“BeNe Conference: een broodnodige verfrissing met veel potentieel”

De aftrap van de BeNe Conference is achter de rug en het resultaat mag er zijn. Een grensverleggende samenwerking tussen Belgische en Nederlandse volleybalclubs heeft de spankracht naar een nieuwe hoogte getild, met opvallende prestaties van topclub Roeselare, maar ook het indrukwekkende parcours van Haasrode Leuven.

Maar hoe kijkt Marie De Clerck, CEO van de Lotto Volley League, terug op de eerste editie van deze cross-border competitie? Wat zijn de echte lessen die we uit dit avontuur kunnen trekken en wat zijn de cruciale uitdagingen voor de toekomst?

Voor de goede verstaander: Marie De Clerck is trots op wat de BeNe Conference heeft bereikt, maar kijkt ook realistisch naar de uitdagingen die er nog liggen. De competitie lijkt sterker geworden, maar er is nog veel werk te doen om de Nederlandse ploegen op het juiste niveau te krijgen en de commerciële en organisatorische aspecten verder te ontwikkelen. De toekomst van de BeNe Conference lijkt veelbelovend en met de juiste stappen zal deze samenwerking tussen België en Nederland ongetwijfeld nog verder groeien.Want hoewel de BeNe Conference zich als een klein succes heeft gepositioneerd, lijkt het allemaal pas net te beginnen.

Als we kijken naar deze eerste editie, wat valt op in de prestaties van de ploegen?

Marie De Clerck: “Als ik eerlijk ben, ben ik best tevreden met het algemene niveau en de Belgische teams hebben zich goed gepresenteerd. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Haasrode Leuven en hun indrukwekkende zeven opeenvolgende zeges. Roeselare stak er natuurlijk ook bovenuit en zoals verwacht, werden zij de allereerste BeNe-kampioen. Wat me wel opvalt, is dat de Nederlandse ploegen weerbaarheid hebben getoond, maar dat er toch nog een kloof lijkt te zijn – vooral op sportief vlak – die ze nog moeten overbruggen.”

Dit was eigenlijk geen verrassing. Wat denk je dat de oorzaak is van het mindere niveau van de Nederlandse ploegen? Maar vooral: wat kan er worden gedaan om hen sterker te maken?

“Ik denk dat de Nederlandse ploegen te maken hebben met een aantal structurele uitdagingen. In Nederland ligt de focus sterk op het exporteren van talent naar het buitenland, waardoor de binnenlandse competitie nivelleert. Daartegenover staat België, waar we weliswaar ook veel talent ontwikkelen, maar waar we tegelijkertijd ook de focus hebben gelegd op het versterken van onze eigen competitie. Het zou fijn zijn, mochten de Nederlandse ploegen zich ook richten op het versterken van hun interne structuren en het behouden van meer talent of het terughalen uit het buitenland. Als je kijkt naar hun niveau: ze hebben met Lycurgus Groningen, Orion Stars Doetinchem en Dynamo Apeldoorn drie echt goede ploegen, maar onder dit trio is het verval groot.”

Het werd gaandeweg duidelijk dat de Nederlandse ploegen moeite hadden om het tempo van de Belgische ploegen bij te benen. Hoe zie jij dat?

“Kijk, er is veel potentieel, maar de Nederlandse teams hadden een minder intense competitie in aanloop naar de BENE Conference. Daardoor leek het dat de Belgische teams vaak de controle hadden, vooral in de belangrijke momenten van de wedstrijden. De Nederlandse ploegen kunnen daar misschien nog iets van leren door in hun binnenlandse competitie meer te focussen op intensiteit en strategie. In opslag-receptie bijvoorbeeld, waren de verschillen soms erg groot.”

Roeselare was natuurlijk de grote winnaar van deze eerste editie van de BeNe Conference. Wat kunnen andere teams van Roeselare leren?

“Hun succes is geen verrassing. Wat andere teams van Roeselare kunnen leren, is de manier waarop ze hun spelers mentaal voorbereiden op de grote wedstrijden. Hun consistentie is indrukwekkend en dat is iets waar andere teams in België en Nederland naar zouden moeten streven. Het gaat niet alleen om technische vaardigheden, maar ook om het creëren van die echte winnaarsmentaliteit.”

