Wout D’Heer: “Ik zou de afgelopen drie jaar niet willen inruilen, al ben ik klaar voor iets nieuws”

Talent op de reservebank. Misschien is het te kort door de bocht om de voorbije drie seizoenen bij topclub Trentino samen te vatten, maar het was wel de realiteit voor Wout D’Heer. En daarmee willen we absoluut geen afbreuk doen aan de bijdrage en het potentieel van de 2,03 meter grote middenman, integendeel.

Woody, zoals hij vaak werd genoemd door de Italiaanse tifosi, heeft al een opmerkelijk pad bewandeld. Weinig spelers kunnen namelijk zeggen dat ze op hun 23ste de beker met de grote oren in de lucht mochten steken. Zelfs voor zijn naaste concurrent en een klassespeler zoals de 36-jarige Serviër Marko Podrascanin, was het de eerste keer. Dat zegt genoeg, toch?

Hoewel zijn speeltijd dit seizoen dus te beperkt bleef en hij vaak de bank warm hield, beschouwt D’Heer de afgelopen periode toch als waardevol, zeker gezien de wereldtoppers waarmee hij dagelijks trainde. Zijn verminderde inzet op het veld betekent niet dat zijn seizoen verloren ging. Het gaf hem juist de kans om te leren van enkele van de beste spelers ter wereld. En toch ziet hij een vierde seizoen in dezelfde rol niet zitten. De ambitie kriebelt en de behoefte om meer speeltijd te krijgen drijft hem naar een nieuwe ploeg. Welke? Officieel mag de transfer nog niet bekendgemaakt worden, maar we verwachten D’Heer in het nieuwe seizoen veel vaker aan het werk te zien in het zuiden van Italië, in de hak van de laars.

Het zal bondscoach Emanuele Zanini als muziek in de oren klinken, want voor de generaal van de Red Dragons is voldoende speeltijd op clubniveau een cruciale factor om ook te slagen bij de nationale ploeg. Al zijn we bij Volleymagazine – en bij uitbreiding alle liefhebbers van de Dragons – vooral blij dat we D’Heer binnenkort nog eens in volledige wedstrijden aan het werk kunnen zien. De European Golden League staat namelijk al eventjes in zijn agenda in het vet aangestipt. Dat blijkt toch wanneer we D’Heer ongeveer 24 uur na het winnen van de Champions League-finale aan de lijn kregen.

We zagen je op livestream blinken met de beker… Wat een mijlpaal in jouw jonge carrière! We vermoeden dat dit jouw stoutste verwachtingen overtreft?

Wout D’Heer: “Het is een ongelooflijk gevoel, dat klopt. En vooral, het was ook een enorme ontlading voor de hele ploeg.”

Daar komen we zo meteen nog op terug. Hoe hebben jullie dit gevierd? En hoeveel heb je geslapen?

“Niet zo heel veel, ik denk een uurtje of vier, maar er zijn ploegmaats die nog minder geslapen hebben. Mijn kater valt dus nog goed mee (lacht) Het was een korte nacht, omdat we om 9 uur moesten opstaan, want onze vlucht vanuit Antalya vertrok om 12 uur. Gelukkig had de club een vliegtuig gecharterd, samen met de vrouwenploeg van Monza (de ploeg van Laura Heyrman, verloor de CL-finale van Conegliano met 3-2), anders moesten we nog vroeger vertrekken.”

Het was plezant dus?

“Dat zeker. We zaten in een poepsjiek hotel, all in. Spijtig genoeg was het zondagavond en dan valt er buiten het seizoen niet veel te beleven in Antalya. Langs het strand hebben we dan maar een beachbar gekaapt en toen die sloot om 2u30, zijn we in ons hotel nog in het zwembad beland tot de security ons eruit kwam halen. Kortom, iedereen was super blij. Zoals ik daarnet al vertelde, er viel een pak last van onze schouders. De ontlading was enorm.”

Je bedoelt eigenlijk dat het seizoen anders niet geslaagd zou zijn, want jullie verloren de strijd om het laatste Champions League-ticket tegen het Milaan van Ferre Reggers en eindigden vierde na de play-offs.

“Nadat we in de halve finale verloren van Monza, was onze moraal echt laag door een combinatie van factoren. In de eerste plaats waren we fysiek echt op en omdat we naast de finale van de play-offs grepen, waren we ook mentaal kwetsbaar. Waarom? Als je de reguliere competitie als autoritaire leider kan afsluiten en in de halve finales eruit gaat tegen een ploeg die zesde eindigde… Dat zegt genoeg, toch? Al wil ik zeker geen afbreuk doen aan de prestaties van Monza. Zij waren top en wij waren niet op ons normale niveau. Ach, dat hoort bij topsport.”

