Charlotte Leys na tien jaar opnieuw in Belgische liga

De ex-aanvoerster van de Yellow Tigers stopte samen met libero Valérie Courtois in de zomer van 2018 bij de nationale volleybalploeg. De bronzen medaille op het EK in 2013 en haar uitverkiezing tot MVP in hetzelfde jaar, waren de hoogtepunten in haar rijk gevulde carrière bij de Belgische selectie.

 In januari 2021 eindigde haar internationale loopbaan bruusk bij Budwolani Lodz. De Poolse club had financiële problemen. Charlotte Leys hoopt dat het bestuur van Lodz de beloofde afspraken alsnog zal nakomen.

Er zijn heel wat Belgische speelsters die een buitenlands avontuur opzoeken. Is dit een waarschuwingssignaal dat het niet alleen rozengeur en maneschijn is? De medaille bij zo’n veelbelovende overstap heeft een mooie, maar ook een donkere keerzijde?

Charlotte Leys: “Dat klopt. Ik wil zeker geen speelsters bang maken om de stap te zetten om profvolleybalster te worden. Want dat is heerlijk. Maar ik wil iedereen wel bewust maken van de risico’s die eraan verbonden zijn. Je gaat enthousiast naar het buitenland volleyballen, maar je bent niet op de hoogte van alle informatie. Ik geef een voorbeeld. Als je terugkomt vanuit de Poolse of de Turkse competitie – zoals ik – dan heb je blijkbaar geen recht op uitkering in ons land. Omdat dit geen landen zijn die aan België grenzen.

Voor Duitsland en Frankrijk is dat anders, want dat zijn wel buurlanden. Ik heb tien jaar als prof gewerkt. Volleybal was mijn beroep. Maar nu ik terug in België ben, kan de RVA mij als werkzoekende geen ondersteuning geven. Ze geven me allemaal gelijk dat dit niet klopt, maar niemand kan mij hierbij helpen.

De raad die ik ambitieuze speelsters wil meegeven is: haal eerst een diploma en begin dan met jouw avontuur in het buitenland. Dankzij mijn diploma als leerkracht lichamelijke opvoeding heb ik nu werk gevonden. Ik heb trouwens mijn stage in het Koninklijk Lyceum van Antwerpen afgewerkt. Ann Van Landeghem, scouter bij Roeselare, was toen mijn stagebegeleidster. Daar heb ik bijzonder goede herinneringen aan.”

Ondertussen ben je – als 32-jarige – niet bij de pakken blijven zitten. Je bent recent een fiere mama geworden van een flinke zoon ‘Dré’ en je werkt bij de sportdienst van Ieper. Als ‘sportpromotor zwemmen en buurtsport’ ben je waarschijnlijk in een hele andere wereld terecht gekomen?

“Ik heb mijn drive reeds gevonden, hoor. In deze coronatijden kunnen niet alle activiteiten georganiseerd worden voor alle leeftijdsgroepen. Maar we hebben programma’s voor watergewenning en zwemmen ontwikkeld voor 4-5 jarigen.

Ik ben verantwoordelijk voor de organisatie van de projecten, voor de zoektocht naar lesgevers en voor de praktijk. Ik vind het fijn dat ik af en toe zelf nog wat zwemles geef. De combinatie met computerwerk en het lesgeven is erg leuk. Zo blijf ik in beweging en kan ik mijn opleiding als lerares lichamelijke opvoeding gebruiken.”.

De comeback naar Hermes Rekkenshop Oostende is logisch want je hebt West-Vlaamse roots. De eerste volleybalstappen zette je trouwens in Poperinge en Vlamertinge. Ga je volgend jaar überhaupt nog volleybalsters kennen die actief zijn in de nationale vrouwenliga?

