Seppe Rotty: “Prijs motiveert me extra voor titelgevecht tegen Maaseik”

Op het jaarlijkse grote gala van de verkiezing ‘Speler van het Jaar’, spitste iedereen de oren, toen de speaker de keel schraapte en aankondigde: … de ‘winner’ bij de mannen… …dat is… … Seppe Rotty van Knack Roeselare. De 23-jarige Torhoutenaar, student industrieel bouwkunde in Gent, reageerde een dag later heel emotioneel. De Knack-ploeg kon zelf niet aanwezig zijn in Affligem, omdat er minder dan 48 uur zat tussen de proclamatie en de eerste titelfinale in Maaseik. Geprogrammeerd op donderdag 18 april.

“Het technisch kader wilde liever geen verstoring van de ‘gewijde rust’ in de ploeg”, lacht Seppe, als we hem tussen twee trainingen door een half uurtje aan de lijn hebben. “Ik ben echt verrast. In Diegem was ik in 2022 al ‘Rookie’ en ook ‘Speler van het Jaar’, twee prijzen in één klap. En nu ben ik weer ‘Speler van het Jaar’ als opvolger van ex-ploegmaat Pablo Kukartsev. Toch straf, omdat ik van origine acteer op receptie-hoek, maar de switch deed naar de ‘opposite’ en het toch alweer waar maak. Een heerlijke appreciatie voor mij vanuit de hele Belgische volleybalwereld.”

Zo is de populaire Seppe de koning te rijk. Ook zijn familie en zijn liefste blaken van enthousiasme. Het gaat om zijn jongere zus Sien (doet geen sport), papa Wim, gek van tennis, en mama Joke, die van duiken, dansen en yoga houdt. Zijn kickboksende vriendin Renske ging figuurlijk mee door het dak. “We hebben samen iets gekocht in Roeselare”, vertrouwt Seppe ons toe. “Over enkele maanden gaan we samenwonen.”

Je mag de jonge vedette Rotty gerust een zondagskind, een grote geluksvogel noemen. Nog géén 24 lentes oud en al zo succesvol. Heel veel bereikt. Hij etaleert dan ook een verbluffend visueel elegante speelstijl: handig, soepel, zeer veerkrachtig. Alsof alles vanzelf gaat. Te danken aan een schitterende opleiding: drie jaar Topsportschool in Vilvoorde (2016-2019), drie seizoenen bij Decospan Menen (2020-2022/topcoach Frank Depestele) en nu een tweede seizoen bij Knack Roeselare (topcoach Steven Vanmedegael). “Er komt nog een derde campagne bij. Ik doe mijn contract zeker uit. Daarna zien we wel.”

Als prille twintiger kan je terugblikken op een rist mooie jeugdherinneringen. Er lopen er niet veel rond, die dat kunnen zeggen. Ja toch?

Seppe Rotty: “Zeker. Al vroeg boekte ik successen met de Topsportschool. Op het EK U17 in Turkije pakte Belgium de zilveren plak onder leiding van coach Wim De Boeck. In 2018 speelde ik mee in de WEVZA en haalde ik de zevende plaats op het EK U18. Ook de zilveren medaille met het jeugdteam van Mieke Moyaert op het EYOF, het European Youth Olympic Festival in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Ik won de bronzen medaille op het EK U21 in Tsjechië. In een selectie, geleid door Kris Eyckmans. Het was ook Kris die ons naar een fantastische vijfde stek laveerde op het WK U21 in Sardinië. Ik werd als ‘Young Red Dragon’ gelauwerd als beste scorer, beste aanvaller en beste receptiespeler. Drie keer ‘boenk’ erop.”

Je debuteerde in 2021 bovendien als jonge snaak bij de Red Dragons. Geleid door de Spaanse coach Fernando Munoz. Je zat samen in de selectie met vier Menense ploegmaats: Lou Kindt, Lowie Stuer, Simon Plaskie en Kobe Brems.

“Juist. We namen deel aan de Golden European League via twee toernooien in Estland en Letland. We waren als organisator automatisch geplaatst voor de Final 4 in de Kortrijkse sporttempel De Lange Munte. Maar toegegeven, we braken weinig of geen potten in de eindfase. Stuntwerk herinner ik me niet. De verwachtingen lagen toch ietsje hoger.”

Met je beste maat Simon Plaskie uit Breendonk verliet je Decospan Menen na drie seizoenen en tekenden jullie allebei in 2022 bij Knack Roeselare? Jullie bleven doelbewust samen.

