Hoe trainen clubs in wispelturige Corona-tijden?

Hoe lossen teams – net onder de Liga A – de voorbereidingsperiode naar het nieuwe volleybalseizoen op, rekening houdend met een lawine van reglementen die hen opgelegd worden door allerlei instanties, verschillende ministeries en de volleybalbond.

Volleymagazine ging even praten met de coaches van Mendo Booischot. Jan Vanvenckenray traint de mannen 1 (nationale 1) van deze club en Tim Van de Wielle is de trainer van de mannen 2 (nationale 2) van deze succesvolle vereniging. In de tweede week van augustus zijn beide toptrainers begonnen met de eerste trainingssessies.

Het is zoeken, het is aanpassen voor alle teams tijdens deze verwarde virusperiode?

Tim Van de Wielle: “Het was een paar weken geleden even schrikken toen we vernamen dat er in eerste instantie niet meer kon of mocht gevolleybald worden tijdens deze maand. Booischot ligt in de provincie Antwerpen en daar waren de richtlijnen nog strikter en nog strenger. Gelukkig zijn de regels versoepeld en logisch aangepast en dus konden we starten.

Voorlopig concentreren we ons op het fysieke, het conditionele aspect en op activiteiten waarbij we de regels het best kunnen respecteren. Geen blok- en aanvalsacties, wel meer verdediging en receptie. Alles op twee velden om de bubbels in acht te nemen. We hadden aanvankelijk drie trainingen per week gepland, maar we houden het nu toch op twee sessies om de risicograad te verminderen. De voorbereidingsperiode is eigenlijk helemaal verstoord, want er mag geen enkel toernooi georganiseerd worden in augustus.

Voor mijn team bij Mendo 2 is dat moeilijk. Jonge talenten hebben tijd nodig om in het juiste ritme te geraken. Voor nieuwe spelers is een goede aanloop belangrijk om zich aan te passen aan hun nieuwe omgeving en om automatismen te kweken. In september mogen we hopelijk oefeningen doen die meer teamgericht zijn en het is vanzelfsprekend een sterke motivatieprikkel wanneer het toegelaten is om tegen een andere ploeg oefenwedstrijden te spelen. Daar kijken we allemaal naar uit.”

De onzekerheid is een beetje hoorbaar, vrees je dat de competitie toch zal stilvallen?

“Ik heb inderdaad schrik dat er ergens in een team – en dat hoeft niet in onze club te zijn – toch dat coronabeestje zal binnensluipen. Wat zullen dan de gevolgen zijn?

De scholen gaan terug open, sportclubs komen opnieuw in contact met elkaar en daardoor worden de bubbels alweer groter. Terug de matchen stopzetten zou erg nefast zijn voor de volleybalsport. Hoe lang zou een onderbreking dan duren? In het midden van de competitie nog eens een conditie-opbouw plannen is niet eenvoudig. Daar zal waarschijnlijk geen tijd voor zijn. Het was al een rare zomer, zonder beachvolleybal. Een paar mannen vingen dit op met lopen en fietsen.

Vergeet niet dat – ik vermoed de meeste – spelers al sinds maart stil liggen. Dat is echt vanaf nul starten, maar ik zag dat de gretigheid erg groot was. De “goesting” om er opnieuw in te vliegen en af te zien was heel tof. Ook het sociale contact had iedereen duidelijk gemist. Toch moest iedereen na de training meteen naar huis. Geen douche en geen pintje achteraf. Maar het was overduidelijk: een teamsporter vindt motivatie door samen te sporten. En dat is in deze moeilijke periode misschien wel de ideale reddingsboei. Valt op termijn het sociale aspect weg, dan vrees ik dat er veel mensen zullen afhaken.

