
Na achttien op achttien in de BeNe Conference en een team dat als een geoliede machine draait, mogen de ambities bij Haasrode Leuven voorzichtig uitgesproken worden. De Leuvenaars zijn stilaan een vaste waarde in het Belgische topvolleybal en tonen zich in deze campagne meer dan ooit als een volwassen, uitgebalanceerde ploeg.
Tijd dus voor een terug- en vooruitblik met twee sleutelfiguren: aanvoerder Simon Peeters, die aan zijn zevende seizoen bij VHL bezig is, en voorzitter Luc Vanaverbeke, sinds kort de opvolger van Jan Goedhuys. Beiden delen niet alleen een sterke band met de club, maar ook met het volleybal zelf.
Hoekspeler Simon Peeters groeide bij de Leuvenaars uit tot een echte leider en vaste waarde op het veld, terwijl Vanaverbeke als gewezen speler, bestuurslid en supporter de sport door en door kent. Hij is jurist van opleiding, werkte jarenlang als partner bij het gerenommeerde advocatenkantoor Linklaters en is nog steeds voorzitter van de Beroepsraad van Volley Vlaanderen. Sinds zijn aantreden als voorzitter zet hij vol in op de verdere groei en professionalisering van de club en dat loont. Zes overwinningen op rij en een ploeg die steeds volwassener en hechter oogt. Wat ooit begon als een mooie bonuscompetitie, is intussen uitgegroeid tot een broedplaats van zelfvertrouwen en stille dromen. Hoeft het nog gezegd te worden? VHL staat op kruissnelheid en denkt stilaan aan meer dan ‘gewoon goed meedraaien.

Wat verklaart de sterke vormcurve van dit moment?
Simon Peeters: “Er zijn verschillende factoren. In de eerste plaats zijn we de voorbije maand eindelijk compleet kunnen trainen. Geen blessures, geen halve trainingen — dat maakt een wereld van verschil. Daarnaast hebben we mentaal stappen gezet. We zijn veel stabieler in momenten van druk. Denk aan de match in Apeldoorn: 24-24 in set vier, zeven gemiste matchballen, en toch geen greintje paniek. Dat was vorig seizoen misschien anders geweest.”
Luc, je komt als voorzitter van een van de grootste Vlaamse clubs in ons land nog maar pas piepen en hebt dus een frisse kijk op de zaak. Hoe zie jij dat?
Luc Vanaverbeke: “Voor mij is het simpel: we zijn een collectief zonder vedetten, maar met enorm veel maturiteit. Als iemand een mindere dag heeft, staat er iemand anders op. Kijk naar de BeNe Conference: Witvrouwen speelt top tegen Apeldoorn thuis, een week later maken Simon en Ryan Poole het af. Voeg daar een spelverdeler als Matthias Valkiers aan toe, die echt zijn beste volley laat zien sinds hij bij ons zit, en je krijgt een team dat in balans is.”

Wat is er dan anders dan in de voorbije seizoenen, waarin jullie ook sterk voor de dag kwamen maar misschien net iets te vaak tekort kwamen in de eindfase?
Peeters: “Ik denk dat Hendrik (coach Tuerlinckx, red.) daar een grote rol in speelt. Zijn aanpak is anders dan wat we gewend waren. Waarmee ik zeker geen afbreuk wil doen aan zijn voorganger Kris Eyckmans. Ook Kris was een sterke coach, die vooral de focus legde op controle en het ons inpeperde om de foutenlast laag te houden. Hendrik is meer een emotionele brok energie en een gedreven people manager. Hij ziet volleybal eerder als een spel van risico en daar horen nu eenmaal fouten bij. Een voorbeeld: Als ik eens een mindere dag heb in aanval, wijst hij me op mijn waarde in blok en receptie. Dat tilt je als speler op en zorgt voor een meer relaxte manier van spelen.”
Vanaverbeke: “Hendrik is ook iemand die vooruit denkt.” Hij heeft de spelersgroep mee gevormd, weet wie waar het verschil kan maken. En hij omringt zich met de juiste mensen: van de medische staf tot de voedingscoach (ex-Yellow Tiger Céline Van Gestel). Kleine dingen maken een groot verschil. Wist je dat spelers na training een gezonde maaltijd krijgen van een van onze nieuwe partners, met korting? Of dat er ijsbaden en vetmetingen zijn? Dat is een professioneel klimaat waarin spelers kunnen groeien.”
In de BeNe Conference loopt het nog steeds op wieltjes met een stevige buffer op de tweede plek. De halve finale van de Belgische play-offs lijkt nu stilaan binnen handbereik. Wordt de finale ook stilaan bespreekbaar?
Vanaverbeke (knikt): “We zijn realistisch. De halve finale is het concrete doel. Dat opent al enorm veel perspectief, zeker met het format van dit seizoen, waarbij je dan een ronde overslaat. Maar laat ons eerlijk zijn: als we blijven groeien, mogen we ook meer ambiëren. Ik zeg niet dat we de titel gaan pakken, maar er zit iets speciaals in deze groep. Dan mag je dromen.”
Simon: “We stonden dit seizoen voor het tweede jaar op rij in de halve finale van de beker, maar hebben nog nooit een finale gehaald. Dat is de stap die we nu willen zetten. Iedereen is ambitieus. En ik denk dat we die ambitie ook uitstralen. We zijn in vorm, het vertrouwen is hoog, en we weten dat we op topmomenten kunnen presteren. De finale halen met deze ploeg, waarin ik na Maaseik zelf ooit terugkwam voor een appel en een ei, zou voor mij het ultieme verhaal zijn.”

