Sam Deroo: “Tijd voor ‘quality time’ !”

De Belgische Red Dragons zijn in volle voorbereiding op de European Golden League. De terrassen waren nog niet open, maar Sam Deroo had al een ‘trippel’ in zijn handen. Geen tripel uit Westmalle, ook niet uit Grimbergen of een tripel Karmeliet, maar wel het Russisch kampioenschap, de Russische beker en de CEV Cup. Dat is pas een echte trippel !

Na twee seizoenen verlaat hij Dinamo Moskou. Dankzij de knappe periode in het land van Poetin heeft hij de luxe dat hij kan kiezen tussen twee aantrekkelijke projecten in Polen. Zijn vorige succesvolle jaren in de Poolse competitie is men daar uiteraard nog niet vergeten. Bij Acesso Rzeszov bevestigde men intussen de komst van de aanvoerder van de Red Dragons.

“Er zijn twee voorname redenen waarom ik Moskou zal verlaten”, vertelt de 29-jarige kapitein van de nationale mannenploeg. “Ten eerste wil ik dichter bij mijn zoontje zijn. In augustus wordt Bas drie jaar. Hij gaat de eerste keer naar school, hij begint meer te babbelen, kortom hij beseft alles veel beter. Dat wil ik niet missen.

De verplaatsing vanuit Rusland verliep – niet alleen vanwege corona – met te veel hindernissen. Het was bijna niet realiseerbaar. Visumperikelen, vliegtuigtoestanden en steeds meer reglementen, het was een hele klus zodat het veel te lang duurde vooraleer ik mijn zoontje terug kon zien. Vanuit Polen gaat dat veel vlotter en in plaats van een maandenlange afwezigheid, reken ik nu op slechts een paar weken afwezigheid. Toen ik terug in België kwam, was het weerzien heel intens. Ik wil dat emotionele contact – met veel interactie – behouden en steeds beter maken. De ‘quality time’ primeert nu.”

Waren er nog andere redenen voor jouw vertrek in Moskou?

Sam Deroo: “De tweede reden dat ik niet bij Dinamo Moskou blijf, is puur sportief. Ik was net op het allerslechtste moment geblesseerd. Dinamo won net in die periode de beker van Rusland. Mijn inbreng was heel beperkt. Dus redeneerde de trainer: “wanneer het ook met jonge Russische spelers lukt, waarom zou ik dan een buitenlander opstellen.” Ginder stijgt het aanzien blijkbaar voor de trainer-coach en de club, wanneer je met een zo groot mogelijk aantal lokale spelers titels en bekers kunt halen.

Ik heb de ploeg – met succes – zo goed mogelijk geholpen tijdens het Russisch kampioenschap en ook in de CEV Cup. Hoe hard ik ook mijn best deed, de coach gaf toch de voorkeur aan zijn landgenoten. Toen ze onlangs nog een andere Russische aanvaller transfereerden, wist ik dat ik beter kon vertrekken. Waarom wachten, wanneer ik vanuit Polen frequenter bij mijn zoontje kan zijn. Waarom een beslissing uitstellen, terwijl er twee mooie topmogelijkheden stonden te wachten in Polen.”

Vooraleer Sam Deroo terug naar Polen trekt, concentreert hij zich voluit op de Red Dragons. De man uit Beveren is momenteel reeds tien jaar lid van de nationale ploeg. Hij krijgt de taak om – als ervaren aanvoerder – al dat jong geweld mee op het juiste spoor te zetten. Het team van de Red Dragons ziet er immers helemaal anders uit.

De European Golden League begint op 28 mei in Tartu (Estland) met confrontaties tegen Letland, Spanje en het thuisland. De week daarna volgen duels in Liepaja (Letland) tegen dezelfde drie landen. Natuurlijk wordt er vooral uitgekeken naar de eindfase – de ‘Final Four’ van deze Europese competitie – want die wordt op 19-20 juni door TopVolley Belgium georganiseerd. In het sportcentrum “De Lange Munte” van Kortrijk zijn de Red Dragons als organiserend land rechtstreeks geplaatst. Dat moet het eerste hoogtepunt worden voor coach Munoz en zijn fel vernieuwde selectie. Later volgt in september nog het EK. Niet alleen voor de Yellow Tigers wordt het een drukke zomer. Ook de nationale volleybalmannen moeten een stevig programma afwerken.

Sam Deroo: “Ik doe één weekend mee in de Golden League en natuurlijk ook de Final Four. Er zal waarschijnlijk geroteerd worden. Die jonge gasten moeten aan het werk gezet worden. Ook al zijn we rechtstreeks geplaatst voor de finales, toch willen we resultaten halen. De European Golden League is een springplank naar de Volley Nations League. Ik vermoed dat we de Golden League twee keer moeten winnen om in de VNL – toch de hoogste internationale volleybalcompetitie – te geraken. De FIVB is op dat punt niet zo duidelijk. Nederland werd onlangs tot de Volley Nations League toegelaten omdat China forfait gaf. Ik wacht nog steeds op een gefundeerde verklaring daarvoor. Voor ons verandert er niet veel: elk winstpuntje is welkom voor de wereldrangschikking. Elke wedstrijd telt voor de kwalificatie op het volgend WK.”

Ken je de meeste nieuwkomers?

“Er is opvallend veel nieuw bloed in onze nationale selectie. Veel spelers van onze generatie stoppen. Met Pieter Verhees als recentste voorbeeld. Knap dat er nieuwe spelers met een goede ingesteldheid en een goede opleiding in de selectie komen. Er zitten een paar talenten bij. Dan denk ik in de eerste plaats aan Mathijs Desmet van Roeselare. Maar er lopen nog beloftevolle spelers rond. Alleen de ervaring ontbreekt.

Daarom is het cruciaal voor die jonge volleyballers dat zij in hun club veel speelkansen krijgen. Dit is voor hen een sleutelperiode, dit is echt belangrijk voor hun ontwikkeling en hun toekomst als topspeler. Er moet een systeem op gevonden worden dat die talenten kunnen spelen. Bijvoorbeeld die 17-jarige hoofdaanvaller die nu naar Maaseik gaat. Ik kende hem niet, (Ferre Reggers, red.) maar die heeft veel potentieel. Misschien moet de bond mee stimuleren en sensibiliseren dat het jong talent niet constant in de huppelhoek staat.”

Hoe voel je jezelf tussen al dat jonge geweld?

“Ik ben bijna dertig jaar, maar (het zit waarschijnlijk in de genen) ik heb het gevoel dat de beste jaren nog moeten komen. Ik heb weinig blessures achter de rug. Alleen die verdomde enkel, die ik heel ongelukkig een paar keer omsloeg, blijft een zwak punt. Ik heb veel oefeningen gedaan voor mijn schouder, want mijn vader had er regelmatig last van.

 Nu is hij – met al die pandemie – vol ongeduld aan het wachten om er, fris als een hoentje, opnieuw in te vliegen. Hij staat echt te popelen om weer te volleyballen. Ik kan vermoedelijk, met zijn voorbeeld in het achterhoofd, nog een hele tijd mee.” (lacht)

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Bart Vandenbroucke / CEV