Sara De Donder: “Als we goed bezig zijn, beginnen we te flippen”

Ze werd net 24 jaar en sinds 2018 maakt ze al deel uit van Brabo Antwerpen.

En Sara De Donder is nog niet zinnens van ploeg te veranderen. Met haar 1m76 is ze als spelverdeelster zowat de draaischijf van de ploeg, die met haar uitstekende voorzetten het niveau van de ploeg de hoogte moet injagen.

Dat lukt echter niet elk jaar en dit seizoen lijkt het zelfs een ontgoochelend einde van de competitie te worden, want een plaats bij de top-4 zit er allicht niet meer in voor haar en de jonge volgelingen van Cristina Moga. Hoe dan ook: Sara blijft beslist nog genieten van een jaartje volleyen in de hoogste afdeling.

Je bent ook een voorbeeld van een trouwe clubspeelster: zes jaar bij dezelfde club!

Sara De Donder: “Klopt. Ik kreeg mijn opleiding bij Londerzeel, speelde een tijdje bij de Topsportschool en vanaf 2018 kwam ik bij Brabo Antwerpen terecht. En het zegt veel over de gezelligheid binnen onze club dat, ondanks de vele aanbiedingen, alle speelsters blijven, op Youna Coens na, die voor haar studies naar de Verenigde Staten trekt.”

Jij studeert zelf ook nog. Is dat te combineren?

“Tot hiertoe wel. Ik studeer bio-medische wetenschappen aan de KULeuven. Mijn laatste jaar. Toch belangrijk om naast het volley nog iets achter de hand te houden. Want van het sporten alleen kom je niet rond in het vrouwenvolley.”

Je zat vorig jaar ook in de brede kern van de Yellow Tigers. Is dat voor jou een mogelijkheid?

“Ik moet eerst geselecteerd worden, hé! Maar zelfs als dat het geval is, zit ik in mei nog vast wegens een reeks verplichte stages voor mijn studies en in juni volgen dan de examens. Dat gaat voorlopig alleszins voor. Mocht ik nadien nog opgeroepen worden, dan wil ik dat zeker bekijken. Al sta ik op een positie in de ploeg waar de concurrentie groot is: Charlotte Krenicky, Elise Van Sas, Lara Nagels, de zusjes Van de Vyver, hoewel Jutta zou stoppen. Maar de studies zitten in een beslissende fase en die krijgen even prioriteit.”

Was je eigenlijk tevreden over het huidige seizoen  van Brabo Antwerpen?

“Het was zeker niet ons beste seizoen. We speelden sterke wedstrijden, maar we verloren toch wel iets te veel. Het verschil? De meeste andere ploegen zijn versterkt en wij niet. Kijk b.v. naar Tchalou, dat op haast alle plaatsen in de ploeg een evenwaardige vervangster heeft. Dat was bij ons duidelijk financieel niet helemaal mogelijk. Zo komen we tot de conclusie dat Brabo Antwerpen eigenlijk een opleidingsclub is en dat we ons bij die visie moeten en kunnen neerleggen.”

Zie je daar verandering in komen?

“Niet dadelijk. Ik zie ons zeker nog één jaar op dezelfde manier werken. Nog één jaar meer tijd blijven geven aan de jongeren, zoals Jade Van Deun en nog enkele anderen.”

Wat scheelt er aan deze ploeg opdat ze op een rang hoger kan mikken in de toekomst?

“Ik denk dat er soms nog een beetje organisatie ontbreekt in de groep. Er moet zeker ook nog veel meer stabiliteit komen. We hebben een soms wankele verdediging, we verliezen soms op een tergende manier redelijk gemakkelijke ballen. En nochtans willen we bij ons alles tot in de perfectie uitvoeren.”

En ook als je zelf niet moet trainen of spelen, ben je nog met volley bezig, want Seppe Van Hoyweghen is immers jouw vriend…

“Ik heb bij de bekerfinale nog voor hem en Menen gesupporterd. Het werd uiteindelijk beter dan de door velen voorspelde 3-0 nederlaag. En de dag nadien was er toch nog een feestje, want toen werd ik 24 jaar. We verstaan mekaar uitstekend, ondanks de uiteenlopende verblijfplaatsen. Ik studeer in Leuven, woon in Londerzeel en speel volley in Deurne. Hijzelf zit in zijn laatste jaar economische wetenschappen in Gent, woont in Zulte en speelt bij Menen. Maar omdat we beiden meestal op zaterdag onze matchen hebben, blijft de zondag over voor mekaar. En wees gerust, dan gaat het niet de ganse dag over volley.”

Waren daar geen geruchten dat hij gevraagd werd om volgend seizoen bij Knack Roeselare uit te komen?

“Ik denk dat ik mag zeggen dat die geruchten kloppen, maar dat er volgens mij ook nog niks definitiefs getekend werd. Omdat hij reeds dit schooljaar alle theoretische vakken voor volgend schooljaar achter de rug heeft, zit de mogelijkheid erin dat hij meer de professionele weg opgaat. Nog even afwachten, maar voor onze relatie maakt dat eigenlijk niet veel uit. De afstanden blijven immers nagenoeg dezelfde. Het zou op sportief gebied natuurlijk een leuke uitdaging zijn voor hem.”

Knack Europees en één van de doelstellingen bij Brabo Antwerpen was wel om ook een Europees ticket te bemachtigen.

“Vanuit de club werd altijd beloofd dat er een apart Europees budget zou zijn, mochten we daarin slagen. Maar de kans dat we daarin nog kunnen slagen lijkt zeer miniem te zijn. Ik wil geen verdere excuses zoeken, maar we kunnen niet om de vaststelling dat b.v. iemand als Laura Meynckens voor het eerste jaar moet aantreden op de hoek.

We speelden ook tegen toppers zoals b.v. Asterix goede sets, maar we konden dat niet volhouden. Het leek er wel op dat we begonnen te flippen op het moment dat we goed bezig waren. Akkoord, we startten gewoonlijk ook als de underdog, maar als je het match per match bekijkt, waren er meer mogelijkheden tot puntenwinst.”

Wat zijn jouw sterke punten en waarin kan je nog beter worden?

“Ik denk dat ik meestal wel goed in de match zit, dat ik verdedigend wel uit de voeten kan en meestal wordt mijn doorzicht en de goede passes naar de aanvalsters als mijn sterke punten aangewezen. Dat is trouwens ook mijn taak als spelverdeelster.

Daar staat tegenover dat ik dikwijls nog te onzeker ben, dat ik mentaal zeker nog kan verbeteren, dat ik wel een goede opslag heb, maar dat die zeker nog harder moet doorkomen.”

Wat is tot hiertoe jouw grootste tevredenheid in jouw nog jonge carrière?

“Ik prijs mij gelukkig dat ik nu toch al een hele tijd mag spelen in een club uit Liga A, dat het een groep is waarin ik heel tevreden ben en dat wij een superleuk geheel vormen. Maar mijn droom is toch wel om de komende jaren opnieuw eens Europees te spelen, al zal dat wellicht de droom zijn van vele ploegen uit de hoogste reeks. Of zou dat toch nog kunnen in de huidige nacompetitie, die gespeeld wordt zonder Haasrode-Leuven? Het is zo dat de winnaar van play-offs2 nog om een Europees ticket kan strijden tegen het nummer vier uit play-offs1. Nog een klein kansje dus. Of misschien toch maar een droom?”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Volley Liga