Belgische clubteams in beslissende fase van Champions League

Wanneer voetballers klagen over hun druk programma moeten ze eerst naar het wedstrijdschema van de volleyballers kijken. Een zomer lang wedstrijden met de nationale teams, olympische kwalificaties, European League wedstrijden, Europese kampioenschappen. Het hield niet op. En dan moest eind september – zonder noemenswaardige onderbreking of rustpauze – het werkschema met de eigen club nog komen.

Tel even mee: competitie in de Liga en bekerwedstrijden, zowel nationaal als Europees. Bovendien zijn drie Belgische clubs nog steeds actief tijdens de loodzware krachtmetingen van de Champions League. Iets waarmee geen enkele voetbalploeg in België op dit moment kan uitpakken.

Mila Vlahovic – straks wordt ze 17 jaar – is zo’n speelster die jarenlang amper een adempauze heeft gekregen. Ze won vorige week met selectie van de Young Yellow Tigers een prachtige gouden medaille in de leeftijdsgroep van de U18. In 2022 realiseerde ze deze stunt reeds met de selectie U17. Donderdag mag ze de wereldtoppers van Imoco Conegliano in de ogen kijken tijdens het duel voor de Champions League met Asterix Avo Beveren. Zoals we schreven: het houdt niet op.

Het spraakmakend WEVZA-toernooi werd afgewerkt met schitterende resultaten en dan kwam die eindoverwinning tegen topland Italië er nog eens bij. Dat is een stunt waarvan alle jonge talenten dromen. Bovendien werd je verkozen tot best scorende aanvalster van het toernooi.

Mila Vlahovic: “Ik kan echt niet beschrijven wat ik allemaal voelde na het laatste fluitsignaal. Hiervoor hebben we hard gewerkt. We hadden telkens een zeer goed plan, we verdedigden uitstekend, onze servicedruk was erg hoog. Alle puzzelstukjes kwamen mooi bij elkaar, dankzij de uitmuntende coaching van Yorick Vande Velde. We zijn rechtstreeks geplaatst voor het EK U18. Dit topevenement zullen we na de Belgische competitie afwerken.

Ik moet het beamen. Het is een waanzinnig druk programma. Maar met deze gouden medaille stroomt er ongelooflijk veel adrenaline door onze lichamen. Dat zorgt voor geweldige brandstof. We kunnen het hoge ritme daardoor nog lang volhouden. Alles wordt netjes in evenwicht gehouden in samenspraak met de club en de topsportschool. Het is goed geregeld. We hebben zelfs Kerstmis met de hele familie kunnen vieren. Dat zorgde opnieuw voor extra energie, dat was alweer genieten.”

En nu, terug voetjes op de grond, want de Italiaanse kampioenen van Conegliano komen donderdag naar de topsporthal van Beveren.

“Dat is inderdaad een andere wereld. Tijdens zo’n confrontatie met al die wereldtoppers kan je veel bijleren. Ik sta – zeker met de extra impulsen na het Wevza-toernooi in Herentals – klaar om in te vallen wanneer het moet. Fysiek is Conegliano oppermachtig. Dit is echt een ‘level higher’. We moeten het slim aanpakken en vooral vanuit onze verdediging en onze opslag trachten te scoren.”

Je hebt perfecte sportgenen. Papa Alexander, oorspronkelijk uit Servië, was actief als volleyballer bij Maldegem, Lennik en Menen. Daarna sloot hij zijn carrière af bij Saint-Quentin in Frankrijk. Jouw mama Ellen De Meyere is een Belgische atletiekkampioene en had zelfs in 1998-2000 het nationaal indoorrecord op de 200 meter sprint. En je broer Simon Luka vertrok eerst vanuit Vilvoorde naar de topsportschool in New York en volleybalt nu bij Mladost Ribola Kastela in Kroatië.

Jij staat op 10 februari in de bekerfinale, je speelt Champions League en met Asterix Avo mag je naar de play-offs van de Lotto Volley League mikken.

“Dat is toch geweldig, hé. Deze opsomming toont aan dat de volleybalwereld eigenlijk klein is. Bij Saint-Quentin zette Marin Dukic zijn eerste volleybalstappen. Hij hoort nu bij de uitblinkers van Decospan Menen. Ook zijn papa Dario Dukic – nu coach bij de Franse tweedeklasser – is bekend in België. Hij speelde bij Roeselare, Zellik met Frank Depestele, Antwerpen en Everbeur. En Herman Vleminckx was ook nog trainer in Saint-Quentin.

Ik heb veel sporten geprobeerd. Uiteraard deed ik via mijn mama eventjes aan atletiek. Ik twijfelde tegelijkertijd of ik verder zou gaan in het tennis. Maar nu ben ik ontzettend blij dat ik voor het volleybal gekozen heb.”

Wanneer men in de Belgische volleybalwereld spreekt over Champions League, dan komt men uiteraard bij Roeselare en Maaseik terecht. We beginnen – noblesse oblige – met de West-Vlaamse landskampioenen en bekerwinnaars. Paul D’Haene, mede-persverantwoordelijke bij het Knack-team, weet als geen ander dat de belangrijkste wedstrijden eraan komen.

Paul D’Haene: “We hebben inderdaad twee moeilijke verplaatsingen naar Ankara in Turkije (woensdag 10/1 om 15 u  Belgische tijd) en Kedzierzyn in Polen (woensdag 17/1 om 20.30 uur) op het programma staan. De focus bij onze club ligt op het Europees overwinteren. De eerste plaats is in onze poule zowat onmogelijk. Op de tweede plek eindigen kan wel, maar dan moet alles meezitten. Het aantal overwinningen telt als eerste beslissende factor voor de rangschikking.

Wanneer we – zoals vorig jaar – als derde kunnen eindigen, dan spelen we opnieuw in de CEV Cup. Iedereen weet hoe het toen eindigde na een fantastisch parcours. De finale van de CEV Cup van vorig seizoen blijft een ongelooflijk moment in onze clubgeschiedenis. Daar willen we opnieuw voor tekenen. We zitten in balans met Olympiakos Piraeus. De Griekse ploeg moet het ook nog opnemen tegen Ankara en Kedzierzyn. Zij hebben nog wel een thuiswedstrijd tegen de Polen.

Ik wil toch graag even terugblikken naar onze heenmatch tegen de Turkse ploeg van Ankara. We waren op het einde van november erg dicht bij de overwinning tijdens onze thuiswedstrijd. We verloren toen met 1-3 na twee sets met 24-26. Ik hoop dat we dat ene puntje – dat we toen eigenlijk verdienden – niet gaan tekort komen bij de eindafrekening.”

Europees volleybal is uiteraard belangrijk voor een topploeg zoals Roeselare, maar er is ook nog de Belgische competitie en de bekerfinale.

“We hebben vorige zaterdag een 3-2 overwinning behaald, maar eigenlijk hadden we de drie punten moeten pakken. Een 24-19 voorsprong moet altijd afgemaakt worden en dat gebeurde niet. ‘On-Roeselaars’ liet onze libero Dennis Deroey optekenen. Het is nog geen beslissende fase in de competitie, maar het pikte toch even. Christophe Witvrouwen speelde een reuzepartij voor Leuven. Hij was, net zoals onze opposite Seppe Rotty, goed voor 25 punten. Maar tijdens de bewuste vierde set, toen we de riante voorsprong door de vingers lieten glippen, stond Witvrouwen maar twee keer aan het kanon. Dus daar lag het niet aan. Volleybalkenners, zoals onze coach Steven Vanmedegael, zullen wel analyseren waar de oorzaak van dat dipje lag. Dat hoort niet bij mijn taak. Ik ben ervan overtuigd dat het een stimulans is voor onze spelers om dit jammerlijk Leuvens scoreverloop recht te zetten. Wie weet reeds in Ankara!

En de bekerfinale, dat is altijd speciaal. We krijgen op 27 januari reeds een voorproefje, een algemene repetitie in Menen. Daarna spelen we op 10 februari het jaarlijks sportief hoogtepunt tijdens de ‘Belgian Cup Finals’  tegen onze West-Vlaamse buren. Ik ben benieuwd hoe ze dat in het Sportpaleis zullen klaarkrijgen tussen de wedstrijden van de Belgian Cats door.”

Frank Van Roost is als Limburger reeds jarenlang de man die voor een uitstekende sportverslaggeving zorgt voor – eerst Noliko – daarna bij het Greenyard-team.

Frank Van Roost: “De eerste keer dat ik mee mocht gaan was in Riga voor de Beker der Landskampioenen. Ik spreek over 1996. We wonnen met 2-3 en Franky Reymen werd verkozen tot MVP. Ondertussen staan er al 102 Europese uitwedstrijden op de teller. En er mogen 99 Europese thuismatchen aan toegevoegd worden. Tijdens onze laatste ontmoeting voor de Champions League (21 december, red.) tegen het Roemeense Galati was ik aan mijn 200ste Europese match toe. De kortste Europese verplaatsing was niet naar Roeselare, zoals velen zouden denken, maar wel naar Düren. Ik vermoed zelfs dat Zevenhuizen of Apeldoorn ook dichterbij liggen dan het verre West-Vlaanderen.”

Maaseik kende een moeilijke seizoenstart, maar de laatste tijd stapelen de successen zich weer op.

“Miquel Fornes zes weken out. Adam Bartos, Joris Berkhout en Elias Thijs om beurt geblesseerd. Daar hoeft geen tekening bij. Daar lagen de oorzaken voor onze mindere resultaten, maar nu is iedereen terug paraat. De kentering kwam er eind november tijdens onze confrontatie tegen Galati. Dan vonden we onze vechtlust terug. Op de juiste momenten deden de spelers de match kantelen. De moeilijke verplaatsing naar Roemenië – dat was echt een zware reis – zorgde voor juiste impulsen binnen de ploeg. Zo’n momenten brengen een team samen. We kregen wel het weekend daarna een pak slaag van Aalst toen we na een afmattende tocht terugkeerden. Maar de klik was gemaakt. We waren vertrokken.”

Jullie kunnen tweede eindigen en dan zit Maaseik bij de laatste twaalf in de Champions League. Maar het kan ook een derde plaats worden, dan doen jullie nog steeds mee in de CEV Cup.

“Iedere ploeg uit onze poule – met uitzondering van Cucine Lube – heeft nog kans op de tweede of derde plek. Winnen we donderdag (reeds om 18 uur, red.) in Tsjechië dan kwalificeren we ons voor verdere avonturen in de Champions League. Elke match op dit niveau moet op het scherpst van de snee gespeeld worden. Deze krachtmeting zal dus geen uitzondering zijn. Iedereen beseft wat er op het spel staat.

De Canadese hoofdaanvaller Casey Schouten en zijn landgenoot Finnian McCarthy hebben ons vorige keer pijn gedaan. In de heenwedstrijd waren we nog niet op peil. Nu staan we veel verder. We hebben het voordeel dat de ontmoeting tussen Galati en Lube Civitanova reeds op dinsdag wordt afgewerkt. Wanneer de Italiaanse kampioenen hun job deftig doen, dan verkleinen de kansen van Galati. Bovendien moeten we op de laatste speeldag nog naar Lube, maar dan zijn de Italianen hoogstwaarschijnlijk geplaatst. We rekenen niet op geschenken, maar misschien kunnen we voor een stunt zorgen.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: archief, Kristof Straetman, Jan Vanmedegael