Innovatie in het volley: volgend seizoen Belgisch-Nederlandse competitie

In het handbal bestaat er officieel al een Belgisch-Nederlandse competitie sinds 2008. In het basket bezinnen ze zich momenteel over de toekomst van een Belgisch-Nederlandse competitie, die nu drie jaar bestaat. Volleymagazine ging met hen praten.

Maar er bestaan in de andere zaalsporten in onze regio geen grensoverschrijdende competities tussen mannen- en vrouwenploegen. Daarom starten de Belgische en de Nederlandse profliga in het volley met een innovatie. Niet alleen willen ze in 2025 van start gaan met een ‘conference’ tussen de betere mannenploegen, maar ze hopen dat ook de betere vrouwenploegen later willen aansluiten. Liga-directeur Marie De Clerck geeft uitleg over het idee.

“Alle voorstellen en ideeën moeten bij ons nog het fiat krijgen van Volley Belgium, maar we hebben toch al een aantal plannen klaar liggen,” begint de ex-basketspeelster.

“Wij noemen het geen liga, maar eerder een ‘conference’, waarbij in toernooivorm Belgische en Nederlandse ploegen tegenover mekaar uitkomen in een groter kader. De eigen Liga blijft immers belangrijk en leeft, want er blijft zeker nog de strijd om de Belgische landstitel en de toekenning van Europese tickets. Het nut van een latere competitie tussen Belgische en Nederlandse ploegen zit hem in een sportieve innovatie, waarin we onze sport willen verruimen met wedstrijden tegen andere ploegen en de kennismaking met andere spelers en speelsters.

Het is niet onze eerste en belangrijkste bekommernis, maar er is ook het commerciële aspect: het zou leuk zijn mocht er een partnership ontstaan tussen bedrijven die zowel in België als in Nederland actief zijn.”

Marie De Clerck

Hoe ziet deze samenwerking er voorlopig concreet uit?

Marie De Clerck: “Wij zouden willen starten in de kerstperiode 2024 met een toernooi over één of twee dagen tussen de kampioenen en de bekerwinnaars uit beide landen. Bij de vrouwen zou het in eerste instantie over de beide kampioenen gaan.

Een tweede fase zou een competitie zijn in de periode februari/april 2025 tussen de beste vier Belgische en de beste vier Nederlandse teams om er een soort BeNe-kampioen uit te creëren.”

Hoe wordt dan de Belgische kampioen aangeduid en wat gebeurt er met de ploegen die niet tot die top-4 behoren?

“Na de ‘Conference’ gaan de Belgische en Nederlandse competities verder om de kampioen aan te duiden. Het zal duidelijk zijn dat de ploegen die niet tot de top-4 behoren, niet gaan stil liggen in die periode. Ook zij zullen nog onderling kunnen strijden om een eventueel Europees ticket. Want via de ‘conference’ kunnen geen Europese tickets veroverd worden, dat moet nog steeds via de nationale competities gebeuren.”

Zijn er ook ploegen die degraderen?

“Wij zijn ons bewust van het feit dat een aantal ploegen uit Nationale 1 niet kunnen of willen promoveren omwille van de voor hen te strenge licentievoorwaarden. Er ligt daarom een voorstel op tafel om de eerste twee jaren in de Liga de licentievoorwaarden wat lager te leggen, zodat we kunnen groeien naar een Belgische competitie met 10 of misschien wel 12 clubs. Om die promoverende teams de kans te geven om zich aan te passen aan het Liga-niveau, pleiten wij voor een gesloten competitie. Dus zonder ploegen die degraderen.”

Bestaat er een apart budget voor de deelnemers aan de ‘Conference’ en zitten jullie al grotendeels op dezelfde golflengte als de Nederlandse collega’s?

“Er zijn enkele kosten die vanuit de Liga zullen vergoed worden. Er wordt een kleine toelage voorzien vanuit de beide Liga’s (die zich verenigen in een BENE Volley Conference vzw) voor grote afstanden, hoewel de reis van Roeselare naar Maaseik ook al wel om de 250km schommelt.

