Hendrik Tuerlinckx: in debuutseizoen al ‘coach van het jaar’

Wat een seizoen voor Hendrik Tuerlinckx. In zijn allereerste jaar als hoofdcoach bij Haasrode Leuven, werd hij al gekroond tot ‘coach van het jaar’. Niet slechts een bekroning van zijn succes als coach, maar ook een zichtbaar bewijs van de ambitie die bij VHL leeft.

Met de stad Leuven als stevige partner en een team dat voor elkaar door het vuur gaat, is dit maar de eerste stap in de richting van een veelbelovende toekomst. Tuerlinckx had dit succes niet verwacht, maar het was voor hem tegelijk een mooie bevestiging van het werk dat de club en hijzelf hebben verricht.

De uitreiking op de Volleyproms startte met een grappige wending toen voormalig topcoach Dominique Baeyens in zijn speech per vergissing zei dat het al Tuerlinckx’ tweede seizoen als coach was – een onbedoelde vergissing die voor de nodige hilariteit zorgde. Maar de bescheidenheid van Tuerlinckx bleef, want voor hem betekent deze titel vooral dat de fundamenten voor een groter project gelegd zijn.

Het is natuurlijk een clichévraag, maar had je durven dromen dat je deze prestigieuze prijs al in jouw eerste seizoen zou winnen?

Hendrik Tuerlinckx: “Nee, absoluut niet. Als je kijkt naar de coaches die ik moest verslaan, voelde ik me eigenlijk wel een beetje de underdog. Zeker als je ziet wie er op de lijst stonden, zoals bijvoorbeeld Jan Vanvenckenray van Achel. Als we de stemming in december of januari hadden gedaan, had ik waarschijnlijk niet eens in de top-3 gestaan en was Jan de gedoodverfde favoriet. Het had er ook anders uitgezien als Steven Vanmedegael de titel pakt  en de uitreiking pas op het einde van dit seizoen plaatsvond. Het is in elk geval een mooie erkenning.”

Dat zeg je al meteen met een nuchtere analyse. Maar het is natuurlijk een bijzondere prestatie! Hoe heb je het zelf ervaren toen je het nieuws hoorde?

“Het was een mengeling van trots en voldoening. We zijn als club echt iets aan het opbouwen, en ik denk dat deze erkenning niet alleen voor mij geldt, maar voor het hele project van VHL. Het is een verhaal dat we samen schrijven: van de spelers tot de staf en het bestuur, en zelfs de vrijwilligers. VHL heeft heel gestaag gewerkt, zonder overhaaste beslissingen en dat heeft ons nu geholpen om te groeien. Maar uiteraard besef ik dat dit nog maar het begin is. We hebben nog veel werk voor de boeg.”

De uitreiking had wel wat humoristische momenten, zoals de vergissing van Dominique Baeyens, die zei dat dit jouw tweede jaar als coach was. Hoe vond je dat?

(lacht) “Ja, dat was wel grappig. Dat zegt wel iets over hoe ik gezien word, denk ik. Dominique is duidelijk geen journalist! (lacht). Maar goed, ik zie dat als een compliment! Het was een leuke vergissing, maar het benadrukt eigenlijk ook dat mensen nu al gaan denken dat ik al langer coach ben. Dat voelt goed.”

Het seizoen loopt nu al richting het einde, maar als je terugkijkt, wat waren dan de grootste uitdagingen?

“De grootste uitdaging was misschien wel het vasthouden van de eigenheid van de ploeg. In het begin van het seizoen maakten we bepaalde afspraken en regels, zowel tactisch als op het gebied van teamdynamiek. Die afspraken moesten we vast blijven houden, ook al liep het niet altijd zoals gepland. Denk bijvoorbeeld aan de halve finale van de beker, waar we tegen Menen net te kort kwamen. Maar de ploeg heeft bewezen dat ze goed met tegenslagen omgaat. De manier waarop we onze doelen bleven nastreven, zelfs toen het moeilijk was, zegt veel over de mentaliteit die we met de groep hebben opgebouwd.”