Wat wij ons dan afvragen: komt de flamboyante voorzitter Bruno Da Re jullie dan de levieten lezen na de uitschakeling?

“Nee, eigenlijk valt dat goed mee. Ik denk dat hij in een gans seizoen één keer de kleedkamer is binnengekomen. Nadat we ook het Champions League-ticket uit handen gaven aan Milaan, is hij ons wel komen toespreken, maar op een zeer opbouwende en rustige manier. Hij zag ook wel dat we diep zaten. Onze focus is toen volledig naar de CL-finale gegaan.”

Ferre Reggers vertelde ons al dat die eerste wedstrijd in Trento voor de strijd om de derde plek een beetje onwezenlijk was. Geen sfeer, amper publiek… Wel jammer, want net dan kwamen jouw goede vrienden van Lindemans Aalst, Bert Dufraing, Robbe Van de Velde (trekt naar Düren) en kiné Jelle Van Hemelryck een bezoekje brengen.

“De ontgoocheling was toen nog te fel aanwezig, maar nadien hebben we wel stilletjes aan de knop omgedraaid. Kijk, dat we vierde eindigen, komt niet overeen met de status van onze club, maar de honger bij Milaan was gewoon groter. Gelukkig maakte de Champions League veel goed, zo niet alles. Want geef toe: 3-0 winnen van Jastrzębski, dat is wel een statement en voor ons ook een bevestiging van ons kunnen. We waren sterker dan de Polen, vooral in block-defense en receptie. Zij begonnen meer risico te nemen waardoor hun foutenlast de hoogte in schoot en wij konden profiteren.”

Hoe is die belevenis dan voor jou? Laat ons eerlijk zijn: jouw bijdrage was afgelopen seizoen toch minder dan je zelf had verwacht. Je kwam ongeveer in 20 wedstrijden in actie, de vorige twee seizoenen waren er dat steevast tien meer en verzamelde je ook een pak meer speelminuten.

“Ik ga zeker niet ontkennen dat ik liever meer had gespeeld, anders zou het pas echt niet oké zijn. Het is eigenlijk simpel: onze coach Fabio Soli heeft veel minder geroteerd. Bovendien waren er ook minder blessures bij onze vaste middenmannen Marko Podrascanin en Jan Kozamernik. Maar ik kan de coach niets verwijten hoor. Bovendien kende ik mijn rol.”

En jij mocht de beker met de grote oren in de hoogte steken. Dat moet wel een bangelijk gevoel zijn geweest?

“We hadden het er met de ploegmaats in ons hotel in Antalya nog over. Trentino stond de laatste vier seizoenen drie keer in de finale, maar… De Champions League winnen, dat is zo uitzonderlijk. De laatste keer dateert trouwens al van 2011. Als je weet dat een wereldster als Podrascanin, die al vijftien jaar in Italië speelt en bij clubs belandde als Lube Civitanova, Perugia en Trentino, nog maar één keer deze prijs kon winnen, dat zegt genoeg. Kortom, het is een machtig gevoel. Ook als de supporters jou opwachten in de luchthaven, je als ploeg ontvangen wordt op het stadhuis en onthaald wordt als helden in het centrum van de stad.”

En toch hoor je mensen in België denken: “Champions League winnen of niet, voor D’Heer was het een verloren seizoen.”

“Ik snap dat mensen zo denken, maar toch voel ik dat helemaal niet zo. Trento behoort tot de beste clubs ter wereld. Mijn ploegmaats zijn allemaal wereldtoppers. Elke dag trainen met spelers van dat formaat, daar wordt je als jonge gast sowieso beter van. Ik moest er altijd staan om kanjers als Michieletto, Kaziyski en Podrascanin het zo moeilijk mogelijk te maken en af te blokken of om Sbertoli te lezen in zijn manier van passen. Ik kan je verzekeren: daar leer je van bij. En wanneer ik moest invallen, heb ik nooit ontgoocheld. Al moet ik ook eerlijk toegeven dat ik nood heb aan een nieuwe uitdaging en meer speelminuten. Ik zou de afgelopen drie jaar niet willen inruilen, al ben ik klaar voor iets nieuws.”

Dat is duidelijk. Dan heb je jouw appartement in Trento leeggemaakt?

“Dat klopt, of toch zo goed als. Tijdens het weekend komen mijn ouders naar hier om de laatste zaken af te handelen, omdat ik dan al terug in België wordt verwacht op het trainingsveld met de Dragons.”

Mag je al bekend maken waar je naartoe trekt?