Verder hebben we een gelijkvormig systeem van ‘streaming’, zodat daar geen aparte kosten mee gepaard gaan. Alleen hebben wij een afspraak met Telenet en Proximus om 33 matchen uit de Belgische competitie te voorzien, terwijl er in Nederland daarover nog moet onderhandeld worden. Want het is uiteraard ook de bedoeling dat wedstrijden tussen Belgische en Nederlandse clubs uitgezonden worden en bekeken kunnen worden in beide landen.”

Basket: een volledige competitie met Belgische en Nederlandse teams

In het basket zitten ze momenteel in de cross-border fase van de BNXT League-competitie. Voordien werden heen- en terugwedstrijden gespeeld tussen alle teams in België en Nederland of 20 wedstrijden in totaal. Vanaf maart nemen de beste 5 teams uit België en de beste 5 teams uit Nederland het tegen mekaar op in de Gold League, om nadien gezamenlijke play-offs te spelen met zes ploegen, bij wie de eerste twee uit de huidige ronde zijn vrijgesteld van de kwartfinales in de titelronde. De overblijvende teams spelen in de Silver League en de winnaar kan nog een plaatsje veroveren voor de titelronde.

“Het nadeel is dat voor de fans en de clubs het idee ontstaat dat de BNXT-league pas in maart begint. Daarom werd min of meer overeen gekomen om volgend seizoen alleen één grote competitie te spelen met 20 ploegen, die allemaal een heen- en terugmatch spelen tegen mekaar,” legt Wim Van de Keere uit als general manager van de BNXT League.

“Het is het derde jaar dat we deze competitie organiseren en dus is het tijd voor een evaluatie: is het dit nu dat we willen bereiken? Het is duidelijk dat er nog capaciteit is voor een groei in Nederland. Het moet nog duidelijke worden voor b.v. de NOS (Nederlandse televisie) en het is afwachten hoe onze commerciële  partners reageren op het nieuwe voorgestelde project.”

Hoe luidden de meeste reacties?

Wim Van de Keere: “Onbekend is onbemind en dus was er zeker een kennismakingsperiode nodig. Alle data en alle tegenstanders waren gekend en dat er soms grote afstanden moesten afgelegd worden, was ook vooraf geweten. Qua belangstelling was er vooral in de beginperiode de vraag om kennis te maken met de nieuwe teams. Maar we moeten erkennen dat er voor b.v. Zwolle – Oostende amper of geen fans de verplaatsing maakten.

In het eerste jaar kreeg elke club die deelnam aan elite silver nog een tegemoetkoming van 10.000€ voor de verplaatsingen en de eventuele overnachtingen, maar die bedragen werden in het tweede en het derde seizoen afgeschaft.

Er zijn geen geldprijzen verbonden aan de BNXT-competitie, maar het eerste Europese ticket gaat naar de nationale kampioen en het tweede naar de winnaar van de BNXT-competitie.”

Wat doet de Liga?

“Ze zorgt voor alles qua ‘live stream’, highlights en streaming.”

Is de kwaliteit van het basket nu verhoogd door de BNXT-competitie?

“Dat is een subjectieve kwestie. Waarop ga je je baseren. Op de resultaten van de nationale ploegen? Op de Europese prestaties? Feit is dat een aantal collegespelers nu grotere interesse hebben dan vroeger om terug te komen en in de BNXT-league mee te spelen.”

Welke evoluties zie je nog?

“Het aantal niet-profspelers is in onze competities te verwaarlozen, maar we willen wel de licentievoorwaarden optrekken. Van de clubs zal gevraagd worden om het budget van minimum 400.000€ op te trekken naar 500.000€.”

Zijn er gelijkaardige plannen bij de vrouwen?

“Neen.”

Handbal: meer dan 15 jaar ervaring

“Geen woorden, maar daden!”

Terwijl andere bonden er jaren over deden om toogpraat om te zetten in realiteit, spelen ze in het handbal sinds 2006 al met een BeNeLeague. Gedurende vier seizoenen was dat zelfs eventjes een Benelux-liga, tot de Luxemburgse ploegen afhaakten. Intussen werkten de Belgische en Nederlandse teams in verschillende formules aan een competitie met als bijkomend doel: jonge talenten de kans geven zich te ontwikkelen tegen wisselende ploegen.

