“Verhuis naar Sportoase is stap die VHL moest zetten”

Tweede in de competitie, twee keer winnen op Maaseik en tegelijkertijd de Limburgers ook nog eens uitschakelen in de Beker van België, Roeselare het vuur aan de schenen leggen met een onwaarschijnlijke derde set (40-38!) als propaganda voor het Belgisch volleybal… Hoeft het nog gezegd dat Haasrode Leuven dit seizoen als een ware revelatie door drie competities raast?

Want ook in Europa volgde een indrukwekkende prestatie door de Servische landskampioen Partizan Belgrado in de heenwedstrijd van de 1/16e finales met een kurkdroge 0-3 in eigen huis te verslaan. En ook al vormen de recente nederlagen tegen Roeselare en Aalst een herinnering aan de uitdagingen op topniveau, de Leuvenaars lijken klaar en voorbereid om ook dit seizoen opnieuw een stap voorwaarts te zetten. Eerstvolgende horde: de terugwedstrijd tegen Partizan Belgrado.

In het kielzog van deze knappe prestaties gaat Volleymagazine in gesprek met Jan Goedhuys, de dynamische voorzitter van VHL, om de sleutelmomenten en strategische beslissingen achter deze opmerkelijke opmars te belichten. Goedhuys, een gerespecteerd advocaat, die mee aan het roer staat van deze snel groeiende club, deelt zijn visie op de cruciale rol van de recente verhuis naar de Leuvense Sportoase en de financiële en commerciële groei van de club.

We vermoeden dat u dezer dagen, ondanks de recente 3-0-nederlaag tegen Aalst, met een heel goed humeur rondloopt?

Jan Goedhuys: “Dat lijkt me logisch. We zijn niet alleen op sportief vlak geweldig uit de startblokken geschoten, ook extra-sportief zorgen de nieuwe impulsen voor extra energie en goesting. En vooral, er wordt over onze club gesproken. Overal waar ik kom, spreken de mensen mij aan over de club. Als promotie voor het volleybal op zowel lokaal als nationaal niveau kan dat tellen.”

Hoe ziet u de huidige sportieve successen van VHL in relatie tot de commerciële en financiële groei van de club?”

“Simpel, die sportieve successen zijn cruciaal voor de verdere ontwikkeling van VHL. We zien een toenemende interesse van sponsors en een groeiend publiek. Dit is essentieel om de club duurzaam te ontwikkelen. Vooral de verhuis naar de Sportoase is een gamechanger. Het biedt ons de mogelijkheid om grotere evenementen te organiseren en onze fanbasis te vergroten. Als we de voorbije seizoenen Roeselare ontvingen in Haasrode zaten we met een vol huis en dus zo’n 300 à 400 supporters. Vorig weekend zaten er meer dan 1.000 mensen in de tribune voor de komst van de landskampioen. Dat zegt genoeg.”

Leg eens uit waarom VHL de definitieve overstap naar de Sportoase heeft gemaakt. Voor de reguliere competitie mochten jullie toch gewoon in de kleine, maar gezellige zaal in Haasrode blijven?

“Het is gewoon een strategische stap voorwaarts. Deze verandering is niet alleen belangrijk voor onze sportieve ambities, maar biedt ook nieuwe commerciële kansen, al moeten we over dat laatste nog wel wat denkwerk verrichten.”

En toch, de verhuis naar de Sportoase bezorgt jullie op financieel vlak heel wat kunst-en vliegwerk. De inkomsten van de pintjes zijn niet meer integraal voor jullie, de zaal moet gehuurd worden, en wat komt er nog allemaal van kosten bij?

“Ik ga daar eerlijk in zijn: het zorgt dit seizoen voor een extra kost van 50.000 euro. Dat gaat dan over de huur van de zaal, de ruimte die nodig is voor de voorstelling van de spelers, huur van de videolokalen, het afplakken van de lijnen op de sportvloer, de huur van de LED-boarding van de Leuven Bears, enzovoort. Gelukkig hebben we een goede deal met Foodmakers, de uitbaters van de cafetaria op het gelijkvloers. Wij moeten zelf voor de tappers en de opkuis zorgen, maar dan vergaren we wel inkomsten uit de drank. Gelukkig kunnen we rekenen op een enthousiaste groep van zo’n 70 vrijwilligers die komen helpen wanneer ze kunnen. Als Partizan deze week op bezoek komt, moeten we voor zo’n Europese avond alleen al bijvoorbeeld rekenen op 30 paar helpende handen om alles naast het zuiver sportieve in goede banen te leiden. Een bloemetje voor al die warme mensen!”

Op welke manier heb je deze extra kosten budgettair gecompenseerd?

“Door extra sponsors aan te trekken, maar we hebben sinds eind vorig seizoen ook een businessclub opgericht met Alexander De Croo (niet de premier) en ligavoorzitter Luc Haegemans als grote trekkers. Bovendien mag je ook het netwerk van Bart De Smet (sponsorverantwoordelijke en voorzitter van verzekeringsgroep Ageas) niet onderschatten. Hij heeft er mee voor gezorgd dat onze rekening klopt. Ook al moet ik toegeven dat we sneller in de Sportoase staan dan verwacht. Dit moet dus een investeringsjaar worden in functie van de uitstraling van de club, onze supporters, de stad Leuven en onze sponsors. Hopelijk kunnen we binnen twee of drie jaar oogsten.”

Van oogsten gesproken, het is tijd om ons te richten op het sportieve luik van de club bij de man die al elf jaar de sportieve lijnen uitzet. Kris, dit moet toch veruit de beste seizoensstart zijn van VHL sinds jij als hoofdcoach aan het roer staat?

Kris Eyckmans: “Wat voor de buitenwereld het meest in het oog springt, zijn de twee wedstrijden tegen Maaseik en de clash tegen Roeselare. De allerstrafste vond ik de kwartfinale van de beker in Maaseik met een onvoorstelbaar sterke Hendrik Tuerlinckx. Als je een video zou laten zien en je zou gezegd hebben dat dit een 26-jarige opposite is in de hoogdagen van zijn carrière, dan zou iedereen gezegd hebben: “Ja, voila.” Al scheelt de werkelijke leeftijd van Hendrik bijna tien jaar (Tuerlinckx wordt er 36 op 1 december). Zeker zo straf was een paar dagen later de competitiewedstrijd en 2-3-zege tegen opnieuw Maaseik dat toch op zoek was naar eerherstel. En dan is er nog de wedstrijd tegen Roeselare… Die 40-38 in de derde set, nooit meegemaakt. Iedereen vertelde me nadien dat het promotie was voor het Belgisch volleybal: lange rally’s, mooi spel en veel spirit, maar ook wel met voldoende kwaliteit en controle.”

Waar ligt volgens jou het grote verschil in vergelijking met de voorbije seizoenen?

“De spelers stappen nu van het veld met het gevoel van: “Dedju, we hadden 3-1 moeten winnen.” En dat was zowel in Maaseik als in Roeselare. Die shift in mindset, de manier waarop we naar zo’n wedstrijden kijken, vind ik heel belangrijk. Wat iedereen soms vergeet, is dat we tegen Achel, Gent en Waremme, toch drie stevige ploegen, ook drie keer met 3-0 gingen winnen. Een paar dagen geleden deden we trouwens hetzelfde tegen Partizan Belgrado, de landskampioen van Servië. Daar werd het ook redelijk droog 0-3. Dit alles sterkt me vooral in het idee dat we met controle en efficiëntie kunnen spelen. Maturiteit is voor mij in dit hele verhaal het  sleutelwoord.”

Vooraleer we het over de terugwedstrijd tegen Partizan Belgrado hebben, toch nog even dit: hoe blik je vooruit naar de halve finales van de Beker van België tegen Menen?

“Er is altijd een opportuniteit als Maaseik of Roeselare aan jouw kant van de tabel eruit liggen. Dan is de kans gewoon reëler, zowel voor Menen als voor ons, om in die finale te geraken. Ik vind dat wij elk seizoen een stap vooruit moeten zetten en momenteel kan ik niet anders dan bevestigen dat we dit gedaan hebben, zowel sportief als extra-sportief. Maar wat we de voorbije seizoenen zelden of nooit gehad hebben, is een extreme uitschieter. Vorig seizoen eindigden we weliswaar derde in de competitie, maar dat lag mooi in de lijn van ons groeiproces. Het zou dus knap zijn als daar eens een bekerfinale als uitschieter bij zit. Al spreek ik wel met twee woorden, want Menen zal er ook erg op gebrand zijn om die finale te halen.”

In jullie tweede deelname aan de CEV-cup staat het nog niet zo ver, maar jullie hebben wel al jullie visitekaartje afgegeven. Wat was volgens jou de doorslaggevende factor in de 0-3-zege op Partizan Belgrado?

“Het is een fysieke ploeg met veel kracht en veel lengte. Het grote voordeel van Partizan is dat ze bijna altijd met dezelfde zeven spelers spelen, dus ze hebben een heel duidelijke starting 6 of starting 7. We hadden hen vrij goed geanalyseerd op basis van hun wedstrijden in de Servische competitie en de voorrondes van de Champions League. Normaal werken mijn assistenten Gerd Van Den Bosch en Koen Aerts en ik samen, maar omdat we nu constant aan een ritme van twee wedstrijden per week zitten, was het deze keer Koen die alles tot in de puntjes had voorbereid. Uit zijn scoutingsrapport bleek dat er een aantal patronen bij Partizan aanwezig waren, die we konden uitbuiten. Onze opdracht is simpel: onze foutenlast onder controle houden. Partizan legt veel meer risico in hun spel, wat vaak gepaard gaat met een hoge foutenlast.”

Je zei het daarnet zelf al: een droge 0-3 bij de landskampioen van Servië, dat is knap. En dat zonder jouw aanvoerder Hendrik Tuerlinckx, die na de marathonwedstrijd tegen Roeselare in de vierde set moest afhaken met pijn aan de schouder. Ook nieuwkomer Filip Madjunkov blijft al een tijdje aan de kant met knieproblemen? Hoe gaat het met hen?

“Filip is aan de betere hand. De belasting aan zijn knie wordt stelselmatig opgedreven, dus hij zal weldra zijn wederoptreden kunnen maken. Ook de blessure van Hendrik lijkt mee te vallen. Hij kent zijn lichaam als geen ander en bovendien zijn de problemen aan de schouder hem niet vreemd uit het verleden. Dat komt wel goed.”

Tot en met 23 december staan er door de combinatie competitie, beker en CEV Cup wekelijks twee wedstrijden op jullie programma. Een moordend tempo dus. Hoe beïnvloedt het spelen in de CEV Cup, met soms verre en onpraktische verplaatsingen, de dynamiek en moraal van het team?

“Ik vind dat een grote meerwaarde, zeker als je wint. Omdat je samen onderweg bent, zit daar toch ook altijd een luik teambuilding aan verbonden. Je beleeft die dagen toch samen en zit kort bij elkaar. Reizen naar Oost-Europa kan vermoeiend zijn, maar onze vlieguren waren best ok. Alleen zijn we vrijdag pas om 19 uur ‘s avonds geland, wat betekent dat het heel moeilijk was om de wedstrijd tegen Aalst voor te bereiden.”

Wat doe je om die vermoeidheid tegen te gaan en niet te laten uitmonden in vermijdbare blessures?

“Dat vraagt een gevarieerde aanpak op het vlak van trainingen. Ik vond het bijvoorbeeld niet nuttig om vrijdagochtend, vlak na de wedstrijd in Belgrado, nog een baltraining te geven. Dus heeft onze kiné Thomas Boon een fysieke training ingelast. Samen met Fons Vranken is dat zijn job, naast het feit dat ze voor elke speler een individueel programma voorzien dat gebaseerd is op preventie en kracht. Natuurlijk lukt dit alleen maar als je goed samenwerkt met de medische staf. De expertise van onze dokter Olivier Van Damme speelt hierin dus zeker ook een cruciale rol.”

Kan je ons meer vertellen over de voorbereiding op de terugwedstrijd tegen Belgrado? Waar schuilt het gevaar?

“Die voorbereiding is redelijk simpel, want ze hebben amper iets onverwachts gedaan. Dat ze hun tweede spelverdeler en een andere receptiehoekspeler inbrachten, betekent dat ze op zoek waren naar een noodoplossing. I.v.m. onze eigen analyse zal het om enkele kleine tactische details gaan. Het gevaar schuilt er natuurlijk in dat we hen onderschatten. Hun opposite, de 2,01 meter grote Milija Mrdak, kan wel imponerend zijn, maar dat was in heenwedstrijd gelukkig niet het geval.”

Jullie eerste deelname in de CEV Cup, twee seizoenen geleden, eindigde in de 1/8e finale tegen het Spaanse Las Palmas. Waar past het huidige Europese hoofdstuk in de evolutie van de club?

“We hebben onze eerste jaren in Europa voor de Challenge Cup gespeeld. Nu zitten we voor de tweede keer in de CEV Cup en dat is de juiste evolutie als je ziet dat we ook in de competitie telkens hoger zijn geëindigd. Al blijft het soms heel moeilijk om te zeggen wat het niveau van de tegenstander gaat zijn. Als we doorstoten naar de volgende ronde wacht ons de winnaar van Dnipro (Oekraïne) tegen Lycurgus (Nederland). Aangezien de Oekraïners de heenwedstrijd met duidelijke 3-0-cijfers wonnen, verwacht ik hen als volgende tegenstander en dat wordt een zware dobber. Maar we zullen er eerst maar voor zorgen dat we de terugwedstrijd tegen Belgrado winnen.”

Gelukkig kunnen jullie in de Sportoase tijdens Europese avonden vaak gemakkelijk op meer dan 1.000 supporters rekenen.

“Ik denk dat we er ooit eens 3.000 supporters verwelkomd hebben. En de Sportoase biedt ook op sportief vlak veel meer voordelen. De verhuis heeft ons gewoon veel meer mogelijkheden gegeven in verdediging en receptie, wat betekent dat we een totaal ander spel zijn gaan spelen. Een spel dat we ook graag willen spelen. Het is gewoon een enorme stap vooruit en eentje die de club ook moest zetten, zeker met het oog op de toekomst.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: archief

29/11 – Sportoase Leuven – 1/16e finales CEV Cup – 20u30: Haasrode Leuven vs Partizan Belgrado.