Wat hebben Belgische voetbalgloriën Michel Preud’homme, Walter Meeuws, Erik Gerets, Yannick Ferrera, Yves Vanderhaeghe, Georges Leekens, Franky Vercauteren e.a. met elkaar gemeen? Jawel, ze waren in hun carrière ooit actief in het verre Saoedi-Arabië in het Midden-Oosten. En waar zijn wereldtoppers Cristiano Ronaldo, Neymar, Karim Benzema, Wijnaldum en onze landgenoot Koen Casteels (onze nationale doelman verkast van het Duitse Wolfsburg naar promovendus Al Qadsiah) naartoe getrokken? Ja, ook naar de Saoedische competitie. Gedreven door de lokroep van het grote geld via de tientallen miljarden van petrochemisch staatsbedrijf Aramco. Wie zal hen ongelijk geven? Het land doet bewust aan ‘sportswashing’: het aanwerven van topsporters om propaganda te voeren voor het land. Om het imago in het Westen op te poetsen (washing).
Het Belgisch volleybal moest en zou het Belgisch voetbal volgen. Zo beet Tomas Rousseaux (30) als allereerste Belgische volleyballer ooit de spits af. Hij stapte over van het Griekse PAOK Thessaloniki naar Al-Ittahad, een multisportclub in Jeddah (Saoedi-Arabië), een havenstad van ruim 4 miljoen inwoners aan de Rode Zee. Gelegen halfweg tussen de heilige steden Medina (noordwaarts) en Mekka (zuidwaarts). Rousseaux brengt de zomermaanden in ons land door. Hij heeft er oor naar om zijn contract te verlengen. Maar niets is beslist. Volleymagazine maakt graag tijd om naar zijn verhaal te luisteren.
In het immens uitgestrekte Saoedi-Arabië zijn een 35-tal volleybalclubs actief. De ene is al rijker dan de andere. Vier clubs maken de dienst uit, als absolute top in eigen land. Het gaat om Al-Ittahad en Al Ahli, de twee topclubs uit Jeddah, tegenover Al-Hilal en Al Nassr, de twee rijkste clubs in hoofdstad Riyadh. Het is bij Al-Ittahad dat Tomas Rousseaux onderdak vond na een onfortuinlijk wedervaren in eigen land en bij het Griekse PAOK. Die periode werd verpest door een zware herniablessure. Met veel inactiviteit voor gevolg, daarna een operatieve ingreep in Antwerpen en weer een lange revalidatie.
Maar Tomas toonde zich bijzonder moedig. “Ik sta er weer voor de volle 100 procent. Het heeft me zware inspanningen gekost en veel mentale kracht. Gelukkig kan ik nog enkele heerlijke jaren, bij voorkeur op internationaal niveau, aan mijn carrière toevoegen.”
Ja, jouw stap in het onbekende… daar heb je moed voor nodig, zo dunkt me. En ja, het lijkt me best geslaagd.
“Ik had het geluk voor een keer aan mijn zijde. Mijn manager Luca Novi (top in de wereld) had weet van een optie bij de Saoedi’s. Daar zijn slechts drie buitenlanders toegelaten. Toeval wilde dat Al-Ittahad afscheid nam van de Rus Leonid Shehadilov. Ik werd aangenomen op receptie-hoek en werd ploegmaat van de Colombiaanse hoofdaanvaller Liberman Agamez en de Cubaan Luis Tomas Sosa in receptie. De mayonaise plakte. We wonnen goud in de zgn. Elite Cup (apart toernooi met de ‘Big Four’), we pakten in het spoor van Al-Hilal twee keer de zilveren plak. In de Super League en in de bekercompetitie. Al-Hilal was niet zoveel sterker, het kwam aan op enkele details. Het was in de ‘Elite Cup’ het allereerste goud (zie foto) voor Al-Ittahad en dat leidde tot dolle taferelen.”
Dolle taferelen, zeg je? Die zouden in België met veel alcohol worden overgoten? Maar niet bij de Saoedi’s?
