In de loop van tien jaren bekerfinales in het Sportpaleis kwamen we zeker een aantal prangende momenten tegen met volleyfiguren die o.a. door die cupfinales legendarisch werden.
Nina Coolman was zo iemand. Ze nam deel aan liefst zeven bekerfinales en één van de mooie momenten was de dag dat ze samen met haar broer Pieter Coolman een beker in de lucht mochten steken.
Misschien komt er begin maart 2025 nog wel zo’n figuur of zo’n ploeg opduiken. Daar wil jij dan toch bij zijn om dat mee te maken.
Ze startte met goedkeuring van papa en mama als volleybalster bij Brugge en Torhout. Daarna bouwde ze een mooie carrière uit bij Hermes Oostende (2x), Asterix Avo en Oudegem. Tussendoor speelde ze nog in Parijs bij Stade Français Paris Saint-Cloud.
Maar het zijn vooral de vier gewonnen bekers die in het oog springen. Met Nina Coolman in jouw ploeg, was je er bijna zeker van dat je de Beker van België zou kunnen veroveren. Zeven keer stond ze in de finale. Drie keer zilver, vier keer goud.
Bij de feestelijke jubileumeditie ’10 jaar Sportpaleis’ willen we toch even stilstaan bij jouw bekerfinales. Je hebt het allemaal zien evolueren.
Nina Coolman: “De verschillende bekerfinales die ik speelde werden aanvankelijk afgewerkt in de Lotto Arena. De mensen moesten toen blijven zitten, want daarna kwamen de mannen aan de beurt. Mijn eerste bekerwinst in 2010 was met Asterix Kieldrecht in de Lotto Arena. De laatste in 2022 met Oudegem in het sportpaleis van Antwerpen. Daar zit twaalf jaar tussen, dus ik heb het wel zien evolueren van een mooie gebeurtenis tot een indrukwekkend megaspektakel.
Het volleybal ontwikkelde zich tijdens al die jaren vooral op het fysieke vlak. Sommige speelsters van tien-vijftien jaar geleden zouden er nu niet meer aan te pas komen. Tijdens de eerste bekerfinales verbleven we met het team in het hotel vlak tegenover het Olympisch zwembad ‘de Wezenberg’. Samen met de mannenteams. Het laatste jaar gingen we zelfs niet meer op hotel. Gewoon met de wagen naar het Sportpaleis. Om kosten te besparen, vermoed ik.”
Je hebt vier keer de beker veroverd met drie verschillende clubs. We vermoeden dat – wat de beleving betreft – er toch veel verschil tussen zat.
“Het klinkt misschien raar, maar bij Asterix Avo was het bijna een gewoonte dat men de bekerfinale speelde. Coach Vande Broek ging zelfs – tijdens de week voor de finales – met zijn universiteitsstudenten skiën. Maar het blijven prachtige sportmomenten en geweldige herinneringen.
Met Hermes Oostende hebben we memorabele bekerfinales gespeeld. De bekerwinst tegen Michelbeke in 2019 was voor mij de eerste keer in het immense sportpaleis van Antwerpen. Ik heb meestal geen last van de zenuwen. Maar mijn debuut in die grote sporthal herinner ik mij nog, ik was nog nooit zo nerveus. Met regelmatig toiletbezoek, en alles wat erbij hoort, voor de aanvang van de finale. Dat was ik niet gewoon.
Het jaar daarna speelden we opnieuw met de kustploeg tegen Asterix Avo. Tijdens dat volleybalseizoen hadden we vaak tegen mijn ex-club moeten spelen. Ook voor de Europese cupcompetitie, toen konden we hen – na twee tiebreaks in de heen en de terugwedstrijd – niet verslaan. Maar we wonnen wel de ‘Belgian Cup’. Het was een prestigeduel met bekerfenomeen Jasmien Biebauw aan de spelverdeling. Tijdens finales van de Belgische beker kon zij altijd iets meer. Echt speciaal.
In Oudegem was men er het meest mee bezig. In 2022 hadden we tegen Gent een competitiematch verloren met zware 3-0 cijfers. De week voor de bekerfinale gingen we opnieuw met 3-1 onderuit. Dat wilden we niet meer meemaken. Op zondagmorgen, vlak voor de finales, hebben we de koppen bij elkaar gestoken. De overtuiging dat we toch konden winnen, groeide tijdens het motiverend gesprek onder leiding van trainer-coach Fien Callens en onze mental-coach Wim Van Hove. Het geloof in de groep was gigantisch groot toen we in de Antwerpse sporttempel stapten en we wonnen de bekerfinale tegen Gent. De Gentse ploeg – vergeet het niet – was tot dan ongeslagen in de competitie. Gedenkwaardig, onvergetelijk.”
Je hebt ook drie finales verloren. Vertel eens over de andere kant van de medaille.
“Dat zijn grote teleurstellingen hé. Dat is megabalen, want een cup wil je niet verliezen. Een bekerfinale wil je winnen. En na zo’n match eindig je toch altijd met het gevoel. Verdorie, het had gekund. Er zat meer in, we hadden de finale kunnen winnen. In 2021 – het coronajaar – was er niemand in de zaal. Toen hebben we ook de kansen niet gepakt. In 2013 verloren we met Asterix. Toen was Fien, de huidige coach van Oudegem nog speelster aan de andere kant van het net als aanvalster bij het roze team. En in 2012 wijzigde Gert Vande Broek vlak voor de finale zijn tactisch wedstrijdplan. Toen won Charleroi.”
Zeven bekerfinales, dan ben je een echte ervaringsdeskundige. Kon je die expertise doorgeven aan de ploegmaatjes?
“Ik stond drie keer in het Sportpaleis en vier keer in de Lotto Arena. Het waren telkens topgebeurtenissen. Ik voelde vooral bij Oudegem dat ze wel op mij rekenden. Ik trachtte mijn vertrouwen door te geven aan het team. ‘We kunnen dat’. Ik vond bekerfinales gewoonweg geweldig. Over die ene keer – toen ik erg zenuwachtig was – heb ik reeds verteld. Maar alle andere finales, dat was kicken! De opwinding was groter dan de druk of de stress. Eén van de mooiste was toch die keer toen mijn broer Pieter en ik allebei de beker hebben gewonnen. Hij met Roeselare, ik met Oostende. Dat was een West-Vlaams feestje, daar moet geen tekeningetje bij.”
Wanneer je zo dikwijls in het Sportpaleis of de Lotto arena hebt gestaan, daar horen anekdotes bij.
“Ik herinner me het jaar toen we met Oostende de finale wonnen. Ik geef les lichamelijke opvoeding en godsdienst. De dag na de ‘Cup Finals’ moest ik zeven uur voor de klas staan. Ik had eigenlijk weinig of niets geslapen en net op dat moment krijg ik de directeur op bezoek voor inspectie. Ik zat – zacht uitgedrukt – nog helemaal in de flow, maar hij heeft er weinig van gemerkt. Ik was geslaagd. Geloof me, zo’n bekerwinst, dat levert de beste feestjes op. “
Nu ben je mama van Miel. Een flink kereltje.
“Dat is het nieuwe hoofdstuk in ons leven. Zalig, ons klein, groot geluk, ons zonnetje in ons leven. We zijn nu met ons drietjes. Heel ons leven ligt overhoop met dat vrolijk mannetje van bijna acht maanden. Hij zit nooit stil, dus ik heb een groot vermoeden dat hij later ook wel sport gaat doen. Net zoals ik en papa Jonas.”
Tekst: Walter Vereeck
Foto’s: archief en Nina Coolman