Volleyballers zijn gelukkig slimme sporters. De afstand houden en die bubbels, dat begrijpen ze heel goed. Ook al is het moeilijk om die limiet van vijf personen te behouden. De spelers bij Mendo Booischot gaan geen stommiteiten doen, daarvoor hebben we ook een ‘gentlemen’s agreement’ opgesteld. De knuffelmomentjes vallen weg na een gescoord punt. Dat is jammer want het zorgt bij jonge sportmannen vooral voor energie en adrenaline. In het volleybal zullen er altijd aanraakmomenten zijn, maar het is eigenlijk geen echte contactsport. Laat ons daar aan optrekken. We waren – toen de competitie in maart plots ophield – sterk bezig. We hadden zelfs net Hellvoc Hemiksem-Schelle geklopt. Naar dat niveau willen we opnieuw groeien.”

De regels zijn niet overal dezelfde. Zorgt dat voor frustratie?

“Ik ben in nauw contact met het volleybal in Wallonië. Daar bestaat een promotiereeks (ergens tussen derde nationale en eerste provinciale) waar ander wetten gelden. Eerst ging men de nieuwe competitie plots uitstellen tot januari 2021. Dat was gelukkig een te voorbarige beslissing. Maar bij deze Waalse reeks mogen deze maand dan wel oefenmatchen doorgaan, geen toernooien. Ergens anders in het land mag dat niet. Het zijn allemaal rare beslissingen, want met deze bizarre toelating kom je alweer in contact met minstens twaalf mensen, trainers inbegrepen. Die verschillen zijn storend. Over die andere afspraken, de onduidelijkheid en de daarbij horende verwarring moet – over de taalgrenzen heen – eens dringend gedebatteerd worden.”

Bij de Mannen 1 van Mendo Booischot staat Jan Vanvenckenray aan het sportieve roer. Met mondmasker aan en de handen netjes ingewreven, leidt hij zijn troepen naar nieuwe successen.

“We opteren om vier keer per week te trainen. Er zijn in augustus immers toch geen oefenwedstrijden gepland. We starten aan een nieuwe make-over. In Booischot moet je steeds opnieuw bouwen aan een nieuwe ploeg. Dat is hier traditie, dat is de clubcultuur. Die wederopbouw kost veel trainingstijd, dus zijn die vier trainingssessies erg noodzakelijk. Bovendien missen we Senne Gifford die opgeroepen is voor de nationale ploeg. De volleybalbond heeft zonet het licht op groen gezet dat de Belgische jeugdselectie in september aan het EK zal deelnemen.”

De reglementen moeten ook in jouw groep strikt nageleefd worden?

“Daar zijn we inderdaad voortdurend mee bezig. Met mondkapjes voor de trainers, met ontsmettingsspray voor de ballen, zonder handshakes of groepsvieringen. Elke speler vult voor iedere training een vragenlijst online in. Dat gaat over de gezondheid, de slaap, koorts, vermoeidheid,…

Voelt een speler zich niet oké, dan moet hij thuisblijven. Wij hebben als club geen middelen en geen geld voor extra coronatesten. Dus moeten we het op een verantwoorde manier verstandig aanpakken. We zijn streng in verband met de anderhalve meter afstand. We trainen op verschillende velden en respecteren het aantal spelers tijdens elke oefening. In Booischot worden er regelmatig talenten uitgenodigd om mee te volleyballen met het eerste mannenteam. Ik denk aan Antony Moga en Jelle De Hert. We houden ons aan de verantwoorde bubbels en we overschrijden nooit de toegelaten reglementering.

Ons ‘triple toernooi’ waarbij het eerste, tweede en derde team van Mendo zou deelnemen – telkens tegen andere tegenstanders uit nationale één, twee en drie – wordt in september in een mini-versie gegoten om de normen zeker niet te schenden. En we organiseren dit toernooi zelfs op een andere locatie per niveau. Het is voortdurend zoeken naar oplossingen. Net daarom zou het bijzonder jammer zijn, wanneer men zou beslissen om de competitie in de loop van het volgend seizoen alweer op te schorten. De schrik zit er toch wel een beetje in.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Mendo Booischot