Menen en Charleroi ‘underdogs’ in Supercup

De vorige weken knalde het reeds in de sporthallen in België bij de promo- en nationale reeksen. Binnenkort gaat de competitie in de hoogste volleybalreeksen van start.

Maar eerst is er de Supercup met aantrekkelijke en veelbelovende topconfrontaties tussen Knack Roeselare en Decospan Menen bij de mannen en Volley Charleroi tegen Asterix Avo bij de vrouwen. Lindemans Aalst is de gastheer om deze topteams zondag in hun sporthal Schotte te ontvangen.

Bij Charleroi streeft men – met trainer Dimitri Piraux (foto) op kop – naar continuïteit. De Waalse trainer is reeds jarenlang coach van de Karolingers. Elk jaar bouwen en beter doen dan het jaar ervoor. Dat is zijn devies. Met als voorlopig hoogtepunt de finale van de Belgische beker, vorig jaar in het Antwerpse sportpaleis. Asterix Avo was in februari 2024 hun tegenstander en de ploeg uit het Waasland ontmoeten ze zondag opnieuw.

We gaan niet spreken van revanche, want beide ploegen beginnen opnieuw vanaf nul.

Dimitri Piraux: “Ik wil me niet verschuilen en we gaan ons zondag ongetwijfeld helemaal smijten, maar Asterix Avo staat op dit moment verder. Bij hen hebben zowat alle speelsters verder getraind met de verschillende nationale selecties. Ook in de voorbereiding van het seizoen waren ze erg actief met de overige leden van het team. Bij ons zaten verschillende speelsters vier maanden zonder volleybal.

De club uit Beveren heeft maar enkele kernleden gewisseld tegenover het vorige seizoen. Wij tellen vijf grote veranderingen. Dat heeft tot gevolg dat we nog volop in een zoektocht zitten, waarbij de automatismen nog niet helemaal op punt staan. We hebben nog veel werk op individueel en collectief vlak. ‘L’efficacité’ is nog niet optimaal, de directe fouten zijn heel sterk zichtbaar. Maar de Supercup wordt zeker een moment om te zien hoe ver we staan.”

Jutta Van de Vyver

Je hebt met Julien Van de Vyver een nieuwe assistent-trainer erbij.

“Ik was vroeger speler bij Go Pass Brabant-Lennik en Julien was toen twee jaar onze assistent-trainer. Ik ben zeer blij dat we nu in Charleroi kunnen samenwerken. Hij kent volleybal en heeft een massa ervaring. Ik ben iemand die altijd vooruit wil en steeds wil bijleren. Julien is daarvoor de ideale man. We zijn verschillend, niet qua visie, maar wel qua management. Hij is strikter, directiever. Ik ben misschien iets milder in mijn aanpak, maar dat levert wel een mooie combinatie op.”

De Belgische competitie lijkt dit jaar – ook bij de vrouwen – alweer sterker te worden.

“Ik ben nu zes jaar bij Charleroi en ieder seizoen zie ik dat er professioneler gewerkt wordt in België. Er is een sterke evolutie bij alle clubs en dat is mooi. Elk jaar beter presteren is dan ook een gigantische uitdaging. Dankzij de geweldige werking van iedereen in de club – onvoorstelbaar hoe hard de mensen achter het team werken – slagen we erin om telkens de lat hoger te leggen. Dat zorgt voor druk, maar we krijgen er veel voor terug. Zij maken het mogelijk om ochtend- en middagtrainingen te organiseren. Iedere dag. Dat zorgt voor comfort, dat veroorzaakt een toekomstgerichte stijging van de kwaliteit. Ik wil dat iedere training om 19 uur eindigt. Het biedt evenwicht aan de speelsters. Rust, voldoende slaap, tijd voor familie en vrienden… Mentale harmonie en fysieke balans, zijn belangrijke componenten om goed te presteren.

Ons team is dit jaar anders, dus moeten we diverse accenten aanbieden. Wat heeft de ganse ploeg nodig om zo veel mogelijk progressie te boeken? Waarschijnlijk hebben we minder power, na het vertrek van Paula Martinez en Beatriz Santos. Wat de stabiliteit betreft, staan we sterker. Ik heb ook meer wisselmogelijkheden. Met Anke Waelkens erbij, telt ons team – naast Jutta Van de Vyver en Lise De Valkeneer – vanaf volgend jaar drie Vlaamse, Nederlandstalige speelsters.”

Anshel Ver Eecke: “Opnieuw thuis”

De clash bij de mannen wordt een West-Vlaamse confrontatie tussen Decospan Menen en Knack Roeselare. Bij Roeselare spelen vijf mannen die ooit nog in het groen-zwart truitje van ‘Mjiende’ volleybalden. Van Hoyweghen, Dermaux, Rotty, Coolman en zelfs kapitein Verhanneman zetten lang geleden hun stapjes bij Menen.

Het vernieuwde team krijgt volgend seizoen een Frans tintje met hun nieuwe hoofdcoach Julien Lemay en twee belangrijke aanvallers Lucas Lilembo (linkshandige opposite) en Grégory Gempin (hoekaanvaller). Julien Lemay is geen onbekende in ons land, want hij was een zeer gewaardeerde speler bij Torhout, Menen, Roeselare en niet te vergeten bij Tourcoing. Als trainer-coach zette de ex-libero zijn eerste stappen bij Halluin en Balti Kortrijk. Zijn firma met ledboarding is zelfs tot in het Antwerpse sportpaleis bekend. Remember the ‘Cup Finals’.

Anshel Ver Eecke, als nieuwe libero van Menen steek je ongetwijfeld veel op van jouw nieuwe trainer-coach.

Anshel Ver Eecke: “Het begint zachtjes te draaien binnen ons team. We hadden nog geen ‘wauw’ gevoel tijdens de voorbereidingswedstrijden. Maar vorige vrijdag – toevallig tegen Roeselare – en deze week in Parijs hebben we flinke stappen vooruit gezet. De nieuwe functie als libero ligt me wel. Ik kijk totaal anders naar het spel en ik word daarin uitstekend geholpen door Julien Lemay. Hij heeft uiteraard veel ervaring en hij geeft zijn competentie en zijn experiëntie door naar heel het team. Onze coach vindt een mooie balans tussen verwachtingen inlossen en de nodige discipline behouden, waarin toch ruimte is voor humor en ontspanning.”

Je was in Menen, voordat je bij Gent ging volleyballen, tien jaar lang een zeer graag geziene figuur. Is het terug thuiskomen voor jou?

“Ja, de terugkeer voelt heel aangenaam aan. Ik ken de omgeving uiteraard goed. Ik zie veel bekende gezichten terug. We kunnen met een schone lei opnieuw naar successen mikken. Er is een nieuw bestuur, de zaal wordt volop omgebouwd. Ik bespeur een nieuwe dynamiek want alles wordt professioneler aangepakt. Iedere namiddag krijgen we van onze trainer-coach een goed gevuld programma. Alle spelers zijn aanwezig op iedere training. ’s Avonds kan ik lekker thuis zijn met de familie. Dat zorgt voor een goed gevoel.”

Jullie moeten in de Lotto Volley League eerst drie uitwedstrijden afwerken vooraleer Menen op 5 oktober voor de eerste keer in de vernieuwde sporthal mag aantreden tegen – jawel – Knack Roeselare. ‘Vauban’ was al de hel van Menen, komt die bijzondere sfeer terug in de nieuwe zaal?

“De nieuwe sporthal zal op het allerlaatste nippertje klaar zijn. Ik denk zelfs dat we maar één keer de kans zullen krijgen om in onze vernieuwde zaal te trainen vooraleer we Roeselare mogen ontvangen. Dat maakt het thuisvoordeel relatief. Maar voor de club is het een hele belangrijke stap. En dan meteen met een knalaffiche tegen het Knack-team. Ik ben vrij zeker dat onze eerste thuiswedstrijd direct met volle ambiance zal afgewerkt worden.

Maar eerst de Supercup. We bekijken de wedstrijd als een unieke kans om een prijs te pakken. Het zou de eerste trofee van de club zijn. Menen was nooit landskampioen, won nog geen enkele beker en ook geen Supercup. We waren wel al finalist, maar we pakten nooit de gouden medaille. Een betere motivatie bestaat er niet.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: archief, Guy Verbraeken