Zijn er tegenstanders waar jullie liever niet tegen uitkomen in een halve finale?
Peeters: “Vooraf had ik gezegd: liever Maaseik vermijden, die staan er altijd op het einde. Maar de laatste weken zie je dat ook zij kwetsbaar zijn. In de Belgische competitie volgen we alles op de voet. Maar eerlijk? Als wij gewoon ons spel spelen, hoeven we voor niemand schrik te hebben. Wij moeten vooral naar onszelf kijken.”
De prestaties in de BeNe Conference geven ook extra zichtbaarheid. Wat betekent dat op langere termijn voor de club en voel je dat bijvoorbeeld ook aan het extra respect dat je krijgt?
Vanaverbeke: “Natuurlijk opent ons huidige parcours deuren. Qua sponsoring voelen we al meer interesse. Je merkt ook dat het publiek groeit. Bovendien hebben we voor volgend seizoen al stevig huiswerk gemaakt. Fransmannen Gildas Prévert (middenman, 28, 2m04, Paris Volley) en Arsène Ponsin (receptie-hoek, 23, 1m86, Le Plessis) zijn al binnen. Er komt nog een extra buitenlander bij op de hoek, en met jeugdspeler en libero Martin Parmentier schuift er ook intern talent door. Continuïteit en vernieuwing tegelijk.”
Peeters: “Als speler voel je ook het verschil. Vroeger waren we een sympathieke middenmoter, nu zijn we voor veel Nederlandse clubs ‘de ploeg om te kloppen’. In receptie, opslag en afwerking zijn we gewoon constanter geworden. En dat vertrouwen straalt af: op het veld, in de zaal, op sociale media.”
Wat is het geheim achter die positieve groepssfeer waar iedereen het over heeft?
Peeters: “Dat het zo goed zit op de bank. Echt waar. Je ziet nergens spelers klagen over hun speelminuten. Integendeel, ze duwen mee op training, tillen het niveau op en krijgen daar ook waardering voor. Iedereen gunt het elkaar. Dat is zeldzaam in topsport. En dat Hendrik dat ook benoemt, versterkt die dynamiek.”
Tot slot: stel dat het lukt, die eerste finale in de geschiedenis van VHL. Wat zou dat voor jullie betekenen?

Vanaverbeke: (lacht) “Dan mag er iets gevierd worden, denk ik. Maar vooral: dan hebben we als club iets bereikt waar we lang naartoe hebben gewerkt. Dat zou fantastisch zijn voor spelers, staf, supporters en bestuur.”
Peeters: “Voor mij zou dat alles zijn. Ik speel al zeven jaar voor deze club. Ik heb ups en downs gekend, kansen gekregen, hard gewerkt. Dit is mijn ploeg, mijn thuis. Als we samen die finale kunnen spelen en misschien zelfs een prijs pakken? Dat zou gewoonweg prachtig zijn.”
Tekst: Kenny Hennens
Foto’s: archief, Liga, Marcin Zarodkiewicz