In 2006 begonnen ze aan kwartfinales met heen- en terugmatchen via een knock-outsysteem, om te eindigen met een Final Four.

In 2008 speelden Hasselt, Tongeren, Neerpelt en Sasja langs Belgische kant en Aalsmeer, Volendam, Hello en Bevo langs Nederlandse kant in een bekerformule tegen mekaar met Sasja als ultieme winnaar van een geldprijs.

In 2010 kwam de Benelux-liga tot stand met de komst van Esch, Dudelange, Berchem en Differdange als Luxemburgse ploegen. Er werd gespeeld in twee poules van zes ploegen met heen- en terugmatchen gedurende 6 weekends. Nadien volgde een Final Four tussen de beste twee ploegen van elke poule.

In 2014 haakten de Luxemburgse ploegen af en er kwam opnieuw een Bene-League met vier Belgische en vier Nederlandse teams.

In 2016 werd opnieuw met 12 ploegen gespeeld, die na de reguliere competitie (eind februari) een Final Four speelden, waarna zowel in de Belgische als in de Nederlandse competitie gespeeld werd voor de titel en de degradanten.

In 2020 en 2021 had de competitie te lijden onder de Coronatoestanden.

In 2021-22 traden opnieuw twaalf clubs in de BeNe-League en werd er een beroep gedaan op een professionele BeNe-manager om alles op te volgen.

Deze formule werd grotendeels behouden en in 2023-24 zijn er nog steeds 12 ploegen actief in de BeNe-League: titelverdediger Bocholt, Eupen, Izegem, Hasselt, Pelt en Visé (België) tegenover Aalsmeer, Bevo, Houten, Hurry Up, Lions en Volendam (Nederland). In het week-end van 23/24 maart worden – heen en terug – de halve finales gespeeld met Aalsmeer – Bocholt en Visé – Lions Sittardia. De winnaars spelen tijdens het weekeinde van 6/7 april de finale op het terrein van de finalist die het hoogst eindigde in de reguliere BeNe-League-competitie.

De ploegen tussen 1 en 4 in de BeNe-League starten in de daaropvolgende nationale competitie met 6 ploegen met 2 bonuspunten; ploegen tussen 5 en 8 krijgen één bonuspunt, wie tussen de 9de en 12de plaats eindigde, start zonder bonus. De nationale competities beslissen over titel en degradatie.

Wij vroegen ook bijkomende informatie bij Jan Evens, secretaris van succesclub Bocholt.

Staat de waarde van een BeNe-League vast voor alle deelnemende ploegen?

Evens: “Absoluut. Het sportieve niveau is duidelijk verhoogd. We spelen in een topcompetitie, er wordt harder getraind – zeker op gebied van krachttraining – en Europees geraken we enkele rondes verder dan vroeger.”

Kosten deze wedstrijden niet meer geld?

“Een verplaatsing van Bocholt naar Izegem kost meer dan één naar Aalsmeer en naar Bevo is het amper 45 minuten rijden. De extra-kosten komen er als de clubs betere spelers willen aanwerven en die kosten wel geld. Er komen wel enkele wedstrijden meer bij, maar dat is verwaarloosbaar.”

Zijn er geldprijzen of andere voordelen verbonden aan de BeNeLeague?

“Helemaal in het begin waren er via United Telecom geldprijzen, maar dat bleef niet duren. We zouden er mettertijd Europese tickets mee kunnen veroveren. Maar dat is ook een beetje gek, want België had dit seizoen recht op vier tickets en er waren uiteindelijk amper twee clubs die inschreven. Misschien vinden een aantal clubs nog een bijkomende competitie te zwaar.”

Nog dingen die jullie willen zien veranderen?

“Misschien zou het een goed idee zijn om de onderlinge wedstrijden in de BeNe-League tussen de Belgische (en dus ook de Nederlandse) clubs te laten meetellen, alvorens er een nationale nacompetitie komt. Want eigenlijk kan Bocholt – ondanks haar twee punten bonus – theoretisch toch nog degraderen in de nationale competitie, terwijl wij in de BeNe-League b.v. twee keer wonnen van Visé.”

Bestaat soortgelijk initiatief bij de vrouwenploegen?

“Neen.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: archief verschillende bonden