BvB – Iris Vos en Jasper Wijkstra, Nederlands koppeltje in Belgische bekerfinales

Twee Nederlanders in de ‘Belgian Cup Finals’, dat is niet uitzonderlijk. Maar dat ze een koppeltje zijn in het echte leven, dat is wel opmerkelijk. Zij vieren hun debuutjaar met een bekerfinale in het Antwerpse Sportpaleis en ze durven dromen van meer.

Gaan ze allebei met een beker naar huis of wordt het één van beiden? Jasper Wijkstra verdedigt de kansen van Roeselare en zijn vriendin Iris Vos is één van de voornaamste speelsters bij Asterix Avo Beveren. Een gezamenlijk interview.

Was de overstap van Nederland naar België moeilijk? Ik denk dan aan een andere aanpak, een andere cultuur. Of is heel dit avontuur vooral een pure ontdekkingstocht bij een topclub in het buitenland? 

Jasper: “Qua cultuur zit er geen groot verschil tussen Nederland en België. Wat volleybal betreft was het zeker wel een groot onderscheid qua professionaliteit in de League maar ook in de club. Heel dit verhaal is absoluut een ontdekkingstocht bij een topclub in het buitenland.”

Iris: “De overstap naar België was voor mij voornamelijk interessant. Een andere competitie, nieuwe teamgenoten en vooral ook nieuwe tegenstanders. Daar keek ik erg naar uit. De verschillen tussen cultuur en aanpak vallen mee. Mijn avontuur in België is een mooie tussenstap, waar ik mijn studies nog kan combineren met mijn sport. Ik moet nog bekijken of het lukt om dit jaar mijn studies af te ronden.”

Jullie kregen je volleybalbalopleiding bij het talententeam in Papendal met Claudio Gewehr (mannen) en Julien Van de Vyver (vrouwen). Jullie hebben dus reeds kennis gemaakt met de Belgische manier van werken. Met bijvoorbeeld doelen stellen, concentratie op specifieke taken, uitgebreide analyse van jezelf en van de tegenstander. Wordt hier nog professioneler gewerkt bij Asterix Avo en Knack Roeselare?

Jasper: “Ja, op het vlak van analyse is het hier echt een stuk uitgebreider en wordt er meer waarde aan gehecht. Het harde en gedisciplineerd werken is iets wat ik hier zeker wel terug herken.” 

Iris: “Voornamelijk de uitgebreide videoanalyses over de tegenstander is iets wat ik nog herken van mijn jaar met Julien. Ook de discipline die van je geëist wordt en ook die je van jezelf eist is iets wat ik hier in België zeker opnieuw ontdek.” 

Jullie hebben al wat prijzen gepakt. Jasper bij Orion Doetinchem, succesvol in de Nederlandse eredivisie en Iris bij Sliedrecht Sport, bekerwinnaar en best scorende speelster in de finale. Bovendien zijn jullie lid van de Nederlandse selectie en proefden jullie reeds van de Volley Nations League. Jullie zijn jong, maar toch heb je wat ervaring.

Jasper: “Ik ben in Nederland een aantal keren dicht bij de prijzen geweest (2x finales voor landskampioenschap en 1x bekerfinale) dus het wordt tijd om de prijzen ook eens een keer te pakken. Het was heel mooi om afgelopen zomer al mijn debuut te mogen maken bij het Nederlands team in de VNL. “

Iris: “Ja, we zijn zeker nog jong. Maar we hebben al zeer leuke dingen mogen ervaren zoals de VNL afgelopen zomer, net zoals het WK u20. Ik heb met het Nederlands team flink wat ervaringsmomenten mogen meemaken en opbouwen.  Bovendien heb ik het afgelopen seizoen met Sliedrecht Sport geleerd hoe het aanvoelt om finales te spelen.”

Er wordt beweerd dat de competitie in België sterker is dan in Nederland. Zijn de kwaliteitseisen in ons land uitgebreider en daardoor de uitdagingen groter?

Jasper: “Ik denk dat het algemene niveau in België hoger is dan het gemiddelde niveau in Nederland. Daar ben ik het mee eens. Bij Roeselare speel je vrijwel altijd Champions League waardoor de uitdagingen natuurlijk sowieso groter zijn. Ze zijn in Nederland wel hard bezig om een grotere naam te worden binnen Europa.”

Iris: “Ik denk dat het grote verschil tussen de Nederlandse en de Belgische competitie is dat in de Belgische competitie veel sportsters terug komen naar België om hier nog een paar jaren te spelen.  Ik denk dat je in de Belgische competitie iets meer spannende wedstrijden speelt per seizoen dan in Nederland.”

Zien jullie mogelijkheden in een eventuele BeNeLiga? Of ligt België en Nederland – wat volleybal betreft – te ver uiteen?

Jasper: “Ik zou het prima vinden als die er komt, b.v. voor alleen de play-offs.”

Iris: “Ik weet niet of de BeNeLiga voor de vrouwen iets zou zijn om toe te passen. Voornamelijk wanneer in beide competities het niveau dicht bij elkaar zit, waardoor het lastig te bepalen is welke teams wel of niet mee mogen doen aan deze Liga.”

Is de Lotto Volley League’ een tussenstap, of zeggen jullie: dit is OK. Met Asterix Avo en Knack Roeselare speelden jullie tenslotte ook Champions League. Wat willen jullie in de toekomst bereiken? Mikken jullie hoger? Zijn jullie nieuwsgierig naar andere buitenlandse competities? 

Jasper: “Voor mij is de Lotto Volley League zeker een tussenstap om zichtbaarder te worden binnen Europa. Daarmee benadruk ik ook gelijk mijn ambitie om de Europese volleybaltop te bereiken. De Belgische competitie is heel interessant, maar niet de absolute top zoals in Italië, Polen of Griekenland. Op termijn zou ik ginder wel willen spelen.”

Iris: “Voor mij is de Lotto Volley League zeker een tussenstap in mijn carrière. Het is inderdaad een geweldige ervaring dat we met Asterix Champions League spelen en zeker een mooi moment om zichtbaar te worden bij andere professionele clubs. De ultieme droom ligt natuurlijk in Italië. Maar hier leer ik ook veel bij, hoor!”

Het taalgebruik blijkt uiteenlopend te zijn. Het is zelfs grappig hoe Vlaamse en Nederlandse uitdrukkingen van elkaar verschillen. Was dit confronterend? Een hoekaanvaller is een passer-loper bij jullie of een opposite is een diagonaal. Lopen is rennen en een bal botsen is een bal stuiten in Holland. Dan spreken we nog niet van het Oost- en West-Vlaams dialect in Beveren en Roeselare. Dat moet voor jullie bijna onverstaanbaar zijn. Merken jullie – naast de specifieke taal – nog opvallende verschillen?

Jasper: “Het accent hier in Roeselare is voor mij soms serieus lastig te volgen…. Verder is het wel fijn om – over de landsgrenzen heen – mijn eigen taal te kunnen spreken! “

Iris: “De accentverschillen die ik in het team ervaar vallen gelukkig mee. En de Vlaamse uitdrukkingen voor volleybal-termen heb ik gelukkig geleerd toen ik Julien als trainer had. Wanneer ik na de wedstrijd in een drukke kantine ben, met mensen uit Oost-Vlaanderen, is het soms wel lastig om de gesprekken te volgen. Soms lachen we over bepaalde woorden: ik heb het altijd over ‘jam’ en anderen blijven volhouden dat het ‘confituur’ moet zijn. Hilarisch.”

Met twee in de bekerfinale en bovendien zekerheid van deelname aan de play-offs. Dat moet een supergevoel geven voor jullie allebei tijdens je debuutjaar in ons landje.

Jasper: “Het is zeker een hele mooie start van ons buitenlands avontuur! Nu nog beide finales winnen en dan is het helemaal feest !”

Iris: “Ja, het zijn zeker mooie momenten in mijn debuutjaar in het buitenland. Dat we dan ook samen de bekerfinale en play-offs mogen spelen maakt het natuurlijk extra leuk.”

We eindigen met een paar beweringen waarop we graag jullie mening willen weten:

Basisspeler of niet-starter: deel van het groeiproces of niet goed genoeg?

Geen bekerwinst of geen Belgische titel voelt aan als falen?

Winnen is een must binnen de status van de club, anders zijn al die inspanningen voor niets geweest?

Jasper: “Voor mij is dit eerste jaar absoluut een onderdeel van het groeiproces en zie ik alle speelminuten momenteel als extra! De druk om prijzen binnen te halen is er uiteraard en als dat niet zou gebeuren, dan voelt dat zeker aan als falen, ja.” 

Iris: “Ik denk dat beiden – basisspeler of niet-starter – een deel kunnen zijn in een groeiproces. Als basisspeler leer je natuurlijk veel. Ook het inkomen tijdens een wedstrijd is iets waaruit je veel van kan leren, maar ook iets dat veel druk kan geven. Het niet behalen van de prijzen zal bij mij zeker aanvoelen als falen.”

Stress of pure opgewondenheid in het Antwerpse Sportpaleis?

Jasper: “Puur enthousiasme!” 

Iris: “Gezonde spanning en zeker enthousiasme.” 

Gevaar voor afleiding door de randgebeurtenissen en de ‘Tomorrowland’sfeer met 10.000 supporters, versus focus?

Jasper: “Dat zal zeker even aanpassen worden maar ik kijk er alleen maar naar uit !”

Iris: “Het is een hele eer om voor 10.000 supporters te mogen spelen. Ik denk dat het met de focus wel goed gaat zitten.”

Ideaal moment om uit je comfortzone te stappen en te bewijzen wat je kunt voor alle cameras?

Jasper: “Absoluut mooi moment om je te laten zien”

Iris: “Het is zeker een mooi moment om je te kunnen laten zien aan iedereen, maar zeker niet het moment om nieuwe dingen te proberen.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Guy Verbraeken, Walter Vereeck, Patrick Van Hopplinus.