“Neen, nergens is een druppel bier, wijn of andere alcohol te vinden. Gewoon nergens. Er staan strenge straffen op het gebruik en het bezit ervan. Zo schrijft de islam voor. Het is niet dat ik héél gelovig ben, maar ik ben iemand die respect toont voor de religie van anderen. Tja, je belandt in een totaal andere maatschappij, met een strenge segregatie van mannen en vrouwen. Gelukkig mocht mijn Amerikaanse vriendin Brienne (ze kwam een week op bezoek) wel binnen in de sporthal. Dat vond ik een mooie geste. Zo kon zij ook mee proeven van de beleving van de 2.000 toeschouwers. Ja, je kan zo’n gouden plak in Jeddah niet vieren met liters bier. Maar als topsporter vind ik dat niet erg. Het is voor een atleet beter geen alcohol te consumeren. Idem voor drugs: dat probleem van verslavingen zoals in België stelt zich weinig of niet. Wegens het totale alcohol- en drugsverbod.”
We draaien jouw film even terug? Rugproblemen hebben één en ander vergald voor jou?
“Ja, het was geen prettige ervaring. Ik liep een hernia op bij de nationale ploeg. Met uitstraling in mijn benen bij elke stap. Ik dacht dat het probleem oplosbaar was met louter rust en oefeningen. Iets was enorm veel tijd in beslag neemt. Voor mij vielen het EK en de kwalificatie voor de O.S. Parijs 2024 volledig weg. Dat was niet mogelijk. Oké, mijn kiné Lieven Maesschalck liet me toe het toch te proberen bij PAOK Thessaloniki (Gri), maar na drie weken stond ik terug thuis, omdat het niet ging. De hernia bleek verergerd. Lieven stelde een medische ingreep voor in Antwerpen. Ik moest weer aan een revalidatie van een viertal maanden beginnen.”
Je kreeg daarbij steun van je pa Emile. Hij is als coach van de Franse nationale damesploeg present op de O.S. in Parijs.
“Ja, ik kon individueel lichtjes trainen met pa. En in maart 2024 kwam dan dat aanbod vanuit Saoedi-Arabië. Voor een periode van twee maanden. Ik vond dat perfect om de belastbaarheid van mijn rug optimaal uit te testen. Ik stelde al snel vast, dat ik helemaal volledig fit was. Ik ben tevreden, ook omdat het om een korte periode ging. Nu krijgt mijn rug weer even de tijd om volledig te optimaliseren.”
Al-Ittahad moet een heel aparte ervaring geweest zijn?
“Ik zou het vrienden zeker aanraden de stap te zetten. Maar alleen naar een topploeg. Bijvoorbeeld bij de top vier. Dan krijg je een heel mooi voorstel en zit je op de ideale plaats in een goed georganiseerd stramien. Uiteraard moet je een manager hebben die het contract goed valideert. In zo’n club verblijf je op hotel, op wandelafstand van de hal. Het is geen probleem om kebab en alle mogelijke westerse voeding te vinden via Amerikaanse ketens.”
Toch zijn er nog andere aspecten die in het dagelijkse leven meespelen?
“Ja, het is altijd thee, water of frisdrank bij het eten. (Lacht). De mensen zijn super religieus, ze bidden tot vijf keer per dag. Op training maken ze tijd voor een bidmoment. Soms wordt op de grond gegeten. Uit een grote rijstschotel, met de handen (geen bestek), met in het midden de afgekookte kop van een geit. Ik had er wel wat moeite mee, maar ik zei bij mezelf ‘probeer, probeer, probeer’. Ik wilde me openstellen. Het was een toffe ervaring in contrast met mijn eigen cultuur. De ramadan maakt het evenmin gemakkelijk. We konden pas trainen bij duisternis (21u00) of later. De matchen begonnen nog later. Daarna vlieg je nog terug naar Jeddah. Want alle verplaatsingen gebeuren met het vliegtuig.”
Vielen er minpuntjes te bespeuren?
