Speler van het jaar Basil Dermaux: “Nog jaartje ervaring opdoen in België”

Het was niet zo dat de buitenlandse aanbiedingen in groten getale binnen stroomden, maar toch waren vele volgers het erover eens dat de 22-jarige Basil Dermaux de meest opvallende figuur was bij Knack Roeselare, dat dit seizoen met alle mogelijke prijzen ging lopen, op uitzondering van de Supercup. Al is het nog even afwachten of daar tegen Haasrode Leuven ook een nieuwe landstitel aan toegevoegd kan worden.

Zelf was Basil natuurlijk meer dan tevreden met zijn eerste uitverkiezing als ‘speler van het jaar’. “Ik had wel gehoopt op een plaats bij de top-3, maar ik dacht dat mijn ploeggenoten Stijn D’Hulst, Seppe Rotty of anders Pierre Périn daar ook aanspraak konden op maken,” meende Dermaux, met een grondige kennis van het Belgische volkje aan de top van het volley.

Basil Dermaux blijft verder overigens met beide voetjes op de grond als het over zijn toekomst gaat. “Ik ben blij dat ik, voor mijn Roeselaarse periode, een jaartje ervaring opdeed bij Menen. Ik ondervond immers dat ik op fysiek vlak nog behoorlijk te kort kwam. Toen ik het jaar nadien toch terug voor ‘de Knack’ ging uitkomen, liep ik bij een training met de nationale ploeg een zware blessure op: voorste kruisbanden gescheurd. Opnieuw een compleet seizoen verloren. Erg frustrerend.

Maar ook in het jaar dat Covid de kop opstak, ben ik fors gaan investeren in het opbouwen van mijn fysiek. Ik heb veel tijd doorgebracht in de fitnesszaal en dat heeft geloond. De grootste vooruitgang in mijn volleyloopbaan situeert zich dan ook op een ferme fysieke verbetering. Wie me vier jaar geleden bezig zag, herkende me niet meer.”

Dat wil niet zeggen dat Basil niet weet waaraan hij moet werken om een nog betere volleyspeler te worden. “Aanvallend en vanop de opslaglijn lukt het steeds beter, maar ik wil nog meer continuïteit in mijn spel brengen. Ik ken wel behoorlijk wat ‘ups’, maar daar staan nog iets te veel ‘downs’ tegenover. Daarom dat ik verkies om een jaartje langer in België te blijven. Ja, ook met Matthijs Verhanneman als nieuwe coach. Het zal voor hem niet gemakkelijk worden in zijn debuutjaar als coach, maar ik heb het wel altijd gezien dat hij het in zich had om een goede coach te worden.”

Hoe slaagde iemand als Steven Vanmedegael erin om, na al die jaren, de motivatie in de groep te bewaren?

“Ik denk niet dat hij ons extra moest motiveren. De drang om een prijs te winnen, was wel bij iedereen van ons aanwezig. Stevens sterke punten zitten hem in het tactische en in het spelinzicht. Hoegenaamd geen idee waar hij volgend seizoen terecht komt.

Mijn bedoeling is het om – na volgend seizoen – wel degelijk in het buitenland aan de slag te kunnen. Maar dan wel in een ploeg waar ik speelkansen krijg. Liefst in de Poolse of Italiaanse competitie. Mijn vriendin is het daarmee eens, want het is natuurlijk plezieriger om met z’n tweeën samen elders te vertoeven. En vervelen gaat ze zich ook niet, want ze gaat haar studies beëindigen aan de Vives Hogeschool in Kortrijk, war ze ook kan werken in wisselende tijdsperiodes.

Natuurlijk eerst zien dat we met Knack Roeselare een nieuwe titel behalen, want we mogen Haasrode Leuven zeker niet onderschatten. En dan wil ik meedoen aan de volledige campagne met de Red Dragons. Een pittig programma en ik kijk in het bijzonder uit naar het WK. Ik denk dat wij eigenlijk over een zeer goede ploeg beschikken, met een goede mixed tussen de oudere en de iets jongere generatie. De punten die we daar kunnen behalen, zouden wel eens belangrijk kunnen zijn voor de toekomst van de Red Dragons. Misschien dit jaar nog niet, maar wellicht kunnen we volgend jaar wél een gooi doen naar een plaats in de top-10. Ik denk dat we daarvoor het talent in de ploeg hebben.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Jan Vanmedegael en archief