BDO Haasrode Leuven voor het tweede jaar regulier bij de top-vier

Afgelopen weekend is bij de mannen het doek gevallen over de reguliere competitie in de EuroMillions Volley League. Eén verrassing: Lindemans Aalst, in 2020 nog het nummer één, kon haar laatste kapitale opdracht – één punt pakken bij Knack Roeselare – niet in klinkende munt omzetten na veel gemiste kansen in de eerste set. Spelers schreeuwden hun onmacht uit. De Knackies stoomden met een forse 3-0 (26-24, 25-15, 25-12)  ongehinderd door naar de reguliere titel.

Zo zag Lindemans Aalst – zonder de geblesseerde François Lecat (ingreep aan de schouder) – zich het vierde en laatste ticket voor de Champions Final 4 zwaar door de neus geboord. De Ajuinen totaliseren in de reguliere eindranking twintig punten, evenveel als BDO Haasrode Leuven. Maar ze kopen er niets voor. BDO Haasrode haalde voor de tweede keer op een rij de top-vier. Maar in 2020 werden de Champions en Challenge Final 4 niet afgewerkt.

Vorig jaar eindigde BDO Haasrode Leuven regulier als nummer 4 A met 16 punten. Achel kreeg, eveneens met 16 punten plaats 4 B toegewezen. Zo volgde een barrage, waarin Achel na 1-1 triomfeerde in de derde confrontatie. Achel haalde zo de Champions Final 4 tot corona toesloeg en alles werd geschrapt.

Op het menu staan voor BDO knalaffiches tegen Knack Roeselare, Greenyard Maaseik en tegen het heroplevende  Decospan Menen. Inzet van de play-offs met vier (zes wedstrijden ) zijn twee tickets voor de uiteindelijke titelfinales in een ‘best of 5’. In de kopgroep worden ook twee CL-tickets en twee tickets voor de Europese CEV Cup uitgereikt. Lindemans Aalst op haar beurt komt terecht in de Challenge Final 4. Met als tegenstanders Tectum Achel, Caruur Gent en Borgworm. De winnaar vangt een ticket voor de Europese Challenge Cup.

Kris Eyckmans, al zeven jaar de succesvolle hoofdcoach bij BDO Haasrode Leuven, gaat drukke tijden tegemoet. Het gaat erg  snel voor hem. Hij is ook hoofdcoach van de Young Red Dragons. En hij is onlangs benoemd tot directeur van de tweede en derde graad van de Topsportschool in Vilvoorde. Hij wordt de opvolger van Dominique Baeyens, die op het einde van dit seizoen met pensioen gaat.

Houd je de opdrachten nog allemaal prima uit elkaar? Hoe ga je die functies combineren?

Kris Eyckmans: “Dat lukt wel, hoor. De job van Dominique geldt maar voor ‘vijftig procent’, Kris Van Snick leidt immers de eerste graad. Het zal een druk leven zijn, maar wie a zegt moet b zeggen. Ik heb ervoor gekozen. Ik vind de uitdagingen niet onoverkomelijk. Ik heb trouwens heel goed nagedacht voor ik heb toegehapt.”

Over naar jouw team BDO Haasrode Leuven: is er veel veranderd?

“Niet zo heel veel, vergeleken met de voorbije jaren. Leonis Dedeyne trok naar Decospan Menen, libero Quinten Albert koos voor een lager niveau wegens zijn drukke job als ambulancier. Hij kon sport en werk niet langer combineren. Twee weg, zodus twee erbij: middenman Rob Geudens en hoekspeler Simon Peeters. Meer moest dat niet zijn.”

Vorig jaar werden jullie ook regulier vierde. Maar corona verhinderde dat de play-offs werden gespeeld.

“Klopt. Het zal in maart 2021 de eerste keer zijn, dat we minimaal effectief vierde kunnen worden in ons land. De club heeft de laatste jaren stelselmatig vooruitgang geboekt. In 2012-2013 was ik nog speler bij BDO, in 2013-2014 bracht ik de club als trainer van Liga B naar Liga A. BDO heeft ondertussen hard getimmerd aan de omkadering. Met een osteopaat erbij, een fysical trainer, een psycholoog en dies meer.

Knack Roeselare en Greenyard Maaseik zijn nog een beetje ‘buiten categorie’ voor ons. Maar elk seizoen opnieuw wil de club zich verbeteren. Resultaten kan je niet altijd forceren, dat is moeilijker, maar de sportieve werking zal nog meer opgewaardeerd worden. Afwachten, wat het oplevert. Nu organiseren we vijf baltrainingen en vier fysicalsessies per week. We benaderen stilaan het werkvolume van een volledig professionele ploeg. Een zeer groot pluspunt is onze uitgebreide jeugdwerking. We zijn daarmee bij de top-vijf van België. Zowel bij de jongens als bij de meisjes. Op het vlak van doorstroming van jonge talenten zie ik de toekomst zeer positief in.”

