Frederik De Veylder toch met Bevo Rekkenshop Roeselare naar Champions play-offs?

Bij de mannen was de strijd voor de play-off tickets razend spannend tot de laatste speeldag. Bij hen is reeds bekend hoe de nacompetitie er zal uitzien. Zes ploegen zullen de Champions Play-Offs afwerken.

Bij de vrouwen wordt eenzelfde thriller geschreven. Daar woedt de strijd voor een plaatsje in de PO 1 nog hevig door. Er zijn maar vier plaatsen beschikbaar voor de eindcompetitie. Vier teams staan te popelen om de veldslagen voor de kampioenstitel aan te vatten. De top-twee is gekend: Asterix Avo Beveren en Charleroi Volley staan autoritair helemaal bovenaan. Zoals het er nu naar uitziet, lijkt Tchalou het gemakkelijkste programma te hebben. De Waalse ploeg mag eigenlijk de derde plaats niet door de vingers laten glippen.

Maar dan is er nog dat felbegeerde ticket voor plaats vier. Drie ploegen komen daarvoor in aanmerking. En dat zijn niet van de minste. Bevo Rekkenshop Roeselare, VDK Bank Gent dames en VC Oudegem. Het toeval wil dat deze drie teams nog tegen elkaar uitkomen tijdens de volgende competitiematchen. Plus dat Gent (nog twee wedstrijden) en Oudegem (nog drie confrontaties) het bovendien tijdens die resterende matchen moeten opnemen tegen Charleroi. De Waalse club van coach Dimitri Piraux wordt de spelbepalende scherprechter in deze conflictsituatie.

Bevo Rekkenshop Roeselare – bijzonder ambitieus – zette coach Koen Devos in december aan de kant en haalde Frederik De Veylder binnen. De West-Vlaamse ploeg wil zich mengen in de titelstrijd. Maar dan moet het team van manager Lieven Louagie eerst nog die vierde plaats pakken.

Uit de kerstboom viel onverwacht een verrassend pakje voor jou? Ook in het volleybal kan men voortaan ook van een plekje in de ‘comeback stage’ spreken.

Frederik De Veylder: “Dat kan je wel zeggen. Ik was eerst uit nieuwsgierigheid gaan kijken naar mijn twee ex-ploegen VDK Gent en Bevo Roeselare (eigenlijk een samensmelting met het vroegere Hermes Oostende, waarmee Frederik twee Belgische bekers won, red.). Daar werd reeds voorzichtig de vraag gesteld of ik belangstelling had om naar Roeselare te komen. Op kerstavond – 24 december – kwam dan het eerste telefoontje. Op kerstdag werd alles geconcretiseerd. Ik heb het me nog niet beklaagd. Dat bleek inderdaad een mooi kerstpakje te zijn.”

Je moest daarvoor wel Hebo Borsbeke-Herzele verlaten, een mooie middenmoter in de A reeks van Nationale 2 bij de vrouwen.

“Het was moeilijk om Hebo los te laten. Maar achteraf bekeken zat ik daar op een dood punt. Ik voelde aan dat het ‘hobbyisme’ in de lagere reeksen niet bij mijn visie past. Ik had nood aan een uitdaging. Ik herleef bij Roeselare, waar alles in het teken staat van volleybal, zoals het hoort. Het technisch en tactisch bijsturen vind ik echt plezant om te doen. Het is bovendien een zalige groep om mee te werken. De nieuwe visie en (waarschijnlijk) de andere aanpak heeft mijn team geweldig goed opgepikt.”

Wat heb je dan allemaal veranderd, want men kan niet vertellen dat Koen Devos geen knap werk geleverd heeft.

“Dat kan ik niet uitleggen, want ik ken de werkwijze van mijn voorganger niet. Dat hoeft ook niet. Misschien was de magie met hem een beetje verdwenen. Ik besefte wel meteen dat ik zo snel mogelijk vooruit moest met Roeselare. Ik ging niet achterom kijken. Ik weet dus niet wat er voordien gebeurde.

We zijn aarzelend begonnen. Maar nadat we een beetje gesleuteld hadden aan het systeem en we duidelijke verantwoordelijkheden hebben gegeven aan de verschillende speelsters, begon het beter te draaien. Ook aan de onderlinge communicatie en de organisatie op het veld hebben we gewerkt. We hebben daardoor mooie resultaten neergezet. Die sterke reeks, met toch wel knappe prestaties, werd jammer genoeg onderbroken door Tchalou. En zondag zijn we door het oog van de naald gekropen tegen Antwerpen. We konden op het nippertje een vijfde set vermijden.”

