De Yellow Tigers hebben het eerste deel van deze volleybalzomer afgesloten met een vierde plaats tijdens de Challenger Cup in de Filipijnen. Geen bronzen medaille deze keer, een stunt die de nationale vrouwenselectie een maand geleden wel kon behalen tijdens de European League.
De European League was duidelijk resultaatgericht. De Challenger Cup stond daarna in het teken van het ontwikkelingsproces van enkele jonge speelsters. Voor sommigen was dit hun eerste internationaal toernooi in deze leeftijdscategorie.
Kris Vansnick: Onze doelstellingen hebben we tijdens de European League met bravoure gehaald. We bleven ongeslagen in de poule fase en uiteindelijk behaalden we een bronzen medaille. De Yellow Tigers verzekerden zich hierdoor van deelname aan Volley Nations League in 2025 (als best gerangschikte land) en aan het komende Wereldkampioenschap. Door de afwezigheid van een aantal basisspeelsters (Britt Herbots, Silke Van Avermaet, Charlotte Krenicky, Nathalie Lemmens) werd de Challenger Cup vooral beschouwd als een ideaal leermoment voor een aantal speelsters. Unieke ervaringen verzamelen en tegelijkertijd kennis maken met een ander soort volleybal in totaal andere omstandigheden.
We haalden het deze keer wel van Zweden – een pure revanchematch – maar daarna volgden twee nederlagen. Nooit prettig, maar net door de confrontaties met Puerto Rico (uitstekend middencompartiment met Reyes en Ortiz) en Vietnam (bijzonder krachtige hoofdaanvalster Tuyen) leerden onze Belgische speelsters enorm veel bij. Nuttig voor de toekomst.
Tijdens de drukke zomermaanden moest de nationale ploeg vooral klaargestoomd worden voor het niveau van de wedstrijden. Moesten ze voorbereid worden op internationale evenementen in verschillende continenten en moesten ze paraat gemaakt worden om er op de juiste momenten te staan. Om de kansen te pakken.
Kris Vansnick: Klopt, en dan merk je dat sommige Tigers nog een hele weg moeten afleggen. Tegen Puerto Rico toonden we niet onze gekende veerkracht. Tegen Vietnam was onze vechtlust en positieve mentaliteit terug, maar toen maakten we teveel fouten en soms ontbrak de basiskwaliteit.
Maar we bekijken het positief. We hebben ons prima aangepast aan de speciale omstandigheden (luchtvochtigheid, airco, jetlag,…). Liefst 19 speelsters van de 23 volleybalsters in de Belgische selectie stonden deze zomer op het veld. Velen veroverden hun eerste cap en maakten kennis met een professionele werking met aandacht voor fysieke evolutie en specifieke trainingen. We hebben ook veel tijd gestoken in de analyse van de tegenstanders. Het was een leerrijke rit voor veel speelsters, ze kunnen hierdoor completere volleybalsters worden.
Het blijft blijkbaar een moeilijke oefening tussen speelsters rust geven en tegelijkertijd anderen kansen geven. Het belang van de wereldrangschikking mag ondertussen niet uit het oog verloren worden.
Kris Vansnick: Het is balanceren op twee gedachten. Maar we verzamelden – door onze prestaties – mooie vooruitzichten. Charlotte Krenicky werd verkozen als beste spelverdeelster tijdens de European League en Britt Fransen was de absolute revelatie als beste midblokker van deze Europese competitie. En met Britt Herbots in haar nieuwe rol als kapitein zit het helemaal goed, wat het DNA van de Yellow Tigers betreft.
Nu hebben we eventjes vakantie tot 29 juli. Dan volgt het eerste deel van de EK kwalificatie. Op 24 augustus in Hongarije en op 28 augustus thuis tegen Denemarken. De groep van U20 speelt het EK in Bulgarije tot 20 augustus. Kunnen uit die groep nog meer Yellow Tigers aansluiten, rekening houdend met de belasting van de volleybalsters. Dat moet onderzocht worden na uitgebreid overleg met speelsters en clubs. Volgende zomer volgt tussen de VNL competitie en het WK in Thailand en Hongkong het tweede deel van de EK kwalificatie. Alweer een druk programma, waarbij het engagement tussen rust en kansen geven tegenover de waarde en de belangrijkheid van de worldranking in evenwicht moet blijven en dat is een gigantische uitdaging.
Tekst: Walter Vereeck
Foto’s: VolleyballWorld