Jullie lieten zich ringeloren in de kwartfinale van de Belgische beker in Achel (3-2). Maar de 2-3-zege in de interclub in Aalst (twee punten) en thuis een 2-3 tegen Greenyard Maaseik (één punt), gaven wellicht de doorslag voor de Champions Final 4?  

“Ja, absoluut. Vooral die match tegen Greenyard Maaseik had veel impact. We moesten met het mes op de keel twee sets winnen om kans te maken op de vierde plaats. We hadden zelfs een matchbal, maar oké, die bal glipte door de vingers. Door dat lucratieve winstpuntje verschoof de druk volledig naar Lindemans Aalst. Bijkomend, door een toeval van het lot, wilde Roeselare de reguliere titel pakken ten koste van Maaseik, want stel dat een nieuwe grote golf van corona weer de competitie zou lamleggen…“

Stak BDO geregeld zijn neus aan het venster?

“Ik heb in elk geval een spannende strijd ervaren. Met een goede periode tot december. Onder Roeselare en Maaseik kan iedereen met iedereen wedijveren. Ik had, vergeleken met een blessuregevoelig Lindemans Aalst, het voordeel dat ik met mijn 14-koppige kern ruim kon roteren. Ik werkte met verschillende spelers. Jongens als De Paepe, Pardon en De Saedeleer hebben mooie stappen gezet. Ik kon rekenen op liefst vier flankaanvallers: Berre Peters, Simon Peeters, Seppe Baetens en Thomas Hofmans. Ook mijn opposites Van Walle en Witvrouwen trokken hun streng. En aan de pass steunde ik graag op Robin Blondeel en Lienert Cosemans. Kevin Bossee was ons sluitstuk op de libero. En de straks 19-jarige Ilian Sterckx is een troef voor de toekomst. Allemaal samen hebben we een eerste seizoensdoel afgedwongen: een stek bij de top-vier. Als we in onze Final 4 goed scoren – dat is beslist de bedoeling – dan is de huidige campagne nog méér geslaagd. Hopelijk kunnen we, afhankelijk van de situatie rond corona, later in het najaar dan weer de Europese wei in.”

***

We hadden ook contact met kapitein GERT VAN WALLE. De aanvoerder en zijn hele team konden hun geluk niet op. “’We hebben Roeselare-Aalst gevolgd via livestream. De ontlading was groot. Aanvankelijk reageerden we hypernerveus, omdat Aalst zich in de West-Vlaamse pels vastbeet. Maar na 26-24 voor Knack moesten de Ajuinen helemaal de rol lossen. Ze klapten als een kaartenhuisje in elkaar. De partij draaide uit op louter eenrichtingsverkeer. Voor ons klaarde de situatie snel op, zodat we alle stress vlug konden terugdringen. Tja, het moet gezegd: toen we de beginopstelling van Roeselare konden aflezen, vreesden we een beetje het ergste. Toch hebben al die jongens keihard gestreden voor de 3-0 en zo de reguliere titel terecht binnengehaald. Chapeau.”

Hoe hoog liggen jouw verwachtingen voor de Champions Final 4?

Gert van Walle: “Ik ben heel benieuwd wat we met onze groep nog kunnen forceren. We zijn nu zo ver gekomen: het hoofddoel (top-vier) is bereikt. Ik hoop dat we nog extra stappen kunnen zetten. BDO wil niet aantreden om de Final 4 ‘op te vullen’; neen, neen. We willen ons tonen. Ik ga met de ploeg en het technisch kader zeker samenzitten om een stevige strategie op te stellen en om goeie afspraken te maken. Het komt erop neer dat we niet te veel steken willen laten vallen.”

Jij beleefde grote triomfen met o.a. Maaseik: twee titels, drie bekers, drie Supercups en brons en zilver in de Europese CEV Cup.

“Ja, ik heb een mooie palmares bij elkaar gespeeld. Hoewel ik weldra 34 kaarsjes mag uitblazen, kan ik me nog altijd heel goed opladen. Mezelf motiveren, kost geen moeite.  Ik speel het spelletje nog altijd bijzonder graag. Ik hoop dus nog enkele jaren door te gaan. Ik probeer nu niet te denken aan die dekselse corona, die het volleybal enigszins op zijn kop heeft gezet. De club neemt serieuze maatregelen, we doen veel opofferingen en we worden nauwgezet getest. Het meest lastige is, dat we niet mogen spelen voor onze aanhangers. Hopelijk mogen zij snel terugkeren naar de zalen.

Ik werk nu, na mijn terugkeer uit het Turkse Inegol, al mijn derde seizoen bij BDO af. Ik voel me heel goed in Leuven. Het feit dat onze ploeg veel studenten – altijd is er iets te beleven – in de rangen heeft, geeft het team een leuk, hip cachet. Al die jongeren in het team, die houden mij ook jong. Ik woon in Kortenberg, op een kwartiertje rijden van de sporthal. Ik ben een full prof. Dat is een fijn leven. Als het kan – maar dat moet nog onderhandeld worden – wil ik zeker blijven.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke