Ze is nog altijd 18 jaar en toch pakte Noor Debouck met Asterix Avo Beveren al haar tweede nationale titel. Met een enthousiasme en een inzet die amper haar gelijke kent, haalde ze vanop de liberopositie haast alle ballen van de vloer en dat haar ploeg daardoor de zestiende titel uit haar bestaan vierde, daar had ze toch wel een belangrijke inbreng bij.
Net als aanvoerster en speelster van het jaar Manon Stragier, die vorige zaterdag wellicht de beste match uit haar carrière speelde en haast alles tegen de vloer van tegenstander Tchalou sloeg. “Die wedstrijd was zo goed van onze kant, dat we konden veronderstellen dat we in de derde onderlinge strijd met Tchalou liefst eenzelfde niveau moesten halen. Dat kwam er wel niet, maar het voornaamste was, dat we toch opnieuw de dubbel binnenhaalden.”
Een verschil met vorig jaar voor jou?
Noor: “Vorig jaar moest ik op een andere positie spelen in receptie, want mijn goede vriendin Britt Rampelberg – die volgend seizoen niet meer in Roemenië speelt en die me na onze overwinning hartelijk kwam feliciteren – was zonder enige twijfel de beste libero uit de ganse competitie. Dit jaar kreeg ik mijn kans als libero en moest ik in een enigszins andere rol functioneren.”
Was het moeilijk op die liberoplaats?
“Ach, ik moet natuurlijk nog veel leren. Maar je kan geen goede libero zijn als niet de ganse ploeg mee denkt. Ik heb hard moeten werken om op een hoger niveau te spelen. Er werd veel op verdedigen getraind en op het opvangen van harde slagen vanop de overzijde. En dan moesten die ballen nog zo goed mogelijk bij onze spelverdeelster geraken. Maar als het al eens mislukte, dan liep Charlotte Krenicky – op dit moment de beste spelverdeelster van het land – schijnbaar gemakkelijk naar die bal om de situatie op te lossen. Ik probeerde natuurlijk ook goed de richting van de bal te lezen en er dan naartoe te duiken, maar ook dat kan je pas als de ganse ploeg meehelpt in verdediging.”
Jouw medespeelsters noemen jou een verlegen meisje, dat op iets meer dan een seizoen is open gebloeid tot een enthousiaste sfeermaakster. Zelfs in een match kan er al eens een grapje af…
“Lief van hen dat ze zo over mij denken. Ik was vroeger misschien ook wel wat meer verlegen, maar ik ben ook een echte winnaar. Ik kan misschien wel enthousiast overkomen, maar als iets niet gaat, dan kan je ook een andere kant van mezelf zien. Zelfs op training wil ik winnen. En dat ik in de slotmatch een bal hoog in de tribunes sloeg, was ook maar de eerste keer dat het gebeurde. Al typeerde het me wel. Dan ben ik boos op mezelf.”
Op welke punten kan je nog verbeteren?
Oei, er is zeker nog heel veel werk aan mijn manier van verdedigen, maar ik ga nu niet in detail, want anders beginnen de tegenstanders daar gebruik van te maken. Wees gerust: er zijn nog veel werkpunten.”
Veel tijd om te rusten, krijgen jullie wel niet?
“Vier dagen om precies te zijn. Maandag beginnen de trainingen met de Yellow Tigers en dan zie ik mijn vriendin Britt weer. Eigenlijk was het nodig dat we die titel wonnen, zodat ik weer met een ‘boost’ naar die nationale ploeg kan toeleven. Met Asterix speelden we 44 wedstrijden en ik stond ook nog in de nationale jeugdploegen, dus doe er nog maar tien matchen bij. Het was even redelijk druk.”
Wat zijn nog de betrachtingen voor de toekomst?
“Zowel bij de club als bij de Yellow Tigers trachten eruit te halen wat erin zit. Ik vind het zeker positief dat ik er weer bij ben, want ook met de nationale ploeg kan ik zeker nog veel bijleren voor de toekomst.”
Manon Stragier: “Het wordt een interessante zomer”
Ook de Beverense aanvoerster Manon Stragier beseft dat ze een zware periode achter de rug heeft, terwijl ze buiten het volley toch ook nog zijdelings de prestaties in de gaten houdt van haar vriend, die als doelman bij Lommel zijn ploeg nog naar de hoogste afdeling in het voetbal kan stuwen.
“Het was voor ons inderdaad een heel zwaar fysiek jaar met veel matchen op korte termijn, maar waarin we toch nog op het juiste moment konden pieken.”
De beslissende match was zeker niet de beste van het seizoen voor Asterix.
“We wisten dat het niet zo vlot zou gaan en dat Tchalou niks meer te verliezen had en zich wilde revancheren voor de zware nederlaag op de tweede finaledag, waarin ze door ons van het terrein gespeeld werden. Ze maakten dan inderdaad ook minder fouten en voor ons was het hard knokken. Mooi volley was er minder te zien. We wilden alleen voor de tweede keer op rij de dubbel winnen. Het resultaat telde, niet alleen voor ons, maar ook voor de club en de supporters. Het was een kwestie om met de stress om te gaan. En dat lukte.”
Jullie haalden wel de poules van de Champions League, maar zat er toch niet meer in?
“Misschien. Thuis tegen Stuttgart speelden we wellicht onze minste wedstrijd en tegen Rzeszow lieten we wel twee keer de kans liggen om te winnen of om toch minstens een vijfsetter uit de brand te slepen. Maar het was verder zeker een goede leerschool.”
Wat verwacht je volgend seizoen van de nieuwkomers: Elise van Sas als spelverdeelster in de plaats van Krenicky, de Nederlandse middenspeelster Demi Korevaar (ex-Erfurt, ex-Munster en net aan de schouder geopereerd) in de plaats van Anna Koulberg en Saar Bertels van de Volleybalschool?
“De doelstelling is alleszins om de nieuwe speelsters zo snel mogelijk in te bouwen in de ploeg, want de rest van Asterix is nagenoeg hetzelfde gebleven. Al moeten we beseffen dat de tegenstanders alleszins ook sterker worden. Denk maar aan Tchalou of Charleroi, als die ook nog een aantal talentrijke buitenlandse speelsters gaan aanwerven en ik denk dat ook Bevo Roeselare zich nog zal versterken. Aan ons dus de opdracht om ze ook volgend seizoen weer ‘plat’ te krijgen.”
Mogen we ook nog iets speciaals verwachten van de Yellow Tigers?
“We willen ook zo sterk mogelijk voor de dag komen in de European Golden League, maar ook daar is de tegenstand niet eenvoudig. Na een stage in Bulgarije vertrekken we naar Zweden om daar een verbeterde Spaanse ploeg en het moeilijke Zweden (met de fameuze Isabelle Haak) te ontmoeten. We spelen ook nog voor eigen publiek in Beveren tegen Estland en Kroatië (24 en 26 mei), terwijl we eindigen tegen Tsjechië en Oekraïne, toch ook twee fysiek sterke ploegen. Moeilijk! Maar het wordt alleszins een heel leerrijke zomer!”
Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: archief