En waar ben je het meest trots op als je naar het seizoen kijkt?

“Vooral de constante groei van het team. We hebben een lange reeks in de BeNe League volgehouden en geen paniek gezaaid, zelfs niet toen het moeilijk werd. Kijk bijvoorbeeld naar hoe we in de halve finale tegen Maaseik van een 2-0-achterstand terugkwamen en het alsnog afmaakten. Het aura van VHL is veranderd. We zijn niet langer de underdog, maar we worden stilaan een ploeg die iedereen wil verslaan. De mentaliteit van de groep is daar ook een groot onderdeel van.”

Je hebt nu de Champions League gehaald, wat voor jou en de club een enorme stap vooruit is. Hoe kijk je naar deze nieuwe uitdaging?

“Dat is inderdaad een hele uitdaging, maar ook een fantastische kans. Het zal een belangrijke stap zijn in de verdere ontwikkeling van de club. We moeten realistisch blijven, want de kosten die gepaard gaan met de Champions League kunnen behoorlijk oplopen. Ik kijk graag naar Roeselare, dat van haar CL-campagne een verdienmodel hebben gemaakt. Hun succes in de Champions League is niet toevallig en het zou voor hen een financiële ramp zijn als ze daar niet in spelen. Als dat model werkt, moeten wij misschien ook eens gaan kijken hoe zij dat doen.”

Dus, een beetje copycat? Wat kunnen jullie van hen leren?

(grijnst) “Waarom niet? We moeten altijd open staan voor goede ideeën. Het zou wel dom zijn om niet te kijken naar wat een club als Roeselare heeft bereikt. Ik ben ervan overtuigd dat we als club ook verder moeten kijken naar een aparte shirtsponsor. We draaien nu vooral op kleinere geldschieters, maar als we de Champions League spelen, moeten we kijken naar grotere stappen. Er is veel werk, maar we hebben de kans om het te doen. En de CL opent hopelijk een paar extra deuren.”

Je klinkt nu niet alleen als coach, maar denkt ook steeds meer als manager.

“Dat klopt. Als ex-speler breng ik natuurlijk veel ervaring mee. Eigenlijk doe ik niets anders dan vragen stellen aan het bestuur. Ze zijn realistisch, maar ik probeer dingen in beweging te krijgen door nieuwe ideeën aan te dragen. Een ‘nee’ heb ik, maar als ik ergens voor ga, kan ik vaak een ‘ja’ krijgen. Gelukkig zitten we vaak op dezelfde lijn en zijn er weinig momenten dat ik mijn zin niet krijg.”

En hoe kijk je naar de toekomst van VHL, vooral met de ambities die je nu hebt?

“We hebben een goed fundament gelegd, maar de Champions League is slechts de eerste stap. Het jaar na volgend seizoen zal echt cruciaal zijn. We zijn nu al bezig met de planning van dat seizoen, met de versterking van de ploeg en het bepalen van het budget. Maar naast het sportieve moeten we ook de clubstructuur verder uitbouwen. De bouw van een nieuwe sporthal in Leuven (ingebruikname staat gepland in 2028) is daar een belangrijk onderdeel van. Als we dat goed aanpakken, dan kunnen we een constante topclub worden die elk seizoen meedoet voor de prijzen.”

Tot slot, de play-off finale staat voor de deur. Hoe leeft dat bij jou en binnen de ploeg?

“De mindset is heel simpel: we gaan voor de winst. We zijn al trots op ons seizoen, maar we willen meer. In de finale staan is één ding, maar we gaan die niet zomaar spelen om te spelen. Roeselare is een topploeg, dus als ze ons overklassen, moeten we daar vrede mee nemen. Maar als we blijven vasthouden aan de werkethiek die we dit seizoen hebben getoond, kunnen we Roeselare zeker uitdagen.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: archief