Christophe Achten: “Dit is een prijs van de ganse ploeg”

De verkiezing van Christophe Achten tot ‘Coach van het jaar’ tijdens de recente Volley Proms markeert een belangrijk moment in het Belgische volleybal. Achten, die anderhalf seizoen geleden vanuit zijn geliefde Duitsland naar Aalst kwam, heeft een frisse wind laten waaien door de club waar voorheen een constante stroom van spelerswisselingen heerste. Ondanks het feit dat Aalst over het derde grootste budget van de competitie beschikt, wist het pas onder leiding van Achten weer echt te presteren.

Zijn vermogen om het team te stabiliseren en naar een derde plaats in de competitie te leiden, onderstreept waarom hij deze erkenning boven andere coaches, zoals Steven Vanmedegael, heeft verdiend. Dat Achten volgend seizoen opnieuw aan de slag gaat bij onze Duitse buren, lijkt op het eerste zicht dan weer onverwacht, maar de 45-jarige ex-libero die in  Ranst woont, heeft daar wel degelijk gegronde redenen voor.

De grootste verrassing op de Volley Proms was misschien wel dat niet Steven Vanmedegael, maar wel Christophe Achten tot ‘Coach van het jaar’ werd verkozen. Waarom? Vanmedegael heeft met Roeselare toch de Belgische beker gewonnen en strijdt tegen Maaseik opnieuw voor de landstitel, terwijl Achten met de Ajuinen geen enkele prijs heeft binnengehaald. En toch. Onder de vleugels van familieman Achten heeft Aalst de broodnodige transformatie doorgemaakt en eindelijk nog eens getoond dat het een potentiële machine kan zijn die meer dan welke andere Belgische club snel in het zog kan komen van de hierboven genoemde grootmachten.

En toch, je behaalt meer dan 70 punten voorsprong op Steven Vanmedegael, dat is niet niets. Tegen een monument als Vanmedegael. Had je dit verwacht?

Christophe Achten: “Eerlijk, dat wist ik niet, en het doet me wel een beetje blozen. Maar ik wil toch vooral verduidelijken dat deze prijs het resultaat is van het harde werk van de ganse ploeg, van de spelers tot de staf. Zonder hen, zou dit niet mogelijk geweest zijn.

Natuurlijk is het persoonlijk gezien een mooie erkenning voor al het harde werk. Het is een teken dat wat we doen, opvalt en gewaardeerd wordt. Of ik het had verwacht? Ik vind dat je nooit mag verwachten dat je iets gaat winnen. Je hoopt dat natuurlijk. We hebben een opmerkelijke reeks overwinningen neergezet en het team heeft toch een gedaanteverwisseling ondergaan. Waarschijnlijk is dat de reden geweest waarom ik als eerste uit de stembus ben gekomen.”

In het begin van het seizoen dachten we nog: het gaat weer een typisch seizoen à la Aalst worden. Potentieel uitstekende spelers, maar geen team en ook de resultaten bleven uit. Hoe ben je er toch in geslaagd om die perceptie te veranderen en de resultaten voor zich te laten spreken?

“Ik ben anderhalf jaar geleden in Aalst aangekomen en ik wist meteen dat het niet goed zat. We hadden prima spelers, maar ze wilden niet met elkaar samenspelen. Simpel gezegd: er was geen bindmiddel. We zijn dan op zoek gegaan naar een aantal profielen die wel bij elkaar pasten. Er is heel veel werk gestoken in het recruteren van de nieuwe spelers en het creëren van een nieuwe identiteit. Weet je, ik probeer altijd om niet alleen mijn spelers beter te maken, maar ze ook te doen geloven in een gemeenschappelijk verhaal. Ik moet ook toegeven dat de Spaanse vibe in onze ploeg een extra surplus was op dit vlak.”

Hoe bedoel je?

“Met Álvaro Gimeno, Xavi Folguera en onze Braziliaan Hiago Crins was de Spaanse invloed nooit ver weg. Zo was onze roep voor elke wedstrijd: ‘un, dos, tres, pasión’. Zelfs toen het in het begin helemaal niet goed liep en we van zowel Gent als Menen verloren, zijn de spelers er altijd in blijven geloven. Ze zijn het zelfs harder beginnen roepen.”

Wat waren volgens jou de sterktes van dit Aalst?

“De mix van verschillende karakters en de uitdagingen die ze elke week opnieuw met elkaar aangingen. Dat waren soms ludieke spelletjes tussen de jonkies en de oudere spelers om te zien wie er na de wedstrijd op warme hapjes moest trakteren. Maar ook, alle spelers wilden voor elkaar werken, zelfs de bankzitters. Werkelijk iedereen heeft zijn aandeel gehad in onze overwinningen. Voor Robbe Ponseele en Matis Verwimp was dit misschien iets minder dan de rest, maar ook zij zijn steeds positief gebleven.”

Opvallend was ook dat Robin Overbeeke, toch een certitude en een geroemde opposite in onze competitie, niet meer zeker was van zijn basisplaats. Hoe ben je erin geslaagd om hem bij het team te houden?

“Door duidelijk aan te geven wat mijn verwachtingen waren. Kijk, Robin heeft een fantastische rol gespeeld. Weinig mensen geloofden in hem en dachten dat hij amok ging maken, maar hij heeft heel positief getraind, hij liet de groep weten wat er nodig is en hij heeft zijn verantwoordelijkheid genomen wanneer dat nodig was. Hij is welgeteld één keer op mijn deur komen kloppen, omdat hij meer wilde spelen, maar ook dat ervaar ik als positief. Ik denk dat hij na 7,5 jaar met een trots hart afscheid kan nemen van de club.”

Welk type coach ben je eigenlijk?

“Ik ben zeker geen roeper. Ik vind het veel belangrijker dat spelers zich goed voelen, al vind ik ook wel dat een groep of speler aan zelfreflectie mag doen. Komen daar dan heftige discussies uit, heb ik er geen probleem mee om scheidsrechter te spelen en de gesprekken tussen twee spelers opnieuw op te starten.”

Jouw methode heeft in elk geval gewerkt, want met een bijna volledig nieuwe ploeg loodste je Aalst naar een derde plek met als uitschieter die negen overwinningen op rij.

“Dankjewel. De ontlading na die derde plaats en de laatste overwinning tegen Haasrode Leuven sprak boekdelen, denk ik. Misschien zijn we nog iets te wisselvallig geweest om het Roeselare en Maaseik moeilijk te maken, maar die derde plaats is meer dan verdiend.”

Denk je nog aan een onvergetelijk moment?

“Jawel, het moment dat bekend raakte dat Hiago kanker had. Dat was mentaal een enorme klap voor iedereen. Maar ook het moment dat hij volledig genezen is verklaard …  Ik krijg er nog altijd kippenvel van.”

Het valt ons op dat je in jouw antwoorden nog geen enkele keer het bestuur hebt vermeld.

“Ik heb daar zo mijn redenen voor. Ik wil zeker niet met modder beginnen gooien en ik ben ook geen rancuneus iemand, maar er zijn dit seizoen toch een aantal zaken gebeurd die men had kunnen vermijden.”

Nog iets: we hebben gehoord van de spelers dat jouw job na de vierde nederlaag in de play-offs alsnog op de helling stond?

“Dat bewijst nogmaals dat wij als groep sterk stonden door het ganse jaar heen in goede en slechte tijden, in elkaar te blijven geloven zowel bij de staf als de spelers.”

Dat lijken ons geen ideale omstandigheden om in te werken. De komst van de Duitse club Düren, was dus meer dan welkom?

“Op zich wel, al had ik dus voor de vraag van Düren al beslist dat het mijn laatste jaar ging zijn bij Aalst. Het is eigenlijk simpel: bij Düren klopt het plaatje. Het woon-werkverkeer zal hetzelfde blijven en ik kan er overnachten in mijn eigen woning, maar vooral het 100% geloof in mij als coach bij het begin van het project was een deugddoende vaststelling.”   

Is de relatie met het bestuur ondertussen al wat opgeklaard?

“De contacten verliepen terug normaal toen bekend raakte dat ik op het einde van het seizoen zou vertrekken. Het was alsof er van ons beiden een pak last van de schouders was gevallen. Toen de club te horen kreeg dat ik Robbe Van de Velde zou meenemen naar Duitsland, is de bom opnieuw gebarsten en dat is niet meer goed gekomen.”

Robbe had nog een contract voor één seizoen?

“Klopt, maar in zijn contract stond er ook een clausule dat hij mocht vertrekken als er een buitenlandse club kwam aankloppen. Kijk, het was in principe niet mijn bedoeling om Robbe zomaar mee te sluizen, want ik dacht dat Düren zijn contract moest afkopen, want ze waren al langer gecharmeerd door hem. Achteraf bleek echter dat de buy-out maar 5.000 euro bleek te zijn. Dat zijn natuurlijk peanuts voor een speler met het profiel van Robbe. Aangezien ik hem liever niet naar Frankrijk zag gaan, want ook daar was interesse, heeft Düren snel en correct gehandeld.”

Het verklaart waarom niemand van het Aalsters bestuur je op de Proms is komen feliciteren met jouw prijs als ‘Coach van het jaar’.

“Ach, voor mij is het een afgesloten hoofdstuk. Ik ben vooral blij dat de spelers, de staf en mijn gezin in mij zijn blijven geloven. Vooral de steun van mijn vrouw Stephanie (Van Bree, ex-volleybalster) is bewonderenswaardig. Ik wil haar graag bedanken voor haar onvoorwaardelijke steun tijdens mijn hele carrière als professionele coach. Haar vele opofferingen, voor onze dochtertjes Estée (3 jaar) en Pippa (wordt in juni 1 jaar), zijn de stille kracht achter mijn succes. Eenmaal ik aan de slag ga in Düren, zal er ook voor hen meer structuur zijn.”

Heb je nog een boodschap voor de club Aalst?

“De club heeft een enorm potentieel maar wordt soms te veel met emotie geleid en in topsport moet je daar beter mee omgaan. Ik ben zeer blij dat, in de reactie op de transfer van Robbe, ze echt moeite hebben gedaan om meer dan 60% van de huidige kern te behouden en dit is toch iets wat niet vaak voorkomt in Aalst.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: archief en Christophe Achten

De stand:

  1. Christophe Achten (Lindemans Aalst) 180p.
  2. Steven Vanmedegael (Knack Roeselare) 111p.
  3. Frédérick Servotte (Waremme) 67p.