Dat is waarschijnlijk het grote verschil, want in de heenronde was het dikwijls nét niet. Zondag lukte het bijvoorbeeld nét wel. Bevo Roeselare was trouwens vol ambitie aan het seizoen begonnen. Het kan allemaal nog rechtgezet worden.

“Laat ons eerst maar trachten om de vierde plaats te bemachtigen. Daarna mogen we aan de play-offs denken. Dan pas mogen we onze aspiraties tonen. Ik merk veel motivatie en gretigheid in de groep. Het vertrouwen is sterk gegroeid. Ik zie dat bijvoorbeeld bij Kory White, vorig jaar toch de MVP van de competitie. Zij wil, samen met Charlotte Leys (stopt, red.) in schoonheid afscheid nemen van de Belgische competitie.

Ik ben niet blind voor het loodzware programma dat we nog moeten afwerken. We moeten – en dan zijn de play-offs nog niet eens begonnen – eerst drie topwedstrijden spelen. Dat zijn gewoonweg drie moeilijke maar vooral uitdagende confrontaties. Vergelijkbaar met drie titelfinales. We beginnen zaterdag met een eerste krachtmeting tegen Asterix Avo. Al hetgeen we tegen hen kunnen rapen, is pure bonus. Daarna moeten we naar Gent (woensdag) en naar Oudegem (zondag). De wedstrijden volgen elkaar heel snel op. De opdracht is duidelijk. Tegen onze rechtstreekse concurrenten moet er gewonnen worden. Met ons team, boordevol kwaliteit, mogen we terecht ambities tonen. Dat bewezen we reeds tegen Charleroi.”

Na jouw periode aan de kust ben je, bijna drie jaar later, terug in de hoogste volleybalreeks. Wat valt jou het meeste op. Is het allemaal ondertussen flink geëvolueerd in de Liga?

“Toch wel, hoewel ik nog veel dezelfde trainers tegenkom. De spelopbouw is veel sneller geworden, gevarieerder en zelfs verrassend. Als je ziet met welke snelheid en afwisseling Asterix Avo volleybalt, dan is dat heel opmerkelijk. Bovendien is de competitie meer uitgebalanceerd en de talenten zijn meer verspreid. Het is veel boeiender. Interessant voor het volleybal in zijn totaliteit.

Vroeger, toen ik nog bij Hermes Oostende was, had je drie, maximum vier topploegen. Nu zijn dat er veel meer. Kijk naar Antwerpen en de Noorderkempen. Die staan op een gedeelde zevende plaats. Maar ook zij zijn verdomd sterk. Het valt op dat meer clubs professioneler werken, met meer trainingsuren. Bevo Roeselare zit momenteel aan vier trainingen, ongeveer tien uur per week. Dat aantal moet waarschijnlijk opgetrokken worden om mee te draaien met de top in het vrouwenvolleybal.”

Dus je hebt volgend jaar nog veel werk?

“Het voorstel om volgend seizoen verder te werken bij Bevo Roeselare heb ik geweigerd. Bram Van den Hove – assistent-trainer bij de mannen van Knack Roeselare – wordt mijn opvolger. Hoe graag ik het ook doe, ik heb jammer genoeg ondervonden dat de drie uur durende verplaatsing van Opwijk naar Roeselare toch wel zwaar doorweegt. Ik geef full-time les aan het eerste leerjaar in Asse en ik heb een gezinssituatie met twee kleine pagadders. Om dit alles zo goed mogelijk te doen, blijkt dit een te zware combinatie.

Ik wil wel in het volleybal blijven, maar het moet honderd procent mijn ding zijn. Misschien kan ik bij een andere club opnieuw voor een nieuwe wind zorgen en nieuwe input geven, zoals ik dat nu bij Roeselare tracht te doen. We zien wel, er zijn namelijk niet zo veel mogelijkheden in de buurt waar ik woon. Ik wil eerst de doelstelling van deze groep en van Bevo Roeselare helpen waarmaken. De goesting, de drive en het sterke verlangen zijn alleszins bij iedereen aanwezig.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Fotope