Hij had ons vooraf verwittigd: “Weinig tijd voor een gesprek, want we zitten in de moeilijkste weken van onze verschillende competities.”
Zijn woorden waren nog niet koud of lap, daar stond Lindemans Aalst met twee verlieswedstrijden meer op het passief: verlies bij het Cypriotische Pafos en verlies tegen zijn ex-ploeg uit Menen.
De 47-jarige Frank Depestele heeft echter al voor hetere vuren gestaan en dus dramatiseert hij die verliesmatchen niet echt. “Maar we moeten ons herpakken, want er volgen nog moeilijke weken: woensdag 20/11 om 20u30 de terugmatch tegen Pafos, zaterdag de topper tegen de onverwachte leidersploeg in deze competitie, nl. Achel. En dan volgen nog de ontmoetingen met Leuven en drie keer met Roeselare (één keer in competitie, twee keer in de halve finale van de Beker van België). Tegen dan zullen we die ploeg wel kennen, zeker!,” grapt de Gooikenaar.
Lang wil de Aalsterse coach niet stil staan bij enkele mindere prestaties. “Want globaal genomen, ben ik wel tevreden over onze eerste competitiehelft. We verloren slechts van Menen, Roeselare en Maaseik (3-2), waardoor we nog steeds bij de top-4 staan. Die plek behouden, is dan ook de eerste doelstelling van de club.”
Stevig verlies bij een Cypriotische club was toch wel verrassend voor Lindemans Aalst.
Frank Depestele: “Zij hebben ons als ploeg ook verrast. Vooral door hun sterke opslagen. Het was daar ook een typisch Grieks sfeertje en dat is mijn nog jonge ploeg niet gewend. Pafos speelde wellicht ook haar beste match van het seizoen tegen ons en bij onze jongeren sloegen soms de zenuwen en de stress toe. Dat kunnen we goed maken in eigen zaal. De Cyprioten hebben met de Bulgaar Iordanov een oorlogsveteraan in de ploeg, die ik nog kende uit mijn spelersloopbaan, en verder hebben ze drie niet onaardige Argentijnen.”
Bij Menen kwam je wel een aantal bekende figuren tegen in de vernieuwde zaal.
“Die zaal is echt een meerwaarde voor het Belgisch volley. Misschien wel één van de beste zalen om momenteel in te spelen. Ik ging weg bij Menen omdat de afstand toch in de kleren kroop, maar vooral: omdat ik bij Aalst opnieuw de kans kreeg te werken in een professionelere omgeving. Trainingen in de ochtend en de namiddag, een prachtige omkadering en de sportieve steun van het duo Dardenne-De Voghel. Ik kan altijd terecht bij die twee, het klikt en we weten wat we aan mekaar hebben.”
Maar ondanks eerste setwinst toch verloren bij Menen…
“Ja, opnieuw meer onder druk bij de opslag en de aanvallende kracht van de ingevallen Eliot De Vleeschauwer deden ons pijn. De Menenaars voelden dat er meer in zat en begonnen te spelen als tijdens hun winstmatch op Roeselare. Wij moeten dus vooral mentaal sterker worden, maar zulke matchen zijn een goede leerschool voor onze jongere spelers. We speelden wel degelijk, maar lieten ze zelf weer in de match komen.”
Je bent ook wel een beetje een bekerspecialist… Het begon al in jouw spelerscarrière!
(Somt op) “Näfels (winst), Iraklis (winst), Panathinaikos, Charkiv (winst), Beauvais, Menen, Roeselare (3x winst als speler)… Twee keer met Menen de Belgische finale verloren tegen Roeselare. Ik had ze dit seizoen liever weer ontmoet in de finale in plaats van twee keer in de halve finales.”
Je speelde bij ploegen die thans in oorlogsgebied liggen: Belgorod, Charkiv…
“Schrijnende toestanden. Ik heb nog contacten met Russische en Oekraïense sporters. Erg, hé! Sporters kunnen niks aan die toestanden verhelpen. Charkiv kende een uitstekende jeugdopleiding; daar blijft niks meer van over. Oekraïense ploegen moeten hun matchen noodgedwongen in Polen gaan spelen, terwijl Belgorod sinds vorig seizoen niet meer in de eigen stad aantreedt. Nu ja, van die laatste ploeg moest ik nog geld trekken, daar zal ik naar kunnen fluiten!”
