Volleymonument Sam van Welden overleden

Donkere tijden in het volleyball. Na Willy Gommeren en Koen Baeyens overleed de voorbije nacht een monument uit het volley, nl. Sam van Welden op de gezegende leeftijd van 95 jaar.

Een groot mens ontviel ons, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. Wie – in om het even welke sport – kan er prat op gaan dat hij de finale van twee Olympische Spelen mocht fluiten? Sam deed het en in het scheidsrechterswereldje was hij dan ook een legendarische figuur. Kortom, een man van aanzien, hoewel hij er altijd heel bescheiden en eenvoudig bij bleef.

Ontmoette je hem voor een wedstrijd, dan was zijn eerste interesse niet wie er meespeelde, maar wie de scheidsrechters waren en de officials, want misschien kende hij nog wel enkele collega’s van vroeger. Dat waren dan hoogtepunten om met hen iets te vertellen of iets te gaan drinken. Tot heel late leeftijd werd hij ook nog door o.a. het FIVB aangezocht om verslagen te maken van scheidsrechters. Dat deed hij graag, weliswaar met een milde correctheid.

Tot enkele jaren terug was hij ook vast aanwezig op alle interlands van Belgische jeugd- of seniorploegen of op Europese bekermatchen waar hij nog geraakte met zijn oude wagentje of er toe kwam omdat één van zijn vele vrienden hem graag wilde meenemen naar een volleymatch. Want de laatste jaren sukkelde hij meer dan hem lief was met zijn voeten en benen, maar veel klagen deed hij er niet over. Je kon hem na een match wel meekrijgen voor een hapje of een drankje, maar niet vooraleer hij de uitslag van de wedstrijd had doorgebeld naar Belga en/of naar de radioredactie van VRT of Het Nieuwsblad. Punctueel!

Sam was ook de man naar wie je uren kon luisteren over zijn vele verhalen en anekdotes, soms uit de oertijd van het volley. Toen hij met de rijkswachtploeg wedstrijden in open lucht speelde. Soms moest voordien nog het ijs van het terrein gehaald worden, soms vloog de bal bij strakke wind een dikke honderd meter verder, soms zelfs in een vijver, waarna de bal natuurlijk bijzonder zwaar woog om op te slaan. Of over het spelen in zaaltjes, die maar net beantwoordden aan de vereiste normen, waardoor je voor de opslag moest komen aanlopen vanuit een gangetje.

Of toen hij de Europese finale geblazen had in Rusland – nochtans niet gewonnen door de Russen – en hij achteraf als geschenk een kilo kaviaar meekreeg. Helaas vond hij in België niemand die dat lustte, zodat hij het dure goedje maar aan de katten gegeven had.

Sam – eigenlijk heette hij officieel Lucien – was ook een minzaam man, die bijzonder trots was op zijn familie, maar die ook niet bang was om zijn verantwoordelijkheid op te eisen. Zo was hij vele jaren lang de leider van de CM-vakanties met de mutualiteit in Zwitserland. Zelf genoot hij ook van de bergen, van een stevige wandeling in zijn jongere jaren, maar ook hield hij van dichtbij in de gaten of alles perfect verliep tijdens die kampen, zowel voor de leiding als voor de deelnemers.

Hij was ook de man, die steeds een positief woord over had voor spelers, (klein)kinderen, (beginnende) scheidsrechters en enkele jaren geleden zelfs voor zijn buurjongen van vreemde origine, die hij ging aanmoedigen in diens voetbalclubje. Hij kwam er zowaar met een reportage mee op tv. Graag nam hij ook altijd iedereen mee op de foto, zeker als het om één of andere mooie speelster ging, die b.v. gehuldigd werd op de jaarlijkse Proms.

Sam overleefde vele generaties, maar hij bleef een voorbeeld en een inspirator voor velen. Een prachtmens, die niet snel zal vergeten worden!

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke