Liesbet Van Breedam: “Ook in beachvolley is het een plezier beginners te zien openbloeien”

Op beachvolleygebied is Liesbet Van Breedam een naam als een klok. Werd zij immers in het zand van Knokke niet zeven maal Belgisch kampioen, werd ze met haar partner Liesbeth Mouha niet vijfde op het EK 2008 en vervolgens European Ranking Leader in 2009. Vooral haar negende plaats op de Olympische Spelen van 2008 in Peking maakte deze intussen 42-jarige Willebroekse beroemd in het volleywereldje.

Niet moeilijk dat zij – samen met haar partner Wim Eennaes – de Top Beachvolley Academie (TBA) uit de grond stampte. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Wij vroegen haar naar de start, de problemen, de verwachtingen en de mooie momenten van haar academie.

Hoe zijn jullie er eigenlijk aan begonnen?

Liesbet Van Breedam: “We wilden al langer iets betekenen voor het beachvolley in ons land. Maar het begon pas echt toen we in 2016 sneller dan verwacht terreinen toegezegd kregen in Hoevenen, deelgemeente van Stabroek. Wij kregen dadelijk heel wat steun en medewerking van het gemeentebestuur bij deze onverhoopte mogelijkheid. Al hebben we zelf de aanleg ervan gecoördineerd: je moet toch over een degelijke ondergrond beschikken en dus moesten er putten gegraven worden en werden de twee terreinen volgens een vooraf vastgelegd plan letterlijk uit de grond gestampt. Met b.v. aandacht voor de kwaliteit van net en palen: het net moet echt wel gespannen zijn en de palen moeten recht staan. In 2017 zijn we eigenlijk officieel begonnen. Mijn man Wim Eennaes en ik werken hierbij zeer aanvullend: de taken waar hij sterk in is en die hij graag doet, zijn nu net degene die mij iets minder liggen en omgekeerd.”

Was er dadelijk voldoende belangstelling en hoe is dat intussen gegroeid?

“Via vriendjes en vriendinnetjes uit lokale scholen werd TBA vrij snel gekend en tijdens onze eerste stage in de paasvakantie waren er al een 50-tal aanwezigen. Dat is geleidelijk aan gegroeid en we zitten nu aan meer dan honderd beoefenaars. Wegens Corona hebben we een aantal mensen moeten weigeren, omdat we maar met beperkte groepen konden werken. Maar ik sta er verbaasd over dat mensen er soms meer dan veertig kilometer voor over hebben om bij ons te komen trainen. Vanuit het Limburgse tot uit West-Vlaanderen. Het is duidelijk dat de vraag naar aangeboden trainingen momenteel hoger ligt dan het aanbod in België.”

Hebben jullie speciale terreinafmetingen voor de jeugd?

“Nee. Bewust niet. Ook 6-jarigen spelen op een groot terrein, net als bij hun wedstrijdjes twee-tegen-twee. Het argument is dat ze op een groot veld ook moeten leren om achter de bal aan te hollen en dat ze meteen ook de juiste tactische looplijnen aangeleerd krijgen. We werken dan wel met 1,2 of 3 vangmomenten en creëren zo ook spannende rally’s. We baseren ons hierbij op het Kadijk Beachvolleybal Start Systeem van Debora Kadijk, meervoudige olympiër (speelster en coach) uit Werkendam, Nederland.

Aanvankelijk werden alle leden op dezelfde manier begeleid, maar omdat we ons niet enkel willen beperken tot de baltrainingen en ook een completer plaatje willen aanbieden aan de atleten die hiernaar vragen, waren we genoodzaakt onze academie te reorganiseren en binnen onze academie een selectie te maken waarbij engagement en motivatie belangrijke parameters zijn. Je moet het niet vergelijken met de selectie van de Topsportschool die over heel België gaat.

Ondertussen zijn we alweer een stapje verder geëvolueerd door binnen The Future ook al een préselectie te maken, nl. The Runners Up, die we klaarstomen in de richting van Diamonds In The Rough. Deze laatste groep hebben we trouwens samen ondergebracht in dezelfde zaalploeg zodat we ze ook daar all-round kunnen blijven begeleiden tijdens de winterperiode.”

Heb je voor al die categorieën en uren voldoende trainers?

“Iedereen kan normaal gezien van april tot eind september komen trainen. In de zomerperiode zijn er al eens meer afwezigen wegens vakantie en nemen we groepen soms samen. We staan er wel op dat er een continuïteit is van trainingen gedurende de hele zomervakantie. Het is immers oorspronkelijk een zomersport dus zou het niet logisch zijn als we onze deuren twee maanden sluiten in de zomer omdat er een aantal leden op vakantie vertrekken. Verder bewaken we dat er maximaal 8 spelers per trainer per veld zijn, zodat iedere speler voldoende aandacht kan krijgen van de trainers.

Qua baltrainers zijn Wim Eennaes, ikzelf, Bram Van Herck en An Kesselaers de vier hoofdtrainers. Onze Belgische kampioene Lisa Van den Vonder, van het team Cools-Van den Vonder, neemt ook af en toe een training voor haar rekening. De jongens en meisjes die vier jaar geleden als 13/14-jarigen in onze academie begonnen, zijn intussen 17/18 jaar. Zij zijn volledig opgeleid door ons en een zestal onder hen kan ook al eens les geven of tijdens de paasstage helpen. Sommigen willen intussen ook een initiatorcursus volgen. Maar je moet er natuurlijk mee bezig blijven, zodat er voor de toekomst mogelijke goede trainers gecreëerd worden.”

De mentale trainingen neemt sportpsychologe Anne-Sophie Buyse voor haar rekening. Liesbeth Mouha en ikzelf hebben pas zeer laat in onze carièrre aandacht geschonken aan het versterken van onze mentale kracht, wat onze resultaten enorm ten goede kwam. We willen deze mentale focus dus ook al leggen in de jeugdopleiding. De atleten die met Anne-Sophie Buyse werken zijn enorm dankbaar voor deze kans en hebben al een aantal mentale obstakels kunnen overwinnen. Echt knap om te zien welke successen Anne-Sophie al geboekt heeft met hen.”

Beachcoördinator Dries Koekelkoren had het ook over een aantal bijkomende activiteiten…

“Ook bij ons wordt de atletische ontwikkeling van de atleet niet vergeten. We geven naast de techniek van het beachvolley veel aandacht aan voetenwerk, looptraining, reactiesnelheid, corestability, en proberen dit zo ‘fun’ mogelijk te brengen. We proberen hierbij echt out-of-the-box te denken en dit te brengen met leuke spelletjes. Het is een win-win: de kids maken vooruitgang en hebben plezier. Dankzij onze partner Trainersmateriaal.be beschikken we ook over voldoende materiaal om hier creatief mee om te gaan. Materiaal dat we trouwens in het eerste jaar in onze eigen garage stockeerden en dan dagelijks naar de terreinen vervoerden, maar intussen is er een beachhut bijgekomen. Een kantine hebben we niet. Dat zou nog voor meer organisatie en mankracht zorgen, maar als we een toernooitje organiseren, kunnen we wel terecht in de kantine van de plaatselijke basket- of voetbalclub.”

Betrekken jullie ook scholen in de recrutering of zijn er bestaande zaalclubs die om jullie advies vragen?

“Hier in Hoevenen geven we beachvolleybalinitiaties op de sportdagen van de gemeentelijke en de katholieke basisscholen en we gaven al initiatie in een middelbare school in Kapelle-op-den-Bos, waar ikzelf leerling was. We werken mee met Fixit Kalmthout, Volmar Ekeren en Oxaco aan ‘Antwerp4Volley’, het volleyproject van de stad Antwerpen en we krijgen af en toe vragen om advies van andere clubs zoals Beerse, Vosselaar en enkele Oost-Vlaamse clubs.”

Hoe zie je de toekomst bij TBA?

“Het blijft veel werk en veel stappen zetten. Wij dromen er wel van om beachvolley te kunnen spelen in een indoorhal, maar ook de huidige terreinen moeten van een goede kwaliteit blijven. Binnenkort wordt er nieuw zand geleverd. Maar ook outdoor zouden we er wel één of twee terreinen bij willen hebben. De werking die we nu hebben opgezet willen we de komende jaren vooral verfijnen en onze basis stabiel houden.”

Welk advies geef je aan mensen die ook willen beginnen met beachvolley?

“Gewoon doen! Er zijn zoveel spelers die het afgelopen seizoen gedwongen gestopt zijn met volleybal en staan te popelen om op het zand te starten. Volley Vlaanderen biedt voldoende webinars en trainerscursussen beachvolleybal aan om jouw beachvolleybalkennis te verruimen.  Wanneer je in het achterhoofd houdt dat je de spelers vooral laat bewegen, veel balcontacten geeft en vooral veel plezier, kom je al heel ver. Bovendien lijkt op het beachvolleybalveld het leven ook weer even helemaal normaal en je ziet dat zowel de kids als de trainers daar enorm veel deugd aan hebben.“

Wat is voor jullie één van de grootste positieve factoren?

“Als je aan het begin van het seizoen staat, is het echt wel zweten als je merkt hoeveel de spelers meestal nog te leren hebben. Daar is behoorlijk wat werk aan. Maar na enkele weken staan ze al heel wat verder en kan je je nog amper herinneren van hoe ver ze komen. Spelertjes zien open bloeien en kijken hoe ze plezier beleven aan het spel, is een ware genoegdoening. Daar doe je het als trainer echt wel voor. Sommigen komen tijdens de winterperiode op eigen houtje verder trainen, zelfs bij temperaturen rond het vriespunt. In het seizoen komen de meesten voor twee of drie lessen per week. We werken dan in blokjes van anderhalf tot twee uur. We laten ze ook zelfstandig opwarmen – onder een beetje supervisie natuurlijk – en dan merk je ook meteen wie gemotiveerd en gedisciplineerd is.”

Kan je ook iets betekenen in de ontwikkeling van een aantal spelers en speelsters, die het internationale circuit op willen?

“Je kan natuurlijk veel aanleren en ze zo goed mogelijk begeleiden, maar alle teams op de toernooien gaan begeleiden, is praktisch onmogelijk. Stages en jeugdtoernooien zijn dan weer wel mogelijk. Maar kijk naar het duo Cools-Van den Vonder, die ook bij ons trainden. Zij hebben in eigen land amper concurrentie, maar om het internationaal verder te schoppen, hebben zij budget nodig. Ze hebben wel enkele sponsors, maar té weinig. Op  het eerste éénsterrentoernooi waaraan ze deelnamen, eindigden ze nochtans al prompt tweede. Maar om hogerop te geraken, moet je veel meer toernooien spelen tot soms ver in het buitenland en dan nog wordt het een grote stap in het onbekende.”

Welke rol kan de federatie betekenen in de ontwikkeling van het beachvolley?

“Beachvolleycoördinator Dries Koekelkoren is samen met zijn partner Tom van Walle een stuwende kracht achter de ontwikkeling van het beachvolleybal en ik denk dat ze vanuit de federatie nu eerder van onderuit willen werken. Er is nu de opstart van de Topsportschool Beachvolleybal, wat een zeer grote stap in de goede richting is. ‘Program driver’ Rik Donckers heeft hier enorm veel tijd en energie in gestoken samen met nog een aantal andere bekwame mensen in dienst. Afhankelijk van de provincie gebeuren er soms vele positieve dingen, zo is het bewonderenswaardig om zien hoeveel beachtoernooien er op alle niveaus georganiseerd worden in b.v. Vlaams-Brabant. Guy Beke is daar zeker een stuwende kracht achter, waar ik veel respect voor heb. Een afzonderlijke beachfederatie, los van het zaalvolley, lijkt me op dit moment een stap achteruit.”

Hoe zie je jouw rol verder evolueren?

“Ik werk momenteel nog halftijds bij de politiezone Brasschaat terwijl ik mijn zelfstandige activiteit als  coach & consultant verder uitbouw en een nieuw project aan het uitwerken ben. Ik ben ook nog aan verdere studies begonnen, die nog 3,5 jaar zullen duren. Het blijft dus ook voor mij een uitdaging om gewoon de club staande te houden en elk jaar te zorgen voor een nog betere organisatie.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke en TBA