“Ik moet nog even wachten, maar ik kan je wel al vertellen dat ik in Italië zal blijven. Ik zal trouwens van het noorden naar het zuiden verhuizen. Al is het wel geen ploeg die Champions League speelt.”

Dat klinkt uitstekend in onze oren. We zijn in de eerste plaats blij dat je in Italië blijft, tot nader order nog altijd de beste competitie ter wereld. En we kennen nog iemand die blij zal zijn. Heb je al met de bondscoach gesproken?

“Nog niet, maar hij heeft als Italiaan natuurlijk ook wel zijn connecties. Ik weet dat het één van zijn stokpaardjes is om bij een club zoveel mogelijk te spelen. Hij heeft me daar vorige zomer ook op aangesproken, al heb ik hem ook wel mijn visie op de situatie uitgelegd.”

Van de nationale ploeg gesproken: hoe zie jij de zomer tegemoet, beginnende met de wedstrijden van de European Golden League? Je bent, hoe raar het ook mag klinken, één van de meest ervaren spelers in deze zeer jonge kern?

“Samen met Jolan Cox ben ik inderdaad één van de weinige spelers met de nodige ervaring. Middenmannen in België zijn schaars, dus ik heb het geluk gehad dat ik tijdens mijn laatste jaar van de Topsportschool in Vilvoorde al mocht debuteren bij de Dragons, toen nog onder Brecht Van Kerckhove. Maar goed, ons voornaamste doel is om onze internationale ranking te verbeteren. Dit is cruciaal voor onze loting bij toekomstige Europese kampioenschappen en wereldkampioenschappen. Elke wedstrijd telt enorm voor ons, en we zijn vastberaden om zoveel mogelijk overwinningen te behalen.”

Volgend jaar mogen er twee nieuwe ploegen naar de VNL: de winnaar van het Challenger Toernooi en één ploeg op basis van de ranking. Vooral dankzij dat laatste criterium staan jullie er niet slecht voor. We zien Oekraïne als jullie grootste uitdager. Hoe bekijk jij dat?

“Oekraïne lijkt me inderdaad de sterkste tegenstander. Maar goed, we hebben een talentvolle en jonge groep met spelers zoals Simon Plaskie, Seppe Rotty, Ferre Reggers, Seppe Van Hoyweghen, enzovoort. Het is voor de meeste jongens natuurlijk al een lang seizoen geweest, maar we geloven in onze kracht. Al zal het afhangen van hoe fris we kunnen blijven en de wilskracht die we kunnen opbrengen op cruciale momenten.”

Finland, de eerste tegenstander op 18 mei wordt al meteen de eerste grote test.

“Inderdaad, meteen al een vrij moeilijke opener, gevolgd door Kroatië, een ploeg van ons niveau. Het vernieuwde competitieformaat vereist dat alle teams tegen elkaar spelen, wat betekent dat elke wedstrijd belangrijk is voor de uiteindelijke ranking en toegang tot de final four, toch ons doel. Al denk ik dat er buiten Oekraïne geen enkele ploeg kan zeggen dat ze zeker zijn van die Final 4. Maar we gaan zeker niet beginnen rekenen. We moeten elke wedstrijd voluit voor de winst gaan, dat is gewoon belangrijk voor de toekomst van de Dragons.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Wout D’Heer

Selectie Red Dragons:

Libero: Kobe Verwimp (Haasrode Leuven), Bert Dufraing (Aalst).

Setter: Robin Blondeel (Antwerp), Seppe Van Hoyweghen (Roeselare).

Midden: Wout D’Heer (Trentino/Ita), Lennert Van Elsen (Roeselare), Jasper Verhamme (Menen), Lasse Van Genechten (Antwerp), Milan Dalli Cardillo (Achel).

Receptie-hoek: Michiel Fransen (Achel), Yarno De Leeuw (Antwerp), Pierre Perin (Waremme), Seppe Rotty (Roeselare), Simon Plaskie (Berlijn), Robbe Van de Velde (Düren).

Opposite: Jolan Cox (Maaseik), Ferre Reggers (Milaan)

Wedstrijdschema:

DATUM                      UUR               SPEELSTAD              MATCH

18 mei 2024                18 uur             Tampere (Finland)      België – Kroatië

19 mei 2024                17 uur             Tampere (Finland)      Finland – België

24 mei 2024                17:30 uur        Beveren (België)        Azerbeidzjan – België

26 mei 2024                15 uur             Beveren (België)        België – Noord-Macedonië

1 juni 2024                  20 uur             Tarnow (Polen)           België – Portugal

2 juni 2024                  20 uur             Tarnow (Polen)           Oekraïne – België