Ben je erg veranderd sinds het begin van jouw trainerscarrière?
“Zeker. In het begin voelde ik me nog te veel speler. Ik stond mee op het veld. Intussen is er wel meer afstand ontstaan met de spelers. Als coach leer je ook steeds bij, zowel bij het geven van trainingen als bij het inschakelen van video-scouting. Aanvankelijk werd Steven Vanmedegael een laptoptrainer genoemd, maar ik denk dat intussen de meesten met hun laptop langs de lijn staan.”
Ben je ook nog een typische motivatiecoach?
“Niet uitsluitend natuurlijk. Maar ik denk wel dat ik de spelers kan motiveren omdat ik zelf op een hoog niveau heb meegedaan. Ik weet dus ook vanuit de kleedkamers hoe spelers denken. Maar ik heb ook een pak goede trainers gehad in mijn carrière en van ieder van hen pik je wel een graantje mee, naast de eigen inbreng.”
Je hebt zelf inspraak gehad in de keuze van spelers en je komt uit bij een multiculturele samenstelling van zeven buitenlanders en zes Belgen… Tevreden intussen?
“Ja, behalve het definitief uitvallen van een talent zoals Lennert Beelaert. Door zijn slechte rug zal hij niet meer in staat zijn nog ooit te volleyen. We hadden hem best kunnen gebruiken. Andere Belgisch talenten binnen halen, is moeilijk omdat ze ofwel in het buitenland spelen, ofwel afgesnoept worden door Maaseik of Roeselare, die betere (financiële) condities kunnen aanbieden. Esten, een Duitser, een Syriër, Nederlanders, plus Lou Kindt die na zijn operatie steeds beter wordt en enkele sterke Belgen. De Waal Gauthier Brozak kwam speciaal van Waremme naar ons om professioneel veel bij te keren. Onze spelverdeler is de Spanjaard Lopez, ook nog maar 23 jaar, Spaans international, maar toch nog erg jong!”
Wat zijn dan de sterke punten van dit Lindemans Aalst?
“Ik vind dat we aanvallend over veel kracht beschikken. Onze spelers zijn stuk voor stuk zeer gedreven, wat ook een negatief punt kan zijn, mochten ze over-gemotiveerd geraken. Aan een aantal andere zaken zal een gans seizoen moeten gewerkt worden. Ik vind ook dat ze misschien nog meer het geloof in zichzelf moeten krijgen. Het is niet altijd de rijkste ploeg die wint, maar diegene waarin iedereen gelooft dat ze het kunnen halen.”
Hoe zie je de toekomst van de club verder evolueren?
“Ik heb hier een contract van twee jaren, plus één met optie. De ambitie blijft om bij de top-4 te eindigen en zo mee te kunnen doen in de BeNe-liga. Op langere termijn reken ik op misschien nog iets meer stabiliteit en dat we niet elk seizoen opnieuw van nul moeten beginnen, zelfs al blijven de financiële verschillen groot. Ik denk dat we nog meer kunnen en nog beter kunnen presteren. Komend weekeind zijn er al 250 personen ingeschreven als VIP. Doen we twee keer per jaar. Dat het tegen Achel zou zijn, was al in september beslist, maar nu krijgen we er onverwachts een topper bij, omdat Achel onverwachts leider is.”
Geen ambitie om bondscoach of assistent-bondscoach te worden?
“Laat me voorlopig maar mijn job doen bij de club. Ik ken bondscoach Zanini trouwens wel van Beauvais. Maar wat zal er gebeuren met de nationale ploeg. Jammer dat ze niet deelnemen aan de Golden League, want er zit wel voldoende talent in deze generatie, maar hoe zal nu de doorstroming zijn, wie kunnen we waar inpassen, hoe kunnen we een bepaald niveau halen. Om dat te weten, moet je toch aanwezig zijn op de grote toernooien! Enfin, ik kan er wel over nadenken, maar nu eerst Aalst en een gezond familieleven. Mettertijd zie ik een verblijf in het buitenland wel zitten.”
Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: archief