Je hebt ondertussen met heel wat mensen in het wereldje gesproken en hebt regelmatig contact met Wijnand Geerdink, de grote man in Nederland. Wat zijn volgens jullie de grootste werkpunten voor de BeNe Conference in de toekomst?

“Er zijn verschillende belangrijke werkpunten die we de komende jaren moeten blijven aanpakken. Allereerst moeten we de commerciële kant verder versterken. Het vinden van een hoofdsponsor die zich daadwerkelijk verbindt aan de competitie is essentieel om de noodzakelijke investeringen te doen en de competitie verder te laten groeien. Daarnaast moeten we de marketing en communicatie aanpakken, zodat we niet alleen binnen de volleybalwereld, maar ook daarbuiten een breder publiek kunnen bereiken.”

“We willen absoluut dat de competitie voor alle teams spannend blijft, met gelijke kansen voor iedereen. Op het vlak van organisatie kunnen de clubs nog leren van mekaar. Zo waren er bijvoorbeeld enkele praktische zaken die voor de Nederlandse teams nieuw waren, zoals het voorzien van eten na de wedstrijd, het aanbieden van water voor iedereen, en het hebben van een fysieke tafel voor de kiné. Deze zaken zijn in België vanzelfsprekend, maar voor de Nederlandse ploegen waren ze een nieuw leerproces. Ik sprak vorig weekend nog met de spelers van Roeselare en zij waren heel positief over de infrastructuur in Nederland en het vele publiek tijdens hun wedstrijden. Dus dat belooft voor de toekomst”

Als ex-manager van topclub Oostende in het basketbal vermoed ik dat je een scenario zoals in de huidige BNXT League, waar de overmacht van de Belgische ploegen de competitie helemaal uit balans heeft gebracht, absoluut wil vermijden.

“Wat ik daar heb geleerd, is dat het belangrijk is om geduld te hebben, maar ook om de juiste fundamenten te leggen voor groei. In het basketbal zagen we dezelfde dynamiek: de samenwerking tussen landen had tijd nodig, maar wanneer die eenmaal goed was opgebouwd, ontstonden er wel kansen. Wat ik in de volleybalwereld wil vermijden, is dat we dezelfde fouten maken. We moeten voorkomen dat de top vijf enkel uit Belgische ploegen bestaat, zoals nu in het basketbal. Er moet een gezonde concurrentie blijven. Maar, en dat is niet onbelangrijk, we hebben met de BeNe-Conference toch voor een ander format gekozen. De grootste winst was misschien wel dat er in elk land ook nog een aparte competitie is en dan zag je dat de Lotto Volley League nog nooit zo spannend was. Op de laatste speeldag van onze reguliere competitie kwamen er nog vijf ploegen in aanmerking om een plekje in de top vier te bemachtigen. En ook na de BeNe Conference is er nog een apart play-offsysteem, waardoor zelfs ploegen zoals Maaseik en Menen, die in de Challeng Play Offs moesten aantreden, nog kampioen kunnen spelen.”

Wat kunnen we verwachten van die play-offs en wat is de rol van de BeNe Conference in deze finale fase?

“De play-offs zullen ongemeend spannend zijn, daar twijfel ik niet aan. De BeNe Conference heeft een frisse wind doen waaien in ons volleybal en ik denk dat de play-offs dat nog verder zullen bevestigen. Het heeft voor meer drama en beleving gezorgd, waardoor de play-offs alleen maar interessanter worden.”

Hoe zie jij de toekomst? Denk je dat de samenwerking tussen België en Nederland de juiste richting opgaat?

“Absoluut, ik zie een positieve toekomst voor de BeNe Conference. De samenwerking heeft op vele vlakken winst opgeleverd: de verfrissing heeft onze eigen competitie goed gedaan, de nieuwe tegenstanders zorgden voor een andere dynamiek en de verplaatsingen naar Nederland waren ook een beleving. En wat het aantal supporters betreft: ik zag in de Belgische zalen niet minder volk dan de voorbije seizoenen. Kortom, de Belgische competitie heeft er zeker baat bij gehad en dat we nog veel van mekaar kunnen leren. Natuurlijk zijn er nog een aantal punten die we moeten verbeteren, maar ik ben ervan overtuigd dat we in de komende jaren een nog sterkere competitie kunnen uitbouwen. Over het format bestaat in elk geval geen twijfel, dus ook volgend seizoen blijft deze formule behouden.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: archief en Marie De Clerck