“Niet echt. Ik wil het overwegen om volgend seizoen terug te keren. Al is autorijden stresserend. Ik had een Hyundai gekregen. Het verkeer is een wriemelnest, er is weinig wegbelijning, nog moeilijker dan in Turkije. Er bestaan blijkbaar geen regels. Je rijdt als een cowboy een rond punt op. Zie maar waar je uitkomt. De verzengende hitte (meer dan 40 graden) is ook geen ‘makkie’. Maar er is overal, overal, airco. Ik vraag me wel af hoe mensen die hitte in de vorige eeuwen verteerden?”
Je had ook enkele voordelen?
“In Jeddah zijn privéstranden beschikbaar voor buitenlanders. Daar ging ik vaker liggen, voor verlichting van de hitte. Ander voordeel: onze trainer is de Braziliaan Sergio Cunha. Die blijft overigens en spreekt vlot Engels. En met Agamez en Sosa converseerde ik ook in die taal. T 1 Cunha kent zijn vak. Hij weet om te gaan met de Saoedi’s. Je kan ze niet pushen, je kan niks forceren. Je bewandelt best de weg van de geleidelijkheid. Je mag zeker niemand van het bestuur op de tenen trappen, want dan word je gegarandeerd snel buiten gezwierd. Om de haverklap worden in dit land coaches gewisseld. Wat internet betreft: als je wil facetimen (Whats App) moet je dat wel doen met een VPN-systeem, waarbij je je locatie naar elders in de wereld verplaatst.”
Keer je nog terug naar Saoedi-Arabië en hoe staat het met de Red Dragons?
“Ik zou heel graag de GCC spelen, dat is de competitie van de Golfstaten. Met Saoudi-Arabië, Koeweit, Qatar, de Emiraten (Dubai) en Bahrein. Die GCC is minder intens. Ik hoef mijn geteisterde lijf zo niet elke week te teisteren. Het concept GCC is een verlengstuk van mijn topcarrière, zoals ik die uitbouwde bij Knack Roeselare, in Duitsland, Italië en Polen. Ik heb altijd mooie contracten kunnen tekenen. Luca Novi is bezig of hij een plaatsje voor me vindt in die GCC. I.v.m. de Red Dragons had ik contact met bondscoach Emanuele Zanini. Over mijn motivatie en fysieke paraatheid. Ik ben goedgekeurd voor de dienst. Ik krijg even de tijd om die Saoedische ‘fysieke boterham’ te verteren en zo mijn rug extra rust te gunnen. Eind augustus (kwalificatie E.K.) kan Zanini op mij rekenen.”
Hoe breng je de zomer door? Je koestert nog een andere grote sportieve droom in de toekomst?
“Ik studeer ‘event management’, ik train ook leerlingen van enkele internationale scholen in Brussel. Met veel voldoening. Training geven, ligt me wel. En ja, in mijn hoofd leeft iets, wat nog een ‘droomproject’ is. Ik praat met grote bedrijven en mensen in Brussel-Stad over de uitbouw van een club op het hoogste Liganiveau. Belangrijk daarvoor is de bouw van de hypermoderne topsporthal, centraal in de stad. Die hal is er nog niet. Maar ik wanhoop niet: Rome is ook niet op één dag gebouwd.”
Tot slot: je zus Hélène kiest voor de tweede Turkse Liga?
“Ja, zij trekt met haar coachende Turkse echtgenoot naar Göztepe SK Izmir. Eén van haar vriendinnen is Ilka Van de Vyver. Zij verlaat het Roemeense Voluntari en stapt over naar PAOK Thessaloniki. Een andere vriendin is de Bosnische Edina Begic. Zij trad onlangs in Brescia (Ita) in het huwelijk met de Peltse oud-Dragon Pieter Verhees. Ze zijn op huwelijksreis in Maleisië. Edina treedt komend seizoen aant bij VC Bejing in de hoofdstad van China. Pieter zal haar vergezellen.”
Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Tomas Rousseaux