“Inderdaad, ik ging akkoord voor drie seizoenen, Simon voor twee. Dat maakt dat hij bij Knack nu vertrekt (noot van de redactie: naar de Duitse veelvoudige kampioen Recycling Volleys RVV Berlin – nog niet officieel bevestigd). In mijn eerste seizoen was het er al knal bovenop: onze bekerwinst tegen Decospan Menen, de Belgische landstitel en zilver in de Europese CEV Cup na twee memorabele topmatchen tegen Modena (Ita). Op Italiaanse bodem drukten we een magische 0-3 (!) af. In de return knapten we helaas af voor het goud, na 0-3 en 9-15 in de Golden set. Tomas Rousseaux mocht uit de bol in het winnende kamp.”

Op 10 februari van dit jaar won je opnieuw de Belgische beker, de 16de in de clubgeschiedenis.

“Weer in een finale tegen de gabbers uit Menen: 3-1. Dat ging vrij vlot, moet ik zeggen. Knap alleszins dat de grensploeg zich tweemaal opeenvolgend voor de bekerfinale in het Antwerpse Sportpaleis kon plaatsen.”

Anderzijds incasseerde je ook een stevig inhakkende domper: geen uitzending naar de O.S. Parijs 2024?

“Ja, dat heeft pijn gedaan. De uitschakeling door Bulgarije (2-3) in Xi’An (China) in de allerlaatste olympische kwalificatie heeft lang nagezinderd. Ach, iedereen was triest en aangeslagen. Maar gedane zaken nemen geen keer. Het was echt een unieke kans. Ik droom nu van een olympisch ticket in 2028 op de Spelen in Los Angeles. Maar zoals je weet, is de weg daar naartoe zeer lastig te bewandelen.”

Verder op jouw planning deze zomer staat een nieuwe Golden European League?

“Ja, net daarom moeten de titelfinales momenteel in ijltempo afgehaspeld worden. Een beetje spijtig. Op 6 mei roept bondscoach Zanini de nationale troepen weer samen. We trainen niet langer in het Sportkot in Leuven, maar in zaal Schotte in Aalst, de thuishaven van VC Lindemans. Ik doe zeker mee, dat is alleszins toch het plan.”

Hoe heb je ondertussen de twee voorbije fases van het interclubkampioenschap ervaren?

“Tja, we kroonden ons prima tot regulier kampioen. Zonder veel haperingen. Met een onbetwistbaar grote marge. Dat liep allemaal prima. In de Champion play-offs is het echter misgelopen. Het liep fout in die cruciale verplaatsing naar Maaseik, dat na een periode van onverwacht veel dipjes plots verrassend een enorme progressie boekte. Ik kan het nog altijd niet begrijpen, hoe we die match in Limburg konden verliezen met 3-1. We raakten heel netjes 0-1 voorop en liepen uit tot 11-16 in de tweede set. En plots kwam er te veel zand in ons raderwerk. Daar hebben we de ‘pole position’ uit handen gegeven.”

Die ‘pole’ zal wellicht een bijzonder grote rol spelen in de titelstrijd? Net door het moordende ritme van de ‘finals’.

“Helemaal akkoord. Het wacht ons mogelijk een helse tiendaagse, als het tot vijf finales komt. Vorig jaar won Knack zijn veertiende titel tegen Maaseik heel simpel. Met de vingers in de neus. In drie duels, ‘fertig’: twee keer 3-1 en als toetje 3-0 (32-30, 25-21 en… 25-14) in de derde clash. Vooral die eerste set in de derde finale gaf de doorslag. Omdat wij die wonnen. We hadden zeven setballen en nogal wat moeite om effectief af te ronden. Maar Matthijs Verhanneman, ‘Kuka’ en Tammearu trokken tegen Adam Bartos en Ferre Reggers aan het langste eind. Bij 1-0 brak langzaam maar zeker het Maaseikse verweer. Of we dat exploot kunnen herhalen… oeps, dat valt af te wachten. Ik hoop het. Maar het zal geen evident scenario zijn.”

Wellicht zal de spanning zwaar crescendo gaan. Het wordt allerminst een ‘wandeling in het park’, zoals dat twaalf maanden geleden wel het geval was.

“Je zou gelijk kunnen krijgen. Door het exit van o.a. de Argentijn Pablo Kukartsev, de Noor Rune Fasteland (beiden naar Tourcoing Lille Métropole/Fra) en de Est Märt Tammearu (naar Tours VB/Fra) hebben we dit seizoen soms problemen om ons door te zetten. Onderschat ‘de hamer’ van Kukartsev niet, ook niet de ‘efficiëntie’ van Tammearu en de centrale slagkracht van zo’n gedreven Fasteland. Het is dit seizoen duidelijk meer een ‘zoektocht’ voor ons.”

Ook de blessureduivel kwam langs in de Tomabelhal. Zo moest jij abrupt omschakelen naar een andere positie.

“Ja. Onze nieuwe Mexicaan Diego Gonzalez Castaneda was voortdurend op de sukkel met de knie. Ik laat het in het midden of hij in één of andere finale voor een kortere periode toch inzetbaar is. Door zijn kopzorgen werd ik gevraagd de transitie te maken naar de hoofdaanval. Op die positie heb ik gelukkig het voordeel van mijn grote veerkracht. Die heb ik meer dan nodig om als relatief kleine aanvaller van 1m90 voorbij een blok van bijv. 2m08 te hameren. Alleszins houd ik ook mijn enorm sterk opslagwapen achter de hand als extra troef.”

Het worden wellicht ‘tricky’ finales? Met mogelijk veel hetze, veel discussie, verhitte verbale standjes en gele kartons…?

“Dat zou best kunnen. Eén zaak is helder voor mij: ons ‘collectief’ zal zijn totaalniveau naar het summum moeten opkrikken. Anders wordt het moeilijk. Maaseik is héél degelijk bezig, een uiterst gevaarlijke tegenstander, ze zijn steeds beter gaan spelen. En dus worden het keiharde titelfinales. Ook door de overbeladen kalender. Veel tijd om te recupereren is beide ploegen niet gegund. De verplaatsingen zijn inderdaad niet om te lachen. Je ligt nooit voor middernacht tussen de lakens.”

Ja, de ‘recovery’  of dus zo goed mogelijk herstellen na elke finale…. Dat is dit keer echt voer voor specialisten van het technisch kader?

“Intensief trainen, wordt belemmerd. Een hersteltraining zal bestaan uit wat fitnessen, de bal wat raken, lijf en leden in vorm houden. Maar oké, laat u niet verblinden. Ik wil openlijk en zeer duidelijk stellen, dat we in alle aspecten tot het gaatje zullen gaan. Tot het aller- aller- uiterste. Het wordt buigen of barsten. Knack is een team dat alle prijzen wil pakken. Maar dat geldt, dat besef ik, evenzeer voor de Limburgse tegenstander. Het is belangrijk om de hele duur van de finales ‘lucide’ te zijn en te blijven. En alle mogelijke stress ver weg te houden. We hebben kwaliteit genoeg in huis, daarvan ben ik rotsvast overtuigd. Het komt er niet altijd uit. Nu is het van moèten! Al mijn ploegmaats zijn er zich van bewust dat we het allerhoogste niveau moeten afdwingen.”

Je verwijst als mentale oppepper naar jouw prijs en naar een andere leuke vaststelling?

“Haha. We zijn in dit land recordhouder in het aantal bekers, al eventjes voorbij Maaseik. In de tweede helft van april kunnen we onze vijftiende landstitel veroveren. Dan naderen we tot op één titel van het record van Maaseik. Ik ben uiterst benieuwd hoe het seizoen ’23-’24 op zijn eind zal lopen. Mijn prijs in Affligem geeft me een bijzondere motivatie. Op naar een nieuwe ‘dubbel’ met de landstitel. Gegarandeerd zal de spanning te snijden zijn. Ik zal als ‘ace-koning’ graag mee het verschil willen maken. Met de steun van onze ‘Blue Wall’. Vergeet niet dat Knack kan teren op zijn surplus aan ervaring. Met Stijn D’Hulst als de grote orkestmeester. Stijntje laat zich zelfs niet door de meest lastige omstandigheden van zijn stuk brengen.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Jan Vanmedegael

Ranking ‘speler van het jaar’:

  1. Seppe Rotty (Knack Roeselare) 116p.; 2. Simon Plaskie (Knack Roeselare) 69; 3. Martin Perin (Greenyard Maaseik) 56; 4. Stijn D’Hulst (Knack Roeselare) 52; 5. Robbe Van de Velde (Lindemans Aalst) 41; 6. Dennis Deroey (Knack Roeselare) 30; 7. Pierre Perin (Waremme) 22; 8. Gil Hofmans (Guibertin) 21; 9. Pieter Coolman (Knack Roeselare) 18; 10. Matthijs Verhanneman (Knack Roeselare) 16…