegen Maaseik, pfff. Ik had natuurlijk liever een mindere tegenstander gekregen. Maar ik bekijk de bekercampagne als wedstrijd per wedstrijd en ben niet zozeer bezig met de loting. Het principe is eigenlijk simpel: aangezien de kwartfinale in één wedstrijd is, krijgen we geen herkansing en moeten we winnen, anders liggen we er meteen uit.”

Een terugblik op de laatste bekercampagnes toont alvast wel aan dat jullie een echte bekerploeg zijn met twee finaleplaatsen op drie jaar tijd?

“Dat klopt, maar daar zijn we nu totaal niet mee bezig.”

Willen jullie wraak na de halve finale van vorig jaar toen Maaseik jullie eruit kegelde?

“Ook dat is verleden tijd. Bovendien is Maaseik nu een andere ploeg in vergelijking met vorig seizoen. Zonder Jelte Maan zie ik toch een verschil en ook Mitchell Stahl is er niet meer. Maar Maaseik blijft een sterke ploeg hoor: Jolan Cox is nog steeds dezelfde, Jan Martinez is er ook nog en dan heb je nu Lazar Cirovic en Martin Perin, toch ook een enorm talent. En laten we Ferre Reggers zeker niet vergeten. Ik weet dus niet of Maaseik een vraagteken is zoals hier en daar gesuggereerd wordt.”

Hoeveel kansen geef je Aalst om door te stoten naar de halve finale?

“Ik denk dat Maaseik toch nog altijd in het voordeel is. Zij zijn in de competitie met 2-3 gaan winnen in Menen terwijl wij er gingen verliezen. Zij staan ook boven ons in het klassement. Maar bon, het is één wedstrijd, dus het kan beide richtingen uit.”

Waar gaat volgens jou de sleutel van de wedstrijd liggen?

“Zoals zo vaak: opslag-receptie. Ik denk dat Maaseik heel sterk aan het severen is, maar wij kunnen dat ook. Hopelijk kunnen we laten zien dat we aan het groeien zijn, want we zitten totaal niet aan ons potentieel. Misschien hebben we één voordeel: we spelen in eigen zaal, dus ik hoop dat er veel volk komt kijken. Als er ambiance is in onze zaal, kunnen we misschien net dat tikkeltje extra brengen.”

Bij Menen is de toon duidelijk iets minder voorzichtig wanneer we het met coach Frank Depestele hebben over de kwartfinale tegen Roeselare. Nochtans is de tegenstander evenmin van de poes, al hebben de West-Vlamingen natuurlijk minder zorgen aan hun kop gezien hun uitstekende competitiestart met afgelopen weekend nog een uitstekende 1-3-zege op bezoek bij rechtstreekse concurrent Haasrode Leuven.

Frank, we vermoeden dat jij momenteel niet anders dan tevreden kan zijn?

Frank Depestele: “Het gevoel is inderdaad positief, maar ik vind toch wat we hier en daar meer punten hadden verdiend. De 3-2-zege tegen Aalst was kantje boordje, maar tegen Maaseik zaten we toch dichter tegen een 3-1 of 3-0 dan de 2-3-nederlaag die we te slikken kregen.”

Waar zie jij op korte termijn nog verbeterpunten?

“Ik vind dat de ploeg nog niet staat waar ik had gehoopt dat ze nu zou staan. Dan kijk ik vooral naar ons middencompartiment en onze setters. Door omstandigheden zijn Simon Plaskie en Seppe Rotty ook later bij de groep gekomen en dat voel je wel. Ik vind dat we ons eigen DNA nog moeten ontwikkelen.”

Wat bedoel je daarmee?

“Vorig seizoen hadden we gewoon een heel sterk midden met Martijn Colson en Jelle Sinnesael en wist iedereen wat zijn opdracht was. Martijn is vertrokken naar Gent en dat voelen we wel aan onze manier van spelen. Op dat vlak is het dus nog een beetje zoeken, maar week na week zie ik wel beterschap.”

Jullie zijn wel sterker geworden op de hoeken?

“Dat gevoel heb ik ook. Vorig jaar hadden we Trifon Lapkov die toch een tijdje uit vorm was en door de blessure van Anshel Ver Eecke zaten we daar toch beperkt. Ondertussen zijn Seppe Rotty en Simon Plaskie een jaartje ouder en kan Lou Kindt zich dit seizoen ook profileren als vaste waarde in de ploeg. De kwaliteit op onze hoeken is dus zeker naar omhoog gegaan, maar dat betekent ook dat onze spelverdelers zich daar moeten op instellen.”

Je wees daarnet naar het feit dat Rotty en Plaskie later bij de ploeg waren gekomen. Vind je dan niet dat het WK U21 hen goed heeft gedaan op het vlak van ervaring?

“Zeker en vast, maar het was mentaal wel heel zwaar. En ook: 8 wedstrijden op 10 dagen, dat was eigenlijk een beetje teveel van het goede. Rotty heeft ondertussen al bewezen dat hij een serieus talent is, maar natuurlijk moet bij continu fit blijven. Hij is niet de man van de lengte, dus hij moet altijd 100% zijn om te kunnen blijven gaan. Wat Plaskie betreft: hij is receptioneel enorm stabiel. Deze jonge jongens krijgen nu die kans, dus ze moeten het maar eens bewijzen. Alleen, als ze zo blijven spelen, is het maar de vraag of zij volgend seizoen nog hier zullen zijn.”

Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor Lou Kindt?

“Toen ik wist dat Kindt vrijkwam, heb ik geen seconde getwijfeld. Ik heb nog met hem samengespeeld bij Aalst toen hij receptie-hoek was. Je zag vorig seizoen al dat hij aan het groeien was, maar als coach moet je hem natuurlijk ook wel kansen geven en dat lukt misschien gemakkelijker bij een ploeg als Menen. Nu, dit seizoen moet hij er staan hé.”

Ben je tevreden over die andere nieuwkomer, Simon Andersen, die het vertrek van Colson moet opvangen?

“Hij heeft een lastige aanpassingsperiode gekend, omdat hij lang stil heeft gelegen. Het is hier natuurlijk allemaal vrij nieuw voor hem. In Amerika is het niveau zeker niet slecht, maar in Europa wordt er toch sneller gespeeld. Maar ik geloof in hem en ben er zeker van dat we hem vanaf januari in vorm zullen zien. Ondertussen vangt Leonis Dedeyne dat trouwens uitstekend op, dus we moeten ook niet te veel veranderen. We hebben twee goede spelverdelers en met Lowie Stuer op de libero zitten we ook gebeiteld. Bovendien zijn het jongens van de streek.”

Over de streek gesproken, woensdag wacht Roeselare voor een onvervalste streekderby in de kwartfinale van de Beker van België?

“Top! We kijken ernaar uit. Ondertussen hebben we Maaseik al in de competitie over de vloer gekregen, maar Roeselare wordt toch andere koek. Met Fragkos en Tuerlinckx hebben ze aan ervaring moeten inboeten, maar ze zijn nog altijd de meest stabiele ploeg van onze competitie. Tuerlinckx vervang je natuurlijk niet zomaar, maar ze kunnen nog altijd terugvallen op een uitstekende basis.”

En het is in Roeselare… de loting had beter gekund?

“Ik moet eerlijk zeggen dat ik hierover wel ontgoocheld ben. Vorig seizoen zijn we toch derde geëindigd? We komen nu al uit tegen Roeselare en dat is de moeilijkste tegenstander van alle ploegen. We gaan een heel goede dag moeten hebben om hen uit te schakelen. Ons basisniveau zal top moeten zijn.”

Waarover ben je dan nog meer ontgoocheld?

“Dit is het eerste jaar zonder reekshoofd. Normaal kunnen de eerste vier van de competitie pas tegen elkaar uitkomen in de halve finales die over twee wedstrijden gespeeld worden. Dat is toch een gans ander gegeven. Ik had deze kwarfinale misschien ook liever over twee wedstrijden gespeeld.”

Voor het thuisvoordeel?

“Als we de kwartfinale bij ons thuis zouden spelen, had ik gezegd dat één wedstrijd beter was (lacht). Kijk, de beker heeft natuurlijk iets speciaals. Maar als je naar het palmares van de laatste jaren kijkt, lijkt Roeselare haast onverslaanbaar. Zij staan misschien nog niet waar ze moeten staan, maar Roeselare blijft een topploeg. En de opeenvolging van wedstrijden, vrijdag spelen we al tegen Achel, vinden de spelers wel goed hoor. Ze spelen liever wedstrijden dan dat ze moeten trainen.”

Hoe gaan jullie woensdagavond het verschil proberen te maken?

“We gaan Roeselare zwaar onder druk moeten zetten met onze opslag, want dan zullen ze hopelijk fouten maken. Dat betekent dat we met veel risico moeten spelen, al gaan we ook daar weer een balans moeten vinden. Ons eerste doel moet zijn om Stijn D’Hulst niet in zijn spel te laten komen. Als we daarin slagen, zullen we opties krijgen.”

Misschien kan Haasrode Leuven een voorbeeld zijn? Zij maakten het Roeselare op de openingsspeeldag knap lastig. 20-22 in de eerste set, 20-24 in de tweede set, zelfs zonder de geblesseerde Tuerlinckx?

“Ik heb flarden van die wedstrijd gezien en inderdaad, misschien heeft Haasrode Leuven daar wel een gouden kans laten liggen. VHL heeft bewezen dat het niet onmogelijk is om Roeselare in de problemen te brengen. Of ik er wat van opgestoken heb? Natuurlijk. Er waren voldoende spelsituaties die aantonen dat wij kansen zullen krijgen. Nu zal het aan ons zijn om juist van die momenten te profiteren.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Bart Vandenbroucke

Kalender kwartfinales Beker van België mannen

Woensdag 24/11 (alle matchen om 20u30)

  • Caruur Volley Gent – Tectum Achel
  • Knack Roeselare – Decospan Volley Team Menen
  • Volley Haasrode Leuven – Waremme

Donderdag 24/11 (20u30)

  • Lindemans Aalst – Greenyard Maaseik