Het nieuws sloeg wel in als een bommetje.
Het FIVB (internationale volleyfederatie) heeft beslist dat de Volley Nations League tussen half mei en half juni op één locatie zal gespeeld worden, waar de zestien deelnemende landen gedurende de ganse tijd in een soort ‘bubbel’ samen zouden vertoeven. Meer details over de juiste data en de uitverkozen locatie zou in de loop van de maand februari bekend gemaakt worden.
Wij vroegen bondscoach Gert van de Broek welke consequenties deze beslissing zou hebben voor de Yellow Tigers, die op 18, 19 en 20 mei voorzien waren om drie thuismatchen te spelen in Brussel. Dat gaat dus alvast niet door.
“Dat is alvast bijzonder jammer voor onze talrijke supporters, die ons al een jaar niet aan het werk konden zien, ook al wegens de corona-maatregelen. Dit jaar was die mogelijkheid wél voorzien met Brussel – en ook Apeldoorn – als locaties. Niet dus. Dat ontneemt ons zeker wel een stukje thuisvoordeel,” begint de bondscoach, die vorige week in eigen volleyhuis trouwens nog benoemd werd tot sportief directeur.
“Langs de andere kant begrijp ik natuurlijk ook het FIVB. In deze tijden van pandemie de ganse wereld afrotsen naar zes verschillende locaties, was ook niet ideaal. Daardoor valt een voor ons nefast reisschema weg, waardoor we naar China hadden moeten vliegen, om dan de vluchten te nemen naar de Verenigde Staten en tenslotte Thailand. Dat blijft ons dus bespaard.”
Uitgetekend voor grote volleylanden
Als bondscoach kijkt hij natuurlijk ook uit naar de sportieve consequenties. Ook daarin vindt hij plus- en minpunten terug.
“Eigenlijk is het hele concept uitgetekend voor de landen die deelnemen aan de Olympische Spelen. Er kunnen 18 speelsters en 8 staff-leden afgevaardigd worden voor die ‘bubbel’. Het mogen er natuurlijk ook minder zijn. Maar je ziet het zoal aankomen dat de landen, die voor de Olympische Spelen gekwalificeerd zijn, daar een selectietoernooi van maken. Iedereen die opgesteld wordt, zal haar uiterste best doen om bij de twaalf te behoren, die naar de Spelen mogen. Het wordt dus elke match bikkelhard knokken.”
Maar Gert van de Broek ziet ook voordelen voor zijn Yellow Tigers.
“Het blijft voor ons essentieel dat we in de Volley Nations League zitten, want de resultaten daarin vormen factor 35 bij het opstelling van de wereldranglijst en bij de kwalificatie voor het WK. Eigenlijk vervangt dit toernooi een WK-kwalificatie. Bij ietwat resultaten kunnen we in de Volley Nations League onze kwalificatie voor het WK al afdwingen. En dat is toch het uiteindelijke doel van deze schitterende generatie Yellow Tigers. Het vraagt dus wel veel ‘commitment’ van iedereen. Want logistiek wordt het voor onze speelsters iets moeilijker. Wij moeten nu de komende weken nagaan hoe de speelsters vijf weken aan één stuk die ‘on hold’ kunnen opvangen. Zeker voor onze speelsters-studenten wordt dat puzzelwerk, want uit de bubbel komen, zit er wel in. Er nadien in geraken, zie ik in coronatijden moeilijk zitten. Onze rotatiemogelijkheden worden daardoor wel wat beperkt.
Maar ik reken wel op de motivatie van de speelsters om in hun carrière een WK mee te maken. Door dit nieuwe VNL-systeem moeten we allicht geen WK-kwalificaties meer spelen en hebben we nadien ook een maand vrij vooraleer we beginnen aan de voorbereiding van het EK. Wij zullen natuurlijk stinkend hard ons best doen om drie doelstellingen te realiseren: het behoud in de Volley Nations League realiseren en zorgen dat we Canada of de Dominikaanse Republiek of Polen vooraf blijven, de WK-kwalificatie afdwingen en een goed EK spelen. Ik vind het al bij al een extreme uitdaging.”
Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: Bart Vandenbroucke
VNL-ploegen die aan de Olympische Spelen deelnemen:
Brazilië, Verenigde Staten, Italië, Servië, China, Japan, Dominicaanse Republiek, Rusland, Turkije, Zuid-Korea.
VNL-ploegen die niet aan de Olympische Spelen deelnemen:
Nederland, Duitsland, Canada, Polen, Thailand, België.
