“Met Tchalou komt er een erg serieuze titelkandidaat bij”

Na de reguliere competitie was het duidelijk. Zowel PO 1 als PO 2 zullen razend spannend worden. De verschillende tiebreaks in de eindronde tonen aan dat er telkens – net zoals tijdens vele confrontaties in de Belgische Liga – op het scherpst van de snee gevolleybald wordt.

De titelstrijd is momenteel onvoorspelbaar. De meeslepende ontwikkelingen, de wisselende resultaten en de daaraan verbonden opwinding zijn interessant voor de sponsors en de supporters. En uiteraard ook voor de lezers van Volleymagazine.

Onvoorspelbaar? Misschien niet, maar één ding wordt glashelder. Er moet met een outsider rekening gehouden worden. Tchalou Volley won haar laatste acht wedstrijden op rij in de Liga. Als een meedogenloze sluipschutter lieten de Canadese springveer Nyadholi Thokbuom en haar team vanaf half januari opmerkelijke prestaties noteren tegen Gent, Oudegem en Charleroi. Ze beten zich allemaal stuk op de verbetenheid van de Waalse ploeg. De trein was vertrokken en de indrukwekkende reeks overwinningen resulteerde in een magnifieke derde plaats. Het harde werk van de coaches Ugo Blairon en Claudio Gewehr wordt beloond.

Hun team profileert zich als de niet te onderschatten stoorzender tijdens de titelstrijd. Charleroi verloor het burenduel – alweer na een tiebreak – op speeldag één van de Champions play-offs. Tchalou pakte vervolgens Asterix Avo in op de tweede speeldag. Dat zijn tien (10!) overwinningen na elkaar. Het team van coach Ugo Blairon nadert gevaarlijk dicht in de rangschikking. Coach Kris Vansnick van Asterix Avo Beveren moest het zondagavond na de wedstrijd toegeven. “Dit is geen toeval. Tchalou is een erg serieuze titelkandidaat geworden. Alles ligt opnieuw open, we zijn onze bonus kwijt. Maar er is nog niets verloren.”

Misschien ligt de oorzaak van de steile opmars van Tchalou wel in de komst van assistent-trainer Claudio Gewehr. Hij pompt dagelijks Braziliaanse passie in zijn team. De Waalse ploeg, vorig jaar nog anoniem meedraaiend in de Liga, klopt dit seizoen knalhard aan de poort. Krachtig en snel, net zoals de aanvalsopbouw die de ploeg aan de Frans-Belgische grens wekelijks laat bewonderen.

Claudio Gewehr: “Er zijn vele factoren die ervoor zorgen dat we deze succesreeks kunnen neerzetten. Er zijn in onze club een aantal interessante speelsters bijgekomen. Isabel Kovacic is een van de meest complete volleybalsters in de Belgische competitie. Juliette Thevenin en Charline Humblet zijn ook heel goed bezig. Lien Van Geertruyden heeft zich zeer goed ontwikkeld als spelverdeelster. Suzana Sepelova en natuurlijk Nyadholi Thokbuom bewijzen iedere keer hun enorme waarde. Ik moet heel de ploeg opsommen, want iedereen maakt er telkens een teamprestatie van.

We hebben 5 profspeelsters, 7 niet-profs en dan ook nog onze studenten. We trainen met onze profs drie keer extra per week, in de ochtend. Al de rest traint met hen elke avond samen. Wat mij betreft mag het nog meer zijn. De club groeit, we willen ieder jaar verbeteren.”

Claudio, je hebt aan het hoofd gestaan van het nationale team van België. Je werkte met veel talenten in het Eurovolley Centrum van Vilvoorde en het topsportcentrum Papendal in Nederland. Je was eerst speler bij Zellik, daarna trainer bij Lennik. Je volleybalde voordien bij Maaseik en Haasrode-Leuven. Bovendien was je als coach werkzaam bij het Franse team Narbonne. En dan de overstap naar Tchalou?

“Na zeven jaar in de topsportschool van Vilvoorde en mijn passage in Papendal, waar ik ook assistent was bij het Oranjeteam naast bondscoach Guido Vermeulen, zat ik – wegens Covid – twee jaar thuis. Ik kon terug naar het buitenland, maar ik heb heel bewust voor mijn familie in België gekozen. Na een constructief gesprek met Laurence Rase – algemeen directeur van de Waalse volleybalbond – ben ik nu aangesteld als technisch directeur bij de ‘Fédération de Volleyball de Wallonie-Bruxelles’.

Bovendien ben ik na die pauze – misschien tot verbazing van vele mensen – assistent-trainer geworden bij het vrouwenteam van Tchalou. Natuurlijk kende ik Ugo Blairon, want we werkten reeds samen in Puurs en met de Red Dragons. Hij als libero, ik als trainer-coach.“

Kan je die twee taken goed gescheiden houden en is het wel combineerbaar?

“Het is superdruk. Momenteel ben ik iets meer aanwezig in de club, tijdens de play-offs. Maar eigenlijk ben ik voor bijna 90% werkzaam bij de Waalse Federatie. Ik ben voortdurend bezig met het volleybal in de regio. Ik denk dat ik erin slaag om die twee functies complementair uit te voeren.

Het is niet eenvoudig. Want, wat is de voornaamste taak van een technisch directeur? Dossiers maken en verdedigen. Subsidies vinden en telkens een verantwoording afleggen. Het technisch en financieel aspect voortdurend ontwikkelen en verbeteren. Zo hebben we een project voor coaches, Education High Potential (EKHPS) opgericht. De detectie en de begeleiding van de selecties moeten geperfectioneerd worden.

Ik werk urenlang aan grote dossiers, waar heel het sportieve programma en de uitgebreide visie verduidelijkt worden. In 2025 start er – na Parijs – een nieuwe olympische cyclus die tot 2028 zal duren. Wat zijn de nieuwe stappen, hoe kunnen we het volleybal sterker maken? Hoe kunnen we ons beter organiseren, wat is de ideale progressie? De samenwerking met Volley Vlaanderen en Kris Eyckmans verloopt goed. Maar het is verdorie veel werk. Nu zeker met de successen van Tchalou erbij. Maar het voelt met de prima resultaten aangenaam aan. In Wallonië zit ook veel passie, hoor. Als Braziliaan geeft dat een warm gevoel.”

Lien Van Geertruyden, als Vlaamse speelster ben jij sinds 2021 bij Tchalou Volley, diep in Henegouwen. Je moet je hier wel heel erg thuis voelen om dat zo lang vol te houden. Maar je hebt duidelijk stappen gezet.

Lien Van Geertruyden: “Het is een zalige club om te volleyballen. In Tchalou is het onmogelijk om niet vooruit te gaan. We trainen behoorlijk veel uren, we kijken veel video’s om ons volleybalspel en dat van de tegenstanders te bestuderen. De investeringen lonen.

Nadat we op 13 januari  van Asterix Avo verloren (3-0, red.) dacht ik nooit dat we een paar maanden later in Beveren zouden winnen. Dat bewijst dat we er wel op vooruit gegaan zijn. Ons systeem, gebaseerd op snelheid, begint te renderen. Toen ik drie jaar geleden bij Asterix speelde – ik was toen nog net geen twintig jaar – had ik nog niet mijn eigen manier van spelen gevonden. In Tchalou heb ik, na harde trainingsarbeid, mijn eigen stijl gevonden. Ik vertelde het reeds, hier wordt een ideale omgeving gecreëerd om progressie te boeken. Mijn hart ligt in Tchalou.”

Dat kunnen we best begrijpen, zeker omdat het zo goed gaat met jou en met jouw team. Vanuit een derde plaats in de Ligacompetitie naar een tweede plaats met vooral de recente zeges tegen de twee favorieten Asterix Avo en Charleroi. Wordt dit een droomscenario dat blijkbaar niet kan afgeremd worden?

“We zijn niet naar de play-offs gekomen om onze derde plaats zo maar af te geven. Maar dat het zo zou lopen, hadden we niet verwacht. Kunnen we plotseling een zotte droom waarmaken? Ik durf het niet voorspellen.

We hebben deze week twee thuiswedstrijden op het programma staan. Woensdag tegen Bevo Roeselare. Zaterdag komt Asterix Avo opnieuw op bezoek in de ‘Shape N Go Arena’ van Thuillies. Het volleybal in de streek leeft. Dat wordt twee keer een vol huis, met veel sfeer en passionele hartstocht. Wanneer we onder druk staan, durft de motor al eens tegenpruttelen. We staan echter een heel eind verder, vooral op mentaal vlak. Ondertussen is het een ander verhaal geworden, we zitten in de flow. Plots kijkt iedereen anders naar ons. We doen blijkbaar mee voor de titel na onze tien overwinningen. Die nieuwe ‘mindset’ moet – zeker bij mij – nog wennen, maar het werkt wel heel motiverend.”

Vroeger kwamen de andere ploegen niet graag naar Tchalou. Dat kwam door de zaal, want blijkbaar botsen de geluiden van de ene muur naar de andere. Nu is het omdat jullie zo sterk geworden zijn.

“De recente resultaten tegen Charleroi en Beveren betekenen wel iets, dat beginnen we zachtjes aan te beseffen. Vroeger wilden we iets bereiken. De play-offs halen, was bijvoorbeeld een doelstelling. En daarna eventueel een stapje verder gaan. Nu komt plotseling alles dichterbij. We hebben ineens een reputatie te verdedigen. Dat is iets heel anders. We durven dromen, maar we durven het woord titel nog niet uitspreken. De optie is er wel, dankzij onze succesreeks. Maar ik vrees dat het ongeluk brengt als we, dikke-nek-gewijs, over winst van het Belgisch kampioenschap of de Champions League zouden spreken.”

Nyadholi Thokbuom, je bent de rising-star in de Belgische volleybalcompetitie. Rank en slank, met een opvallende sprongkracht. Kory White van Bevo Roeselare – net zoals jij Canadese – springt ook al zo hoog. Wat doen jullie allemaal in Canada?

Nyadholi Thokbuom: “Dat zit in ons water (lacht) of misschien hangt het wel in de Canadese lucht. Ik ben opgeleid in de Mount Royal University van Calgary. Daar studeerde ik sociologie. Tchalou is mijn eerste buitenlandse club. In Canada bestaan er geen volleybalclubs, alleen schoolteams. Ik speelde in Canada onder meer tegen Kory White en nu sta ik alweer tegenover haar in de Belgische competitie. Heel tof, zij heeft mij trouwens uitstekend geholpen met al dat papierwerk om in België te mogen volleyballen. Dus Kory, wanneer je dit leest. Thank you very much.”

Jouw prestaties in de Liga-“competitie kunnen niet onopgemerkt blijven in Canada en wie weet ook wel in andere Europese competities. Hoe ziet de toekomst eruit?

“We spelen met het nationale team van Canada de kwalificaties van de Olympische Spelen en we nemen deel aan de Volley Nations League. Ik was nog nooit in de A-selectie van ons land. Maar ik heb wel regelmatig contact met onze headcoach Shannon Winzer. Ik weet dat zij de Belgische competitie steeds intensiever volgt. Ik hoop dat ik een kans maak om in het nationale team te geraken. Wat de toekomst betreft op clubniveau wil en kan ik niets vertellen. Daar houdt mijn management zich mee bezig.”

Sprongkracht van Thokbuom.

Ondertussen loopt het uitstekend bij Tchalou. In de heenronde waren de resultaten nog niet supergoed. Maar in de terugronde ging het steeds beter en dat wordt nu bevestigd tijdens de play-offs.

“Het is een mindset. ‘We love winning, it feels so good’! Dat gevoel willen we iedere week opnieuw beleven. We voelen ons comfortabel bij elkaar. Het klikt, iedere speelster komt uit een andere cultuur en opleiding, maar onze verschillende volleybalstijlen komen mooi bij elkaar. De samenwerking groeit almaar, ‘it’s getting better all the time’.

In de heenronde was alles nieuw: elke sporthal, iedere tegenstander. In de terugronde herkennen we veel speelsters en met de juiste tactische aanpassingen, kunnen we beter afstemmen en bijsturen naar de andere teams toe. ‘It feels right, we are more comfortable.’ Met ons universiteitsteam had ik dezelfde ‘vibe’. Ik ga geen voorspellingen maken over de titel. Maar ik geloof wel in de manier van werken bij Tchalou. Dat zou ons ver kunnen brengen.”

Slotconclusie

De komende weken zal blijken of het een nadeel is dat de play-offs in twee stukken verlopen. Nadat de eerste vier wedstrijden zijn afgewerkt, volgen twee weken onderbreking wegens de deelname van de Young Yellow Tigers aan het kwalificatietoernooi van het EK voor U20 in Servië. Om vervolgens te eindigen met nog twee confrontaties in de play-offs, vooraleer extra krachtmetingen (in een ‘best of three’ formule) zullen beslissen welk team in 2024 de Belgische titel zal halen. Dan toch Tchalou? Het kan, maar er moet eerst nog veel water vloeien doorheen de Samber en de Maas.

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Guy Verbraeken