Michel Mariën, een volleybalbegrip in de Kempen. Hij maakte als speler en trainer het mooie weer bij Mendo Booischot, toen nog Liga B genoemd. Daarna stond hij als coach langs de lijnen bij de vrouwen van NRG Geel (Nationale 1) en de jongens van de Topsportschool in Vilvoorde. Als coach van de Young Red Dragons U21 verscheen hij al op het hoogste toneel tijdens het WK in 2023. En nu met Geel naar de Liga! Een droom!
Voor we het even over het huidige seizoen hebben, hoe kijk jij terug op je periode bij de Topsportschool met afgelopen zomer een succesvol WK voor de U21?
Michel Mariën: “Het WK in Bahrein bleek de start van een topseizoen, met een sterk resultaat waar eigenlijk zelfs meer inzat. Tegen Italië en Argentinië, toch twee topteams, verloren we na een intense tiebreak. Tegen Brazilië verloren we de wedstrijd met 3-1 na 3 close sets. Het is hoopgevend dat we op junioresniveau qua spelniveau heel dicht aanleunden bij de wereldtop. Dat toernooi was een prachtige apotheose van mijn periode bij TSV. En een ferme boost om aan het clubseizoen met Geel te beginnen.”
Hoe heb jij de overgang van N1 mannen naar N1 vrouwen beleefd? Is het een andere sport zoals men wel eens zegt? Want je maakte al meer dan eens de omgekeerde beweging.
“Je kan eigenlijk niet echt van een overgang spreken, want ik maakte twee seizoenen de combinatie TSV en VC Geel. Ik bleef, als hoofdcoach van de juniores, dus steeds in de mannen- en vrouwentak van de sport staan.
Er is uiteraard overlapping tussen mannen- en vrouwenvolleybal op N1-niveau, maar het is geen geheim dat de fysieke factor bij de mannen een belangrijke plaats inneemt. Op N1-niveau bij de vrouwen zie ik de fysieke kenmerken van de speelsters als minder doorslaggevend. Wij zijn met Geel zeker niet bij de beste fysieke ploegen van de reeks. Die lijn valt echter op internationaal vlak niet door te trekken: topvolleybal bij de vrouwen vertoont meer en meer kenmerken van het mannenvolleybal.”
Wat maakt dat er dit seizoen zo’n stabiel team tussen de lijnen stond? Wat is de rode draad doorheen het spel?
“In ons basisspel gaan we nog zelden onder een bepaalde ondergrens. Zo hebben we bijvoorbeeld hard gewerkt op passovernames, zodat we steeds maximaal druk kunnen zetten in tegenaanval, wie de pass ook geeft. In het eerste contact staan we sterk, zowel in receptie als defense. In opslag-receptie liggen we vaak boven het niveau van de tegenstander en in defense zijn er een aantal speelsters die steevast maximale kwaliteit brengen op elke aanval, zodat het moeilijk scoren wordt tegen ons.
Ook het feit dat veel speelsters in deze groep al verschillende jaren samenspelen, geeft een aantal voordelen. Zo laten we bijvoorbeeld organisatorisch weinig steken vallen en de speelsters kunnen flexibel omgaan met info uit onze scouting.
Verder is deze ploeg ook weerbaarder geworden t.o.v. vorig seizoen. In de terugronde hadden we het moeilijk om ons spel uit de heenronde te vinden, maar in de moeilijk momenten stond er steeds iemand op die de ploeg weer op sleeptouw nam.”
Jullie staan in de Lotto Volley League Women, is promotie een hoofddoel geweest dit seizoen?
“We hadden vorig seizoen een moeilijke terugronde, waardoor de ambities voor dit seizoen niet te hoog werden gezet. Ik had wel de verre droom om met de club door te groeien naar het hoogste niveau, maar dit werd bijvoorbeeld nog niet met het bestuur in een concreet plan gegoten. In mijn hoofd zat wel een meerjarenplan, waarbij door de jaren heen het team, de omkadering en de club kon groeien naar het Liga A-niveau, maar dit zal dus versneld moeten gebeuren. Het was dus nooit de bedoeling om dit seizoen al naar de Lotto Volley League door te stoten, maar het was voor het team geen optie om opzettelijk wedstrijden te verliezen om niet te moeten promoveren.”
Wat is er extra nodig om een stabiel seizoen in de Liga te kunnen garanderen?
“Het is de bedoeling om verder te gaan met de speelsters die de promotie hebben afgedwongen. Er wordt een ploeg samengesteld die opnieuw aan de top van Nationale 1 zou kunnen spelen. Dit maakt dat er realistisch naar volgend seizoen zal gekeken worden: elke overwinning zal een stunt zijn.”
Waar droom jij als trainer nog van?
“Ik hoop in de toekomst projecten zoals bij TSV en Geel nog meer te mogen doen. Het niveau is voor mij niet doorslaggevend. Het is fijn werken met gemotiveerde teams met spelers die beter willen worden, die meer van volleybal willen begrijpen en het kunnen uitvoeren. Zo’n spelers helpen ontwikkelen, is een rol waar ik me vertrouwd en sterk in voel. Het is ook een rol die ik graag vervul. Zo kan ik de tijd tot het einde van mijn trainerscarrière wel vullen.”
Tekst: Dieter Smets
Foto’s: NRG Geel