De harde wetten van de sport werden tijdens de Masterfinales beachvolleybal aan de kust nog eens uitvergroot. Terwijl de jonge talenten Alexy Humblet en Kyan Vercauteren – de nieuwe Belgische kampioenen bij de mannen – met hun vreugde geen blijf wisten, slopen topfavorieten Gilles en Louis Vandecaveye de dag voordien stil en met bakken vol ontgoocheling naar huis na hun verrassende uitschakeling tijdens de kwartfinales. De bal werd na het laatste punt uit pure frustratie door de broers ophoog geshot. Hij vloog hoger dan de Eiffeltoren…
Ladies first
Sarah Cools en Lisa Van den Vonder hebben de finales in Nieuwpoort het hele weekend lang gedomineerd. Het tweetal stak in het Belgisch beachvolleybal boven iedereen uit. Ondertussen pronken ze ook in het internationaal beachciruit op de 48ste plaats. Ze mogen vanaf dinsdag deelnemen aan de Europese kampioenschappen in Apeldoorn. “Een bekroning voor het vele, harde werk en de talrijke opofferingen”, verklaart coach Eric Van Drom met enige fierheid.
“We hebben tijdens de buitenlandse toernooien een aantal opmerkelijke resultaten behaald”, somt de trainer-coach van Cools-Van den Vonder op. “Eigenlijk begon het vorig jaar reeds met een vijfde plaats in Baden en een eerste prijs in Mallorca. Deze topresultaten werden dit jaar bevestigd met – alweer een gouden medaille – in Baden. We haalden bovendien het podium (telkens een knappe derde plaats.) in Leuven en Brussel tijdens de Future-events van het CEV. En de Belgische manche in Antwerpen moesten we helaas missen, want Sarah en Lisa speelden toen we na de halve finale in het prestigieuze evenement ‘King/Queen of the Court’ in Hamburg. We waren toen de tweede ploeg uit Europa. Bij de teams die net voor ons eindigden, zaten de Brazilianen Ana Patricia en Duda en die wonnen zonet goud tijdens de Olympische Spelen van Parijs.”
“Weet je dat we er hier op de prachtige locatie van Nieuwpoort bijna niet bij waren”, klinkt Eric Van Drom bijna ongeloofwaardig. “Lisa en ik vonden het aanvankelijk geen goed idee. We konden alleen maar verliezen. Maar Sarah wou absoluut de Belgische titel pakken. We zijn er dan vol voor gegaan, want we wilden toch tonen dat we het beste team van het land zijn. Dus we hebben ons niet ingeschreven voor een Future-toernooi in het buitenland. Nu hebben we eventjes tijd om dit te vieren, maar daarna concentreren we ons snel voor het EK in Apeldoorn. Daar willen we ook iets laten zien.”
Evaluatie
Na dit Belgisch kampioenschap en de Europese kampioenschappen moet er een evaluatie gemaakt worden. Een aantal belangrijke beslissingen dringen zich op. Hoe moet het verder met dit talentrijk duo. “Na het EK volgt sowieso een rustpauze waarbij we met de nodige nuchterheid en realiteitszin de tijd nemen om een grondige nabespreking te organiseren met alle betrokken partijen. Speelsters, club en de Belgische Federatie. Terugblikken, beoordelen en vooral waarderen.”
“Uiteraard gaat het over de financiële mogelijkheden”, laat Eric Van Drom toch een alarmsignaaltje horen. “Met onze huidige middelen zitten we op onze limiet. De VST Lions beachclub van Oud-Turnhout en de sponsors zijn we zeer dankbaar. Zij hebben er alles uitgehaald. Kan er nu een nieuw plan opgesteld worden, met een behoorlijk budget, om met onze succesrijke beachhistorie door te gaan. De gesprekken met – alweer met iedereen die bij dit verhaal betrokken is – worden binnenkort opgestart. De bal ligt in het kamp van de Federatie. De mentale druk wegens de voortdurende zoektocht naar geld begint te wegen.”
Dirk De Boiserie, de stille kampioenenmaker
Het spookt twee keer per jaar in België. Eén keer tijdens de bekerfinales in het Antwerpse Sportpaleis. Eén keer tijdens de Masterfinales beachvolleybal. Telkens botst men op een verrassing. Vreugde en verdriet liggen heel dicht bij elkaar. Dat ondervond ook Dirk De Boiserie, de stille kampioenenmaker uit Zulte. Deze 61-jarige toptrainer wilde zo graag zijn 12de nationale titel veroveren als coach. Het mocht niet zijn.
In 1996 werd hij zelf Belgisch kampioen beachvolleybal, samen met Kristof Waelkens. Dat was toen nog in het Surfers Paradise in Knokke. In 2002 begon hij als trainer en daarna volgde een succesverhaal met de jonge Ward Coucke, Ron Andelhof en nog vele anderen. De eerste gestructureerde beachclub werd opgericht en met de Evo Beachclub werden zeven titels op tien jaar tijd behaald. Met Ron en Ward, maar ook met Audrey Frankart, Kristof Hoho en zelfs met de piepjonge Dries Koekelkoren en Tom van Walle, vooraleer zij overstapten naar de Sini-Beachclub uit Sint-Niklaas. Ward Coucke en Tom van Walle hebben het laatste jaar van de Evo Beachclub succesrijk afgesloten, want er waren te weinig mensen om het allemaal te blijven organiseren.
“In 2014 zijn daarna de broers Vandecaveye in beeld gekomen”, herinnert Dirk De Boiserie zich. “Eerst met Lander en Louis in de Kinébeach club. Daarna gingen we naar Zulte en na de Covid-periode haalden Louis en Gilles het podium om later in 2022 de Masters te winnen. Met hen hebben we heel veel topmomenten meegemaakt. In Ljubljana verloren we in 2022 nipt de finale, na drie matchballen. Een jaar later bereikten we in Rijsel ook de finale. In de Nations Cup eindigden we op de vijfde plaats en in Krakow haalden we dit jaar brons. Maar een supermooie herinnering voor de broers Vandecaveye was het duel vorig jaar tegen de Zweedse wereldsterren David Ahman en Jonatan Hellvig. Die zijn nu in Parijs olympisch kampioen geworden.”
“Ik heb nooit een cursus gevolgd”, laat de succesvolle beachcoach weten. “Maar ik heb veel opgestoken van buitenlandse trainers en ook in Nederland heb ik veel geleerd tijdens onze vele samenwerkingsmomenten. Ik heb er wel vele uren tijd ingestoken, omdat het mijn passie is. Nu ben ik meer trainer-manager en Kristof Van de Plas helpt mij tijdens de trainingen. Mijn grootste voldoening is dat ik rijk ben geworden door de sport. Absoluut niet op financieel vlak, maar wel door de vele ervaringen die ik heb mogen beleven. Ik won 11 titels in het beachvolleybal. Wat had ik graag hier in Nieuwpoort met Gilles en Louis Vandecaveye een 12de Belgische titel daaraan toegevoegd.”
Tekst: Walter Vereeck
Foto’s: Rudy Pollé