Marie-Catherine Boulanger: “Geen Belgische ref op Olympische Spelen”

In haar prachtige plunje had ze een kamerbrede glimlach toen ze op de Proms voor de vierde keer werd uitgeroepen tot ‘scheidsrechter van het jaar’. Met slechts enkele puntjes verschil ging Marie-Catherine Boulanger haar collega Wim Cambré vooraf. Lange tijd leek het erop dat één van beiden veel kans maakte om als ultieme bekroning aangeduid te worden tot scheidsrechter op de Olympische Spelen in Parijs. Maar helaas, zopas kregen ze te horen dat België niet geselecteerd werd om een ref te leveren. Pijnlijke (politieke) beslissing!

Maar de Luikse Marie-Catherine mocht alles behalve klagen over haar voorbije seizoen.

Marie-Catherine: “Tijdens het EK mocht ik twee magische momenten meemaken: ik was scheidsrechter tijdens de openingswedstrijd in de Arena van Verona. “Een moment dat je als ref nooit meer kan meemaken. Die gelegenheid krijg ik allicht nooit meer. Ik was eigenlijk helemaal niet nerveus bij die match, maar de ploegen wel. Zeker voor aanvang van de match. Want hoe zou dat allemaal verlopen en waren er bepaalde aanpassingen? Het begon dan ook in een gespannen sfeer, maar geleidelijk aan begonnen ze blijkbaar ook het speciale van de situatie aan te voelen en concentreerden ze zich op het spel. Een extra-ordinaire herinnering!

De organisatie stond dan ook op punt en enkele weken in Italië verblijven, was ook ontzettend leuk. Alles verliep er professioneel. Ik ben er met veel goesting gebleven en we werden er ook gewaardeerd als scheidsrechter.

En toen ik naar de finale in Brussel kwam, was ik wel geselecteerd voor matchen in het finale weekend, maar ik was wel heel verrast dat ik daar ook aangeduid werd om mee de finale te leiden. Ik was het al wel gewend om voor vele toeschouwers te arbitreren, maar de sfeer in de Heizelpaleizen was ook wel uniek, vooral door de speciale atmosfeer die de Turkse supporters met zich meebrachten. Subliem en heel speciaal!”

Je was dan wel vijf weken weg van huis. Kon dat zo maar?

“De kinderen herkenden me nog wel toen ik terug thuis kwam (lacht). En thuis kon ik rekenen op de steun van mijn man Eric Humblet. Dat ik vijf weken weg was, kon professioneel dan weer wel omdat ik kan genieten van het topsportstatuut.”

Dat je dit jaar alweer de finale van de Belgische beker mocht fluiten, was dan weer geen nieuwigheid?

“Eigenlijk wel. Want het was wel de allereerste keer dat een vrouw de mannenfinale mocht leiden. Ik hoop dan ook een beetje een voorbeeldfunctie te vervullen, want er wordt toch naar gestreefd om meer vrouwelijke scheidsrechters te promoten. In Luik was er een onlangs een opleidingscursus met liefst 50 deelnemers en daar waren toch ook wel wat meisjes en vrouwen bij. We zijn niet beter of slechter dan mannelijke collega’s, het is het werk dat telt.”

Wat zijn de sterke punten waarover een scheidsrechter moet beschikken?

“Iedereen heeft zo’n beetje een eigen stijl, maar het komt er toch op aan dat je strikt bent, maar ook weer niet té strikt. Je moet zo veel mogelijk laten spelen, maar dat hangt ook wel een beetje af van de houding van de spelers op het terrein. Ik vond dat het er dit seizoen iets moeilijker aan toe ging. Het niveau van heel wat ploegen lag dichter bij mekaar, er lag duidelijk meer druk op de schouders bij sommige ploegen. Maar echt agressief werd het nu ook weer niet.”

Is het al bekend of er een Belgische ref vertegenwoordigd zal zijn op de komende Olympische Spelen?

“Wij kregen onlangs te horen dat België geen ref zal leveren. Nochtans had Wim Cambré in het voorbije jaar ook enkele toppers op Europees en zelfs op wereldniveau mogen leiden. Zelfs dat mocht niet baten. Hij staat nochtans in de groep A bij de Europese scheidsrechters, ik stijg nu naar de B-groep. Er staan acht Europese refs in de hoogste categorie. Er wordt daar natuurlijk ook een politiek spelletje gespeeld, want elk land wil wel een eigen scheidsrechter op de Spelen hebben. Hopen op de volgende spelen in Los Angeles dan maar.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: CEV en archief

De stand bij ‘scheidsrechter van het jaar’:

  1. Marie-Catherine Boulanger 44p.
  2. Wim Cambré 41p.
  3. Koen Luts 28p.