“Ik moet inderdaad toegeven dat ik nog weinig speelsters uit de Belgische competitie ken. Gelukkig heb ik nog Yana De Leeuw bij Oostende. Ik heb lang allerlei voorstellen afgewimpeld. Er waren te veel dingen die op mij afkwamen. Natuurlijk zorgt de combinatie met man en kind plus nieuw werk voor een hele andere invulling van mijn leven. Maar het kriebelde te veel – de volleybalmicrobe, weet je wel – en Oostende bleef aandringen. Ik kreeg nog behoorlijk veel aanbiedingen. Het buitenland is geen optie meer. Ik voelde tegelijkertijd dat ik toch niet langer meer mocht wachten om opnieuw te volleyballen.”

Heb je geen schrik van het hoge verwachtingspatroon bij de kustploeg na een lange volleybalstilte?

“Ik heb inderdaad anderhalf jaar zonder competitievolleybal achter de rug. Het valt heel goed mee met de coronakilo’s, maar na een zwangerschap zit je lichaam toch een beetje anders in elkaar. Maar dat komt in orde.

Ik ben benieuwd naar de verwachtingen bij mezelf. Ik moet het realistisch bekijken. De Belgische competitie is heel anders dan de Poolse of de Turkse. Ik besef vooral dat ik niet te veel druk bij mezelf moet opleggen. Ik moet vooral in het perspectief en met de ingesteldheid werken dat volleybal in de eerste plaats een leuk spelletje is. Ik doe het nog ontzettend graag.

Er is de competitieformule natuurlijk en dan wil je resultaten neerzetten. Maar dat is niet het alles overheersende meer. Maar na tien jaar profvolleybal in het buitenland wil ik wel nog steeds winnen, dat is logisch. Dat zit erin gebakken.”

De play-offs van dit jaar lijken spannender dan ooit bij de vrouwen. Met een aparte, maar hoogstwaarschijnlijk een bloedstollende formule met rechtstreekse uitschakeling in de halve finales. Ook de finale wordt op 18 april in de Tomabelhal van Roeselare gespeeld in één wedstrijd.

“Dat is erop of eronder, hé. Het gevaarlijke van deze formule is dat je een heel jaar als eerste hebt gestaan en dat je toch kan uitgeschakeld worden in de halve finale. Zelfs al eindig je de reguliere competitie met een ruime voorsprong, toch ben je niet zeker van de titel.

Ik verkies – zoals in de meeste buitenlandse competities – voor een formule met de ‘best of five’. Dan kan je een misstap herstellen. Dan heb je kansen om je te herpakken. Nu niet, het team dat de titel wil pakken, moet nu op één week tijd twee ‘bekerfinales’ spelen. Twee keer alles of niets. Dat is heel heftig. Maar ik begrijp dat het met Corona en het internationaal programma van de Yellow Tigers niet anders kan.”

Het team van Oostende kan de vijfde plaats veroveren. De wedstrijd van zaterdag in Charleroi wordt levensbelangrijk. De winnaar van dit duel haalt een Europees ticket binnen. Kijk je daar ook naar uit?

“Natuurlijk, Oostende heeft me tijdens de gesprekken laten weten dat Europees volleybal een absolute doelstelling is bij de club. Zaterdag wordt dus een cruciaal duel uitgevochten in Charleroi. De vorm van de dag wordt beslissend, want de Waalse ploeg heeft vergelijkbare kwaliteiten. Ze wonnen trouwens hun matchen in Charleroi tegen Asterix Avo Beveren en tegen VDK Gent. Maar ze verloren hun eerste confrontatie tegen de kustploeg. Je ziet hé, ik volg het allemaal reeds met veel belangstelling.

Ik ben al geïnteresseerd bezig met de voorbereiding naar het volgend seizoen. Het zou uiteraard een ontgoocheling zijn, mocht mijn nieuwe ploeg geen Europees ticket veroveren. Dat zorgt toch voor een belangrijke prikkel. Zo’n internationale confrontaties zijn het mooiste dat je kan meepikken als volleybalster. Dat zijn de leukste wedstrijden en ze zorgen vooral voor een extra meerwaarde. Ik wil Oostende helpen om volgend jaar de stap naar de top-vier te zetten. En als er dan nog Europees volleybal bijkomt, kan ik mijn internationale ervaring doorgeven aan het team.